Het verhaal van

Charlotte, afdelingshoofd Groeipakket: “Het Groeipakket beschermt gezinnen: elke euro helpt echt"

Charlotte stond 5 jaar geleden mee aan de wieg van het Groeipakket. Nu leidt ze de afdeling Groeipakket met een 100-tal medewerkers. Hier wordt het beleid rond het Vlaamse Groeipakket uitgestippeld, het gegevensnetwerk en de beleidskredieten beheerd. Het merendeel van de medewerkers verwerkt de aanvragen zorgtoeslag.

Elk jaar 4,5 miljard euro voor in totaal 1,6 miljoen kinderen in bijna 930.000 gezinnen in Vlaanderen. De cijfers achter het Groeipakket zijn duizelingwekkend. Het belang kan moeilijk onderschat worden, en dat al 5 jaar lang. “Elke euro extra maakt echt een verschil voor veel gezinnen”, benadrukt Charlotte Reilhof.

Wat is het Groeipakket precies?

Charlotte zit in zetel en kijkt recht naar de camera

“Het is het geheel van financiële tegemoetkomingen op maat van elk kind en elk gezin in Vlaanderen. Een gelijk basisbedrag voor elk kind, en voor gezinnen waar de nood groter is, is de ondersteuning groter, zoals de sociale toeslag, schooltoeslag en de zorgtoeslag.” 

“Voor gezinnen vormt het Groeipakket een automatisch en stabiel maandelijks inkomen om kosten te dekken. Dat bedrag komt in de eerste plaats de kinderen ten goede, maar het kan voor alle mogelijke uitgaven gebruikt worden. Het is net een van de sterktes dat het vrij besteedbaar is.” 

Hoe verliep de start?

“Vlaanderen was al bevoegd voor het gezinsbeleid, maar had daarbij nog geen financiële pijler. Daarom werd eerst gedacht aan een kindpremie op een aantal ijkmomenten (0, 1 en 2 jaar). De zesde staatshervorming uit 2011 ging uiteindelijk verder: de kinderbijslag kwam integraal naar Vlaanderen en Kind en Gezin werd verantwoordelijk voor de transitie.”

“Op 1 januari 2019 ging het Groeipakket echt van start. Op 8 februari 2019 vond de eerste uitbetaling plaats. Dat verliep probleemloos, dankzij het transitieteam van Kind en Gezin. Op 1 januari 2019 kwamen ook collega’s over van FAMIFED naar Kind en Gezin. Hun focus veranderde daarbij van sociale zekerheid naar geïntegreerd gezinsbeleid.”

Welke veranderingen bracht het Groeipakket?

“Nieuw was dat we vertrokken van het recht van het kind. Ieder kind dat in Vlaanderen woont, heeft recht op een Groeipakket. Vroeger - bij de kinderbijslag, de voorloper van het Groeipakket - was dat recht gekoppeld aan het socioprofessioneel statuut van de ouders.” 

“Een andere grote verandering was de automatische rechtentoekenning. Opgroeien beheert  een gegevensnetwerk Groeipakket met tal van elektronische informatie van gezinnen, zoals domicilie, financiële gegevens … Al die gegevens worden aan de juiste uitbetaler bezorgd, zo gaat het juiste bedrag naar elk gezin.”

Wat kan nog beter?

Groeipakket

“We hebben de gegevens van 1,6 miljoen kinderen. We zouden meer koppelingen moeten maken, bijvoorbeeld van kinderen met een specifieke ondersteuningsnood en jeugdhulp. Zo kunnen we nagaan welke bijkomende dienstverlening nodig is. Dat is een belangrijke signaalfunctie.” 

“Voor de aanvragen voor de zorgtoeslag is de grote achterstand weggewerkt. Nu moeten we die evaluatie nog meer klantgericht en duurzaam maken. De zorgtoeslag is de enige toeslag binnen het Groeipakket waarvoor nog een aanvraag nodig is. Dat is niet altijd evident voor de ouders. Ook de timing van een aanvraag is belangrijk. Zo moet de concrete ondersteuning - zoals therapie - al opgestart zijn. Daar willen we zowel de uitbetalers als het netwerk Huizen van het Kind meer bij betrekken.” 

Maakt het Groeipakket voldoende verschil voor gezinnen?

“De automatische rechtentoekenning is heel zichtbaar. Het aantal leerlingen met een schooltoeslag bedroeg 28% toen ouders het zelf moesten aanvragen. Nu is dat 40%. Ook het aantal kinderen met een sociale toeslag steeg van 11,4% in 2018 naar 30% in 2023.” 

We zien dat het armoederisico voor kinderen sinds 2019 zakt. Onderzoek toont aan dat het gezinsinkomen daarbij heel bepalend is. Net doordat het Groeipakket een betrouwbaar onderdeel van het gezinsinkomen is, heeft het dus een belangrijke impact op de kinderarmoede. 

Daarom blijven we ijveren voor een verdere versterking van het Groeipakket voor (kwetsbare) gezinnen. Elke euro extra helpt echt.” 

“Het recht van het kind en het vrij besteedbaar karakter van het Groeipakket zijn belangrijke speerpunten, maar dit komt onder druk te staan als er sprake is van het inzetten van het Groeipakket als bestraffend instrument om gedrag bij te sturen”
Charlotte Reilhof, waarnemend afdelingshoofd Groeipakket
Charlotte, afdelingshoofd Groeipakket

Wat maakt je trots?

“De afgelopen jaren kon je door de achterstand echt spreken van een crisis bij de evaluatie van de zorgtoeslag. Dat ligt nu achter ons. Ik ben heel fier en dankbaar hoe alle medewerkers samen die moeilijkheden het hoofd boden. Dat zijn niet alleen de collega’s van zorgtoeslagevaluatie, maar ook alle anderen binnen en zelfs buiten de afdeling die extra taken opnamen voor regelgeving, monitoring, communicatie, IT …”

Wat is jouw droom?

“Verder investeren in onze rol als kennisautoriteit om zo de beleidsmakers gericht te kunnen adviseren. Zodat onze samenleving een plek is waar elk kind gelijke ontwikkelingskansen krijgt en het Groeipakket een nog belangrijker instrument wordt in het bestrijden van kinderarmoede, als volwaardige pijler van een geïntegreerd gezinsbeleid.”

Andere verhalen
Kom je ook werken bij ons?
Wij zijn op zoek naar 38 nieuwe collega's! Bekijk alle vacatures.