Cijfers over aanvragen crisisjeugdhulp en niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
Cijfers op maatOntdek welke bronnen we gebruiken voor onze kwaliteitsvolle data.
Achtergrondinformatie en documentatieDe crisismeldpunten ontvangen 7 dagen op 7, 24 uur op 24 crisisvragen van professionelen en cliënten. In de eerste plaats bieden ze telefonisch consult, indien nodig kunnen ze ook zelf een interventie opstarten. Wanneer specifieke crisisjeugdhulp noodzakelijk is, zoeken ze geschikte hulp in het crisisnetwerk. Alle vragen waarvoor het meldpunt op zoek gaat naar crisishulp binnen het crisisnetwerk worden geregistreerd als dispatch, de andere vragen waarbij ze als meldpunt enkel consult bieden worden geregistreerd als consult. Om een totaalbeeld te krijgen van het aantal vragen crisishulp moet het aantal crisisvragen afgesloten als consult en aantal crisistrajecten (dispatch) bekeken worden.
Het aantal crisisvragen stijgt jaar na jaar, in 2023 blijft dit het geval (+8% in vergelijking met 2022). De sterkte van de stijging verschilt wel tussen consultvragen (+5%) en vragen waarvoor we op zoek gaan naar hulp in het crisisnetwerk (+12%). Uit nadere analyse blijkt dat niet zozeer het aantal unieke minderjarigen waarvoor hulp gezocht wordt stijgt (+1%), maar dat het vooral het aantal vragen per kind/jongere (heraanmeldingen) is dat toeneemt. Ongeveer 1/3 van alle unieke minderjarigen heeft meer dan 1 traject, waarbij 3,66% 5 of meer trajecten had in 2023 (zie cijfers op maat)
Een analyse naar leeftijd en geslacht (bovenstaande figuur) leert dat het aantal crisisvragen in 2023 zowel bij meisjes en jongens, als bij kinderen jonger en ouder dan 12 jaar hoger ligt dan in 2017, waarbij vooral de stijging van crisisvragen voor adolescente meisjes in 2021 in het oog springt. Deze werd gelinkt aan de corona crisis, maar blijft ook in 2023 nog op hetzelfde hoge niveau. In vergelijking met 2022 valt vooral de stijging bij kinderen jonger dan 12 jaar op (+9%) voor zowel jongens als meisjes in 2023, terwijl de vragen voor jongeren tussen 12 en 18 jaar constant blijven.
Het aantal unieke kinderen en jongeren waarvoor hulp is opgestart bedraagt 2.393, wat voor het tweede jaar op rij een daling is. In vergelijking met 2022 is er een daling met 3%, in vergelijking met 2021 met 9%. Voordien was er steeds sprake van een stijging, op basis van uitbreidingsbeleid. De daling kan gelinkt worden aan verschillende factoren: omwille van personeelsproblemen kon niet steeds de volledige capaciteit ingezet worden en er waren meer lange crisisverblijftrajecten.
Het aantal kinderen en jongeren waarvoor aanbod volzet werd geregistreerd, is gestegen met 14% in vergelijking met 2022. De stijgende trend sinds de start van de metingen houdt dus aan. Dit verklaart ook voor een deel het stijgend aantal heraanmeldingen bij het crisismeldpunt. Een jongere die geen hulp heeft gekregen, wordt regelmatig opnieuw aangemeld op een later moment in het jaar. Een jongere kan in beide grafieken geteld worden, als die in hetzelfde jaar zowel hulp gekregen heeft als geen hulp doordat het aanbod volzet was.
Het aantal kinderen en jongeren met een aanmelding bij de intersectorale toegangspoort is in 2023 sterk gestegen tot 15.263 (+15%). Het betreft hier ongeveer 0,69% van de bevolking (0-25 jaar). Daar zitten ook een aantal heraanmeldingen bij. Kijken we enkel naar het aantal kinderen en jongeren met een nieuwe hulpvraag, dan stellen we vast dat die in 2023 (12.876) in vergelijking met 2022 (10.746) gestegen zijn met 20%. Dit heeft vooral te maken de transitie van een aantal zorginternaten van Onderwijs naar Opgroeien en het VAPH. Alle kinderen en jongeren die er op internaat zaten of op een interne wachtlijst stonden, zijn aangemeld bij de intersectorale toegangspoort om migratie van gegevens te volbrengen (1388). Als we die uit de ingediende A- documenten filteren, blijft er een kleine stijging (+4%) over in plaats van 15%.
Het grootste deel van de kinderen en jongeren waarvoor jeugdhulp opstartte in 2023, konden een beroep doen op hulp van een jeugdhulpvoorziening of via pleegzorg (7.246 in 2023). Een beperkt aantal kreeg een persoonsvolgend aanbod, zoals een persoonlijk assistentiebudget (PAB: 747) of een persoonsvolgende convenant (PVC: 39).
Het aantal kinderen en jongeren met een nieuwe hulpvraag voor een jeugdhulpvoorziening of pleegzorg is gestegen naar 10.715 (9.037 in 2022), het aantal met opgestarte hulp eveneens; van 5.612 in 2022 naar 7.246 in 2023. Dit heeft opnieuw te maken met de inkanteling van de zorginternaten, waarbij de hele populatie om technische redenen is meegeteld bij opstart verblijf Opgroeien of VAPH. Wanneer we de inkanteling buiten beschouwing laten, zien we een stijging met 306 (+5%) unieke minderjarigen waarvoor hulp werd opgestart, hierbij is de toename van het aantal kinderen en jongeren voor wie een pleeggezin gevonden werd de belangrijkste factor.
Cijfers over welke niet rechtstreeks toegankelijke hulp opstartte zijn terug te vinden in de cijfers op maat. Meer info over pleegzorg is terug te vinden in het pleegzorgrapport
De gevraagde hulp is helaas niet altijd meteen beschikbaar. Op 31 december 2023 stonden in totaal 8.545 kinderen en jongeren op een NRTJ-wachtlijst (exclusief Persoonlijke assistentiebudget (PAB)). Dat zijn er ongeveer 15 procent meer dan in 2022 (7.448). Die stijging is te verklaren door enerzijds de inkanteling van de wachtlijsten van de zorginternaten (395) en anderzijds een stabiele instroom van vragen in combinatie met een tragere opstart van hulp. Belangrijk om te nuanceren is dat een aanzienlijk aandeel van wie wacht op een bepaalde vorm van intensieve hulp, intussen wel al andere niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp krijgt of heeft gekregen (samen 51,2 procent). Er kan ook rechtstreeks toegankelijke hulp lopen, wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, maar dat cijfer is voor 2023 niet ter beschikking.
In cijfers op maat zijn meer detailgegevens over leeftijd, geslacht, handicap, aard van de hulp en regio terug te vinden.
Het aantal wachtenden op een persoonlijk assistentiebudget (PAB) is in 2023 opnieuw met zowat 15 procent gedaald, wat een derde daling op rij betreft. Van 1.749 in 2020 naar 1.224 in 2023. Die daling heeft te maken met het feit dat het aantal beschikbare budgetten de voorbije jaren werd uitgebreid. Bij deze cijfers is het goed om weten dat jongeren die wachten op een PAB ook van een andere NRTJ-hulpvorm gebruik kunnen maken. In 2023 maakte 28% van de kinderen en jongeren die stonden te wachten op een PAB eveneens gebruik van niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp van een voorziening.
Jeugdhulpregie heeft een aantal instrumenten om de opstart van jeugdhulp in complexe trajecten te faciliteren. Er kunnen extra middelen toegekend worden om zorg op maat te installeren via intersectorale prioritaire hulpvragen (IPH) middelen, een persoonsvolgende convenant (PVC) kan zorg vanuit het VAPH met rugzakfinanciering laten opstarten en ten slotte is er de toeleiding tot intersectorale zorgnetwerken voor de meest complexe casussen. We zien in 2023 een sterke stijging bij de intersectorale prioritaire hulpvragen (IPH) middelen (+50%), een normalisering van de convenanten na de piek vorig jaar en een stijging van het aantal opgestarte casussen voor het intersectoraal zorgnetwerk.
Het centraal aanmeldpunt ontvangt de aanvragen voor een plek in de gemeenschapsinstellingen. Naast de vragen gerelateerd aan het decreet jeugddelinquentie betreft het hier ook vragen tot time-out. Een voorziening jeugdhulp kan wanneer het erg moeilijk loopt met een jongere, een time out voor 14 dagen aanvragen waarbij er aan herstel gewerkt wordt tussen voorziening en jongere. Er werden 965 aanvragen voor een time-out behandeld (een stijging met 7%). In 2023 werden er 634 time-out trajecten opgestart door het centraal aanmeldpunt (status quo).
Team Datamanagement bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring.