Roma
Hoeveel Roma zijn er in België? Moeilijk te zeggen. Vele bronnen spreken over 30.000 Roma, maar organisaties uit het veld schatten het aantal hoger in, 40 à 50.000. De meeste Romagezinnen verblijven in Brussel (11.000), Gent (8.000), Antwerpen (6.000) en Charleroi. Wanneer ze in België aankomen, verenigen ze zich graag met familieleden of kennissen die ze uit het land van herkomst kennen. Zo vinden we
- Roemeense Roma vooral in Brussel
- Bulgaren in Gent en Brussel
- Kosovaren in Sint-Niklaas en Antwerpen
- Slovaken in Gent.
Doorheen de jaren zien praktijkwerkers een positieve evolutie op vlak van de levensomstandigheden van Romagezinnen. Daar hebben vele Romagezinnen zelf voor gezorgd, bijgestaan door sociale professionals. Zo zorgt in diverse steden de werking van de buurtstewards ervoor dat gezinnen terug wat meer ademruimte krijgen: het Groeipakket of de mutualiteit is in orde, informatie over het aanmeldsysteem voor scholen wordt gedeeld, enz. Jammer genoeg leven er vandaag nog veel gezinnen in kansarmoede. Ze kampen met slechte arbeidsomstandigheden, huisvesting of dakloosheid, verblijfsrechten en toegang tot grondrechten. Het doorbreken van de vicieuze cirkel van uitsluiting blijft de grootste uitdaging.
Woonwagenbewoners
Woonwagenbewoners zijn een veel kleinere groep in België. In 2020 verscheen het onderzoeksrapport van het Europees Bureau voor de Grondrechten (FRA) naar de levenssituatie van Roma en Woonwagenbewoners in de Europese landen. Dat rapport wijst op de slechte leefomstandigheden voor Woonwagenbewoners in België. Een veelzeggend cijfer: slechts 39 procent van de kinderen (6-15 jaar) van Belgische Woonwagenbewoners loopt school (FRA, p.46). Die moeilijke aansluiting met het onderwijs heeft te maken met het schrijnend tekort aan standplaatsen. 95% van de bevraagden geeft aan dat er voor hen onvoldoende plaats is om te leven (FRA, p.84). In Vlaanderen is er dus een groot tekort aan standplaatsen op residentiële terreinen (een terrein met vaste standplaatsen voor permanent verblijf) en te weinig capaciteit op de vier Vlaamse doortrekkersterreinen. De woonwagencultuur in Vlaanderen is erkend als immaterieel erfgoed .
Woonsituatie van Woonwagenbewoners in Vlaanderen
Residentiële terreinen
De meeste Woonwagenbewoners verblijven op één van de 32 officiële residentiële woonwagenterreinen, in beheer van de gemeente. Ze zorgen zelf voor een woonwagen, betalen aan de gemeente de kosten voor water en elektriciteit en de huur voor de standplaats. Middenveldorganisaties schatten dat er een tekort is van 1.000 plaatsen. Veel Woonwagenbewoners leven daarom in huizen, maar ze missen zeer sterk de eigenheid van het mobiel wonen en de familiale en sociale contacten van op het Woonwagenterrein. Een ander gevolg is dat heel wat families noodgedwongen aan het rondtrekken zijn. Hun aantal wordt door het voormalig Minderhedenforum op 300 gezinnen geschat (voornamelijk Roms). Het spreekt voor zich dat het op die manier heel moeilijk is om een stabiel leven op te bouwen: geen inkomen uit werk, moeilijk toegang tot hulpverlening, niet naar school. Deze groep moet dan een beroep doen op doortrekkersterreinen, campings of pleisterplekken.
Doortrekkersterreinen
Er zijn momenteel vier terreinen in Vlaanderen: Gent, Asse, Lille en Kortrijk. Gemiddeld kunnen er 20 gezinnen terecht voor maximaal 2 tot 3 weken. Deze terreinen zijn in het beheer van een gemeente of provincie. Op elk terrein is er een terreinbeheerder die instaat voor het reservatiesysteem en het onderhoud van het terrein. Vaak zet men ook in op sociale begeleiding. Dit betekent dat men bruggen vormt met de hulpverleningsorganisaties uit de buurt. Er wordt gezorgd dat de mutualiteit in orde is, dat er voor de gezinnen met jonge kinderen opvolging is door Kind en gezin. Hier en daar wordt ook geëxperimenteerd met vrijetijdsactiviteiten en educatief aanbod voor de kinderen.
Pleisterplekken
De gemeente kan een groep rondtrekkende gezinnen een tijdelijke toelating geven (een weide, een leegstaande parking ...). Er moet wel voorzien worden in water en sanitair. Maar de praktijk toont dat er steeds minder gemeenten geneigd zijn om dit toe te staan. Ze treden eerder streng op wanneer een groep een tijdelijke plaats zoekt. Dit maakt dat een groep Woonwagenbewoners steeds meer opgejaagd is. Het feit dat er een groot tekort is aan standplaatsen (en dus niet het leven in de woonwagen zelf) zorgt dat het leven voor Woonwagenbewoners zeer complex is. (In-gent, De Wereld Morgen – oktober 2020).