Onderbouwd werken

Je praktijk onderzoeken

Hier zijn belangrijke stappen en handvatten voor professionals in het jeugd- en gezinsbeleid om hun eigen praktijk te onderzoeken en te evalueren:

1. Definieer het doel en de vragen van het onderzoek

Begin met het helder formuleren van wat je precies wilt onderzoeken. Dit kunnen vragen zijn over de effectiviteit van een interventie, de tevredenheid van cliënten, of hoe de werkwijze aansluit bij de behoeften van verschillende stakeholders. Formuleer specifieke vragen om richting te geven aan het onderzoeksproces.

2. Kies een passende evaluatiebenadering  

  • Kwantitatieve benaderingen: Deze zijn geschikt als je inzicht wilt krijgen in concrete resultaten en patronen, bijvoorbeeld door middel van gestandaardiseerde vragenlijsten.
  • Responsieve evaluatie: Deze methode is vooral waardevol wanneer meerdere perspectieven en ervaringen (van cliënten, professionals, beleidsmakers) centraal staan. Door verschillende stemmen in het proces te betrekken, ontstaat er een rijker, genuanceerd beeld van wat er in de praktijk gebeurt.

3. Betrek relevante stakeholders in het proces  

Praat met cliënten, ouders, collega's en andere betrokkenen over hun ervaringen en verwachtingen. Dit helpt om niet alleen te ontdekken wat werkt, maar ook waarom het werkt of niet werkt. Stakeholders worden hiermee ook mede-eigenaar van het evaluatieproces, wat acceptatie van de uitkomsten vergroot.

4. Gebruik participatieve methoden en observatie

Door middel van participatieve observatie kunnen thema’s die belangrijk zijn voor stakeholders worden geïdentificeerd. Regelmatig observeren in de praktijk geeft inzicht in de dagelijkse dynamieken en uitdagingen en biedt een directe manier om verbeteringen door te voeren.

5. Documenteer en reflecteer continu  

Documenteer bevindingen en reflecteer op patronen, successen en obstakels in de praktijk. Vraag bijvoorbeeld of de doelen en middelen goed op elkaar aansluiten, of er ruimte is voor verbetering, en hoe interventies aangepast kunnen worden om beter aan te sluiten bij de werkelijke behoeften.

6. Stimuleer een open dialoog en feedbackmomenten  

Creëer ruimte voor dialoog, zowel tussen collega’s als met externe partners. Dit vergroot wederzijds begrip en biedt gelegenheid om praktische ervaringen uit te wisselen en gezamenlijke verbeterpunten te formuleren. Interventies en beleidsaanpassingen worden sterker en relevanter door deze betrokkenheid.

7. Gebruik ‘epistemologische rechtvaardigheid’

Besef dat elk perspectief slechts een deel van de werkelijkheid belicht. Door kennisvormen zoals wetenschappelijke, ervarings- en praktijkkennis samen te brengen, creëer je een vollediger beeld en rechtvaardiger evaluatie.

Met deze stappen kunnen professionals hun praktijk op een systematische en betrokken manier onderzoeken, wat leidt tot beter afgestemde en effectievere interventies of praktijk binnen het jeugd- en gezinsbeleid.