Cijfers over verontrusting opgesplitst per leeftijdsklasse, per provincie en per instantie
Cijfers op maatOntdek welke bronnen we gebruiken voor onze kwaliteitsvolle data.
Achtergrondinformatie en documentatieEr is sprake van verontrusting volgens het decreet integrale jeugdhulp wanneer:
Verontrusting omvat een breed scala aan zorgsituaties, waaronder kindermishandeling.
Bij verontrusting engageren vele hulpverleners zich om hulp te bieden. Dat vraagt inzet en motivatie van alle betrokkenen. Als de vrijwillige hulpverlening moeilijk of vast loopt, kan na een onderzoek een aanklampend traject maatschappelijke noodzaak vanuit een gemandateerde voorziening dit helpen oplossen. Als dat niet lukt, kan verwezen worden naar de jeugdrechtbank voor gedwongen hulpverlening. Zowel de ernst van de situatie, als de aanpak van de verontrustende situatie situeren zich dus op een continuüm.
Dit rapport bevat cijfers van diverse instanties en centra die te maken hebben met of specifiek werken rond verontrusting. Eerst brengen we cijfers over de contactnames door burgers bij hulplijnen & instanties, daarna over contactnames door professionals bij gespecialiseerde instanties, vervolgens over meldingen Maatschappelijke noodzaak (MANO) bij gemandateerde voorzieningen en tot slot cijfers over gerechtelijke trajecten bij verontrustende situaties (VOS). We nemen cijfers op over contactnames, over het aantal betrokken unieke kinderen en -waar gekend- over gemelde problematieken.
Momenteel bevat het rapport cijfers van “1712”, de Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK) waaronder ook cijfers op basis van de chat nupraatikerover.be (NPIE), de Centra voor LeerlingenBegeleiding (CLB’s) en CLBch@t, Kind & Gezin, de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s), de Ondersteuningscentra jeugdzorg (OCJ’s), de Sociale Diensten van de Jeugdrechtbank (SDJ’s) en de Vlaamse jeugdparketten. We hopen in een latere fase ook cijfers over verontrusting op te nemen van andere instanties/sectoren.
Aantal contactnames “verontrusting” door burgers bij een hulplijn/instantie
1712 is een hulplijn voor burgers met een vraag over geweld, misbruik en kindermishandeling. Hoewel we weten dat een deel van de contactnames met 1712 gaat over personen ouder dan 24 jaar, kunnen we de cijfers niet beperken tot kinderen en jongvolwassenen omdat de registratie ‘meerderjarig’ niet verder opgesplitst wordt. We nemen daarom de totaalcijfers op.
Hulplijn “1712” ontving 9045 oproepen in 2022. Het aantal oproepen bij “1712” is met 6,2 % gestegen tegenover 2021.
Hoewel Kind en Gezin geen meldpunt is, ontving het in 2022 toch 683 ‘zorgmeldingen’ van burgers die zo lieten weten dat ze zich ongerust maken over (de gezinssituatie van) een kind. Het aantal zorgmeldingen door burgers is toegenomen met meer dan 14%. Bij 66,9% van de meldingen ging het om een kind jonger dan 3 jaar.
In het schooljaar 2021-2022 waren er 1408 chatsessies bij CLBch@t over problematieken die verontrustend zijn. Ruim 43% ging over kinderen en jongeren in de leeftijdscategorie van 12 tot 14 jaar. In 37% van de chatsessies betrof het jongeren van 15 tot 17 jaar.
Het aantal CLBch@t sessies over deze problematieken daalde in het schooljaar 2021-2022 met 15,6 % t.o.v. het schooljaar 2020-2021. De daling doet zich vooral voor bij de jongeren vanaf 15 jaar.
Het aantal chatsessies ligt weer op het niveau van het schooljaar 2019-2020. Mogelijk speelde de COVID-pandemie een rol in het verhoogde aantal chatsessies in het schooljaar 2020-2021. Dat het aantal chatsessies nadien daalde, heeft niet alleen te maken met het feit dat er minder voelbare coronamaatregelen van kracht waren, maar allicht ook met het wegvallen van de extra openingsuren bij CLBch@t die ingesteld waren tijdens de corona-periode.
De VK ontvingen 934 contactnames door burgers in 2022, 10,3% minder dan in 2021. Al bijna 80% van die contactnames verloopt via de chat ‘nupraatikerover.be‘.
Aantal unieke kinderen en jongeren betrokken bij contactnames/dossiers “verontrusting” door de burger
Meer dan 59% van de 12.044 personen waarvoor in 2022 met 1712 contact werd opgenomen was minderjarig. Omdat niet voor alle personen de leeftijd geregistreerd kon worden en omdat de groep meerderjarigen niet nader opgesplitst kan worden, kunnen we het precieze aandeel kinderen en jongvolwassenen echter niet berekenen. (Minstens) 18,4% was jonger dan 7 jaar, (minstens) 19% was tussen 7 en 13 jaar. Het aantal minderjarigen waarvoor 1712 gecontacteerd werd lijkt evenwel gestegen te zijn tegenover 2021 en ligt net zoals in 2020 hoger dan 6.000 kinderen.
De 683 zorgmeldingen door burgers gingen over 609 unieke kinderen. Sommige kinderen werden dus meermaals gemeld. Hoewel meer dan twee derde van de kinderen jonger was dan 3 jaar, werd Kind en Gezin ook gecontacteerd voor kinderen ouder dan 3 jaar.
In 2022 hadden 710 kinderen en jongeren een hulpverlenend contact met een CAW. De leeftijdscategorie 12 tot en met 17 jaar maakte het grootste aandeel (45,5%) uit.
Als we vergelijken met 2021 zien we in totaal een afname (-6,1%), maar zien we ook dat de evolutie verschilt naargelang de leeftijd van de kinderen. Er was enerzijds een toename van het aantal hulpverlenende contacten met kinderen van 0-11 jaar en 12-17 jaar, maar anderzijds waren er ook minder contacten met jongvolwassenen. Omdat ook het aantal kinderen met een ongekende leeftijd afnam, moeten de evoluties echter voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Er waren in 2022 niet alleen minder contactnames door burgers bij VK, er waren ook duidelijk minder kinderen betrokken in de contactnames dan de voorgaande jaren. Bij nupraatikerover.be was er wel een stijging van het aantal chatsessies.
Op basis van de vergelijking van de figuren stellen we vast dat het leeftijdsprofiel van de kinderen verschilt naargelang het kanaal waarlangs de VK’s gecontacteerd worden. Meer dan 60% van de kinderen waarover telefonisch of via mail door burgers contact werd gezocht met het VK is jonger dan 12 jaar (waaronder 24,4% tussen 6 en 8 jaar), het chatkanaal nupraatikerover.be wordt voor meer dan 90% door/voor kinderen ouder dan 12 jaar gebruikt.
VK’s begeleiden niet alleen de kinderen waarover ze een melding ontvingen in de loop van het jaar, maar werken ook nog met kinderen uit meldingen van voorgaande jaren. In 2022 werkten de VK’s zo in totaal met 1315 kinderen en jongeren die betrokken waren bij contactnames door burgers (937 via nupraatikerover, 378 via andere kanalen).
Als we 2022 vergelijken met 2021 dan is het aantal unieke kinderen en jongeren waarvoor er in de loop van het jaar hulp verleend werd bij de VK’s naar aanleiding van een melding door burgers via telefoon of mail gedaald met 39,4%. Bij NPIE merken we een stijging met 15,7 %. Vooral het aandeel van de jongvolwassenen tussen 21 en 24 jaar nam toe bij nupraatikerover.be.
Problematieken “verontrusting” bij contactnames door burgers
De 9.045 oproepen bij 1712 in 2022 gingen over 12.044 personen, elk met hun problemen. Zoals eerder gezegd kunnen de cijfers niet zuiver toegespitst worden op kinderen en jongvolwassenen. Situaties van (vermoedens van) kindermishandeling vormden in 2022 wel -net zoals de voorgaande jaren- de meest gemelde problematiek (54,7% of meer dan 6.500 gevallen). In 24,5% van de contactnames ging het om geweld tegen of tussen volwassenen. Andere problematieken werden veel minder aangehaald.
Bij de CLBch@t wordt voor chatsessies in het kader van verontrusting melding gemaakt van 4 problematieken: gezinsconflicten, zelfmoordgedachten, misbruik/mishandeling en zelfverwonding. Bij veel kinderen en jongeren wordt tijdens één chatsessie een combinatie van deze problematieken geregistreerd. In schooljaar 2021-2022 werd er in 806 van de 1408 (57,2%) chatsessies melding gemaakt van gezinsconflicten. Zelfmoordgedachten (vermeld in 26,4% van de chatsessies) kwamen vaker aan bod dan situaties van misbruik/mishandeling (14,5%).
Bij 32,1% van de 934 kinderen en jongeren die in 2022 door burgers aangemeld werden bij VK en Nupraatikerover.be werd gesproken over (vermoedens van) van seksueel misbruik als belangrijkste problematiek. Het aandeel van risicosituaties en (vermoedens van) emotionele en fysieke mishandeling ligt iets lager (19 à 23%).
In 2022 werd er bij 603 (84,9%) kinderen en jongeren van de 710 unieke kinderen en jongeren die een hulpverlenend contact hadden bij een CAW, melding gemaakt van kindermishandeling. Doorheen de jaren blijkt het aandeel van de problematiek “kindermishandeling” vrij stabiel en dit ruim boven 80%.
Aantal contactnames “verontrusting” door professionelen bij een gespecialiseerde instantie
Hoewel Kind en Gezin zich niet profileert, noch fungeert als meldpunt, werd het in 2022 naast de 686 zorgmeldingen door burgers, ook 243 keer gecontacteerd door professionals omdat deze ongerust waren over kinderen. In 86% van de gevallen ging de melding over een kind jonger dan 3 jaar.
Het aantal zorgmeldingen door professionelen is toegenomen, vooral over kinderen onder de 3 jaar.
In 2022 werden er 2020 consultvragen gesteld aan de Ondersteuningscentra Jeugdzorg (OCJ). Het consultaanbod bestaat uit een individueel consult, een groepsconsult op vraag en een consult gelinkt aan 1Gezin1Plan (1G1P).
In 67,6% van de gevallen ging het om een individueel consult. Dit bestaat voornamelijk uit telefonische consulten, maar kan in uitzonderlijke situaties ook fysiek.
In 2022 werd sterk ingezet op partnerschap vanuit consult met 1Gezin1Plan, dat reflecteert zich ook in de cijfers. Bijna een kwart van de consultvragen (24,8%) vond plaats als Consult 1G1P. Consultgevers gaan daarbij ter plaatse en delen hun expertise in het omgaan met verontrusting.
In 2022 steeg het aantal consultvragen sterk met 33,3%. De nieuwe categorie “Consult 1G1P” omvat deze stijging bijna volledig. “Individueel consult” daalt licht, het aantal “Groepsconsulten (op vraag)” is verdrievoudigd. Deze laatste categorie houdt in dat consultgevers op vraag van professionals in een specifieke case ter plaatse gaan, expertise in het omgaan met verontrusting delen en handelingsmogelijkheden van de betrokkenen trachten te verruimen. Het outreachend en meer nabij gaan werken, verklaart dus de sterke stijging in het aantal consultvragen.
In 2022 waren er 5.288 contactnames door professionelen bij VK. Het grootste deel van de contactnames kwam vanuit de school gerelateerde omgeving (bijna 34%) en vanuit de gezondheidszorg (32%). Net zoals bij het aantal contactnames door burgers, stellen we t.o.v. 2021 ook bij professionelen een daling (-7,6%) vast van het aantal contactnames bij VK.
Aantal unieke kinderen en jongeren betrokken bij contactnames/dossiers “verontrusting” door professionelen bij een gespecialiseerde instantie
Bij de 243 zorgmeldingen die Kind en Gezin van professionelen ontving, waren er 225 unieke kinderen betrokken. 86% was jonger dan 3 jaar.
In het schooljaar 2021-2022 werd er bij 10.704 unieke kinderen en jongeren een traject verontrusting gelopen bij de CLB’s na contactname door een professional (waaronder ook leerkrachten, leerlingenbegeleiders, …). 18,3% van die leerlingen behoorde tot de categorie 12 tot en met 14 jarigen, 26,7% was jonger dan 6 jaar.
Het aantal unieke kinderen en jongeren waarvoor er in 2021-2022 een traject verontrusting is gelopen bij de CLB’s is in vergelijking tot schooljaar 2020-2021 amper gedaald (-0,5%). De daling doet zich voor in de meeste leeftijdscategorieën. Enkel in de leeftijdscategorieën 12 tot en met 17 jaar zien we een stijging.
Bij de 5.288 contactnames die professionelen bij VK deden in 2022, waren 7.674 unieke kinderen en jongeren betrokken. De aangemelde kinderen en jongeren zijn redelijk gelijk verdeeld over de leeftijdsklassen tussen 0 en 18 jaar. In tegenstelling tot de cijfers over het aantal contactnames, evolueren de cijfers over het betrokken aantal unieke kinderen bij VK’s in 2022 amper in vergelijking tot 2021.
VK’s werken echter ook met jongeren die voorheen gemeld waren. In totaal ging het in 2022 om 11.096 unieke kinderen en jongeren die (ooit) aangemeld waren door professionelen. Ook hier zien we een vrij gelijke verdeling van het aantal kinderen en jongeren bij de leeftijdscategorieën tussen 0 en 18 jaar. Het aantal unieke kinderen en jongeren, aangemeld door professionelen, waaraan in de loop van het jaar hulp verleend werd bij VK, stijgt met 4,3% in vergelijking tot 2021.
Problematieken “verontrusting” bij contactnames door professionelen bij een gespecialiseerde instantie
Bij de contactnames door professionelen, registreerden de VK’s in 2022 voor 7.735 kinderen en jongeren de belangrijkste problematiek. Emotionele verwaarlozing of mishandeling (33,6%) en Lichamelijke verwaarlozing of mishandeling (32,6 %) vormen de belangrijkste problematiekcategorieën.
Er doen zich kleine verschillen voor naargelang de aanmeldende instantie. Zo gaat het bij meldingen door schoolse en voorschoolse voorzieningen in 37,8% van de gevallen om lichamelijke mishandeling en verwaarlozing, bij contactnames door andere professionelen ligt dat aandeel lager en worden andere problematieken meer vermeld.
Aantal MANO-meldingen “verontrusting” bij gemandateerde voorzieningen
In 2022 ontvingen de OCJ’s 5.242 meldingen in het kader van onderzoek naar maatschappelijke noodzaak. 23,3% over kinderen jonger dan 6 jaar, 30,1% over kinderen tussen 6 en 12 jaar en 46,6% over kinderen ouder dan 12 jaar. De VK’s ontvingen 1495 MANO-meldingen, quasi gelijk verdeeld over de leeftijdsklassen van de kinderen
Het aantal aanmeldingen voor Vlaanderen bij de OCJ’s blijft ongeveer stabiel (-0,9%) tegenover 2021. De daling doet zich voor bij de leeftijdscategorieën 0-2 jaar, 3-5 jaar en 9-11 jaar. Geografisch zien we een daling van ongeveer 15% in de provincies Antwerpen en Limburg, een stijging in West-Vlaanderen (+7%) en een opmerkelijke stijging in Vlaams-Brabant en Brussel (+18%).
Bij de VK’s zien we in vergelijking tot 2021 wel een stijging (+10,2%) in de MANO-meldingen. Net zoals bij de OCJ’s zien we een daling van het aantal MANO-meldingen in Antwerpen en Limburg, maar duidelijke stijgingen in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en Brussel.
Het grootste deel (48,3% in 2022) van de aanmeldingen bij OCJ komt vanuit het parket. Het aandeel aanmeldingen bij de OCJ’s vanuit de CLB’s neemt net zoals in 2021 verder toe. De aandelen van de andere aanmelders bij de OCJ’s dalen licht in 2022.
Ook bij de VK’s gebeuren de meeste MANO-meldingen door het parket (69% in 2022). Het aandeel parketmeldingen ligt hoger dan bij OCJ (48,6%) waar er relatief gezien meer MANO-meldingen van andere aanmelders (zoals CLB’s) ontvangen worden. Tegenover 2021 is het aantal MANO-meldingen door het parket bij de VK’s duidelijk gestegen (+25,4%).
Bij de OCJ’s blijkt na case-onderzoek dat in 2022 23,1% van de aanmeldingen toch geen Maatschappelijk noodzaak is. Bij VK MANO ligt dat percentage lager (9,9% van de aanmeldingen).
Het merendeel van de MANO-meldingen bij de OCJ’s (54,9%) en VK’s (60,1%) wordt opgevolgd door de gemandateerde voorziening zelf in de vorm van casemanagement. Er wordt dus meer intern opgevolgd en begeleid, dan doorgestuurd naar het parket.
Aantal unieke kinderen en jongeren “verontrusting” bij gemandateerde voorzieningen
In 2022 werden er 5.221 unieke kinderen en jongeren aangemeld bij een OCJ en 1.445 unieke kinderen en jongeren bij VK MANO. Iets meer dan de helft van de bij OCJ aangemelde kinderen was ouder dan 11 jaar. Bij de meldingen Maatschappelijke noodzaak bij VK’s was juist meer dan de helft 11 jaar en jonger.
Tegenover 2021 neemt het aantal unieke kinderen en jongeren aangemeld bij een OCJ licht af (-0,8%). Bij VK Mano zien we net een stijging (+9,7%).
Naast de meldingen die in de loop van het jaar ontvangen werden, werken Gemandateerde Voorzieningen ook nog aan dossiers van kinderen die gemeld werden in voorgaande jaren. In 2022 waren er 13.775 unieke kinderen en jongeren waarvoor er in de loop van het jaar hulp verleend werd bij een OCJ, bij VK MANO 2.689 unieke kinderen en jongeren.
Het aantal unieke kinderen en jongeren waarvoor er in de loop van het jaar hulp verleend werd stijgt bij de OCJ’s nog in 2022, maar niet meer zoveel als verleden jaar (+ 2,25%). Bij VK MANO is de relatieve stijging veel groter (+ 21,9%).
Problematieken “verontrusting” bij gemandateerde voorzieningen
In 2022 werden “emotionele verwaarlozing en mishandeling” (54,5%) en “lichamelijke verwaarlozing en mishandeling” (26,5%) het vaakst vermeld als belangrijkste problematiek bij de aanmeldingen bij VK MANO. De belangrijkste problematiek bij MANO-meldingen lijkt wel te verschillen dan deze bij meldingen door burgers of professionelen. Niet alleen valt op dat er (relatief gezien) meer emotionele mishandeling of verwaarlozing werd genoteerd, maar ook een kleiner aandeel van de problematieken seksueel misbruik en risico-situaties dan bij burgers en professionelen.
Vooral het aantal MANO-meldingen inzake “lichamelijke verwaarlozing en mishandeling” is in 2022 toegenomen bij de VK’s.
Instroom kinderen in “verontrustende situaties” bij de Vlaamse jeugdparketten
Op basis van cijfers van het Openbaar Ministerie weten we hoeveel unieke kinderen instromen op de Vlaamse jeugdparketten. Cijfers over het rechtsgebied Brussel werden hierbij niet meegeteld.
Voor de 6 Vlaamse jeugdparketten ging het in 2022 in totaal om 35.245 unieke kinderen en jongeren, 4,3 % meer dan in 2021. Bijna 60% van de kinderen was jonger dan 12 jaar.
In dit dashboard vind je meer provinciale details over de leeftijden van de kinderen volgens provinciaal werkingsgebied van het parket.
Het aantal kinderen en jongeren in een verontrustende situatie dat instroomt bij de jeugdparketten stijgt in alle rechtsgebieden. De stijging was het grootst in de rechtsgebieden Limburg en Oost-Vlaanderen.
Aantal vorderingen “verontrusting” bij jeugdrechtbank
In 2022 waren er 4.117 vorderingen “verontrusting” bij de sociale diensten van de jeugdrechtbank. Een kwart (25,3%) van deze vorderingen gebeurde voor kinderen tussen 15 en 17 jaar.
In 2022 daalde het aantal vorderingen met 4,1 % t.o.v. 2021, maar het aantal vorderingen ligt wel nog hoger dan in de jaren 2019-2020. De daling deed zich bij alle leeftijdscategorieën voor, behalve bij de kinderen van 3-5 jaar (+2,1%) en bij kinderen van 6-8 jaar (+2,1%).
Aantal unieke kinderen en jongeren “verontrusting” (VOS) bij jeugdrechtbank
3.860 kinderen en jongeren hadden in 2022 een vordering “verontrusting”. Het aantal unieke kinderen ligt lager dan het aantal vorderingen omdat 254 kinderen meerdere vorderingen hadden.
Dat deze cijfers heel wat lager liggen dan de cijfers over de instroom bij de Vlaamse jeugdparketten betekent dat slechts voor een deel van de kinderen die instromen op jeugdparketten een jeugdrechter wordt gevorderd en een opdracht wordt gegeven aan de sociale diensten.
In 2022 daalde het aantal kinderen en jongeren met een vordering met 2,5 % t.o.v. het jaar 2021. De daling deed zich vooral voor in de provincies Vlaams-Brabant & Brussel en West-Vlaanderen en in mindere mate in de provincie Antwerpen. Enkel in Limburg en Oost-Vlaanderen zien we een lichte stijging.
In 2022 hadden 17.283 kinderen en jongeren in de loop van het jaar een maatregel “verontrusting” (VOS).
Het aantal unieke kinderen en jongeren die in de loop van het jaar een maatregel VOS gehad hebben, blijft verder stijgen. De stijging is in 2022 wel minder uitgesproken als in 2021.
In 2022 waren er 15.980 kinderen en jongeren met een maatregel “VOS via gemandateerde voorziening”, 1.386 jongeren hadden een maatregel “VOS via hoogdringendheid” en 277 hadden een maatregel “VOS na delict”.
Het aantal kinderen en jongeren die in de loop van het jaar een maatregel “VOS” via hoogdringendheid gehad hebben, daalt in 2022 tegenover 2021 voor het eerst in jaren met 1,8%. Deze daling doet zich wel enkel in de provincie Antwerpen voor. In de andere provincies stijgt het aantal kinderen en jongeren met een lopende maatregel VOS via hoogdringendheid.