Of je als hulpverlener nu voornamelijk met volwassenen of met kinderen werkt, residentieel, ambulant of outreachend, élke hulpverlener kan een steentje bijdragen.
Naast hulpverleners kunnen ook mensen uit de omgeving veel betekenen voor deze kinderen: in de eerste plaats de ouders zelf, en verder bijvoorbeeld een toffe leerkracht, een betrokken buur, een grootouder, enz.
Het gebeurt regelmatig dat mensen uit verschillende sectoren denken dat de collega’s van de andere sector dit stuk wel zullen opnemen. Of dat ze wachten tot ouders of kinderen zelf met vragen komen.
We raden aan dat iedereen het thema KOPP en kwetsbaar ouderschap in het achterhoofd houdt en van bij het begin ook al even benoemt bij gezinnen. Verder is het raadzaam om de zorgpartners in je regio te kennen en met hen af te stemmen wie wat doet.
Waarom zijn zorgprofessionals soms handelingsverlegen rond KOPP/KOAP?
- Mensen die vooral werken met volwassenen, aarzelen soms omdat ze het gevoel hebben niet opgeleid te zijn om met kinderen te werken.
- Hun focus ligt bij de ouders, waardoor ze soms het gevoel hebben dat de tijd die ze aan kinderen zouden spenderen, ten koste gaat van de behandeltijd van de ouder.
- Naar de ouders toe hebben ze de kennis en het mandaat om de psychische problematiek te behandelen. Sommige hulpverleners twijfelen of ze ook mandaat hebben om in gesprek te gaan over het ouderschap en de impact van de kwetsbaarheid erop.
- Hulpverleners die instaan voor de ondersteuning van de kinderen, gaan vaak al in gesprek met de context en dus ook de ouders. Sommigen zijn er zich niet van bewust dat dat niet noodzakelijk impliceert dat ze ondersteuning bieden rond KOPP. De gesprekken gaan vaak over de problematiek van het kind. Het is minder evident dat ook het kwetsbaar ouderschap besproken wordt, en de impact ervan op de kinderen.
- Wanneer kwetsbaar ouderschap en het welzijn van de kinderen besproken worden, kunnen er soms ook ernstige dingen aan het licht komen. Hulpverleners weten niet altijd wat te doen in zo’n geval en durven het gesprek daarom soms niet goed aan te gaan.
- Heel wat hulpverleners zijn bezorgd dat ze het beroepsgeheim met de voeten zouden treden door met naasten in gesprek te gaan.
- Hulpverleners voelen de terughoudendheid van ouders aan en durven deze niet te doorbreken. Ze zijn bang hen te bruuskeren door zo’n gevoelig thema aan te snijden.
Als professional kan je het verschil maken...
- Door het taboe te doorbreken en niet mee de schaamte of andere belemmerende gevoelens van ouders in stand te houden.
- Door te beseffen dat aandacht schenken aan KOPP-kinderen geen therapie is. Het is een veel laagdrempeligere vorm van ondersteuning waarbij het niet nodig is dat men een opleiding heeft als kindertherapeut bijvoorbeeld. Iedereen kan deze kinderen zíen, hen hartelijk bejegenen, vragen hoe het met ze gaat, enz.
- Door ouders een plek te bieden waar ze terecht kunnen met hun vragen rond ouderschap, ook als er daarnaast een behandeling loopt voor hun psychische kwetsbaarheid.
- Door te beseffen dat de kinderen voor ouders vaak het allerbelangrijkste zijn en dat ouders zich ook beter gaan voelen als er ruimte is om het over die kinderen te hebben. Deze tijd gaat dus niet ‘ten koste’ van de behandeling.
- Door te weten dat het beroepsgeheim niet verbiedt om aan naasten te vragen hoe het gaat en hen een luisterend oor, een schouderklopje of hulp te bieden.