Lokale cijfers over het bereik van de oogtest en lokale cijfers over gezondheid (bereik gehoortest, bereik vaccinaties, BMI-data, gegevens over prematuriteit en over (borst)voeding).
Cijfers op maatOntdek meer over de oogscreener en de leeftijd van het kind waarop men de oogtest afneemt.
Achtergrondinformatie en documentatieMet de oogtest worden de meeste factoren die aanleiding geven tot het ontstaan van een lui oog (amblyogene factoren) en enkele ernstige oogafwijkingen opgespoord. Oogproblemen vroegtijdig vaststellen en verder begeleiden is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling. De verpleegkundige voert de oogtest tweemaal uit in het consultatiebureau: een oogtest op 1 jaar en een oogtest op twee jaar.
De onderstaande grafiek geeft het aantal oogtesten weer dat Kind en Gezin binnen een kalenderjaar uitvoerde.
Bemerking bij de cijfers: Er zijn grote verschillen in het aantal testen tussen 2016 en 2017 aangezien het testmoment is verschoven van 24 maanden naar 30 maanden. Daardoor is in 2016 een groot deel van de kinderen niet getest op 24 maanden. Ze zijn wel getest op 30 maanden in 2017.
De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Voor Vlaanderen berekenen we het bereik als de verhouding tussen het aantal kinderen uit geboortejaar x dat minstens 1 test kreeg en het totale aantal kinderen uit dat geboortejaar. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kunnen we niet dezelfde berekeningswijze hanteren, omdat heel wat kinderen van wie we de geboorte kennen niet door Kind en Gezin, maar privé of door het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) opgevolgd worden. Voor Brussel hanteren we daarom als noemer de kinderen die minstens een huisbezoek of consult van Kind en Gezin kregen.
In 2022 kreeg 84,1% van de kinderen geboren in 2019 minstens één oogtest via Kind en Gezin voor ze 3 jaar werden. 5,1% werd doorverwezen naar de oogarts na de eerste oogtest, 3,7% werd doorverwezen na de tweede oogtest.
Dit aandeel van 84,1% ligt iets lager dan in de voorgaande geboortejaren. 86,8% van de kinderen geboren in 2018 kreeg minstens één oogtest. Dat komt doordat Kind en Gezin in volle coronacrisis tijdelijk geen eerste gehoortesten uitvoerde ten voordele van de grote focus op het vaccineren van de kinderen.
Bij de lokale cijfers over gezondheid kan je gegevens voor een gemeente naar keuze opvragen over het doelbereik van de oogscreening van Kind en Gezin. Je vindt er voor de geselecteerde gemeente ook andere cijfers over de gezondheid van jonge kinderen (prematuriteit, type voeding) of over de opvolging ervan door de overheid (BMI, doelbereik gehoorscreening, aandeel gevaccineerde kinderen).
De onderstaande grafiek geeft het aandeel kinderen weer voor wie Kind en Gezin minstens één oogtest uitvoerde, opgedeeld naar relevante profielkenmerken.
De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind. Je kan de cijfers opvragen tot op provincieniveau.
De onderstaande grafiek geeft het aandeel geteste kinderen weer naar het resultaat van de oogtest op 1 jaar (oogtest 1) of de oogtest op 2 jaar (oogtest 2). De mogelijke resultaten van een oogtest zijn geslaagd of te verwijzen (refer).
De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind.
Provinciale verschillen kunnen te maken hebben met verschillende samenstellingen van de groep kinderen. Uit ervaring blijkt dat kinderen met donkere ogen iets moeilijker te testen zijn met het screeningstoestel, waardoor de oogtest moeilijker te interpreteren is. Dat kan leiden tot meer verwijzingen.
Twee zaken zijn belangrijk om de evolutie in het aantal verwezen kinderen te interpreteren:
De onderstaande grafiek geeft het aandeel geteste kinderen weer naar het resultaat van oogtest 1 en oogtest 2, opgedeeld naar deelgroepen. De mogelijke resultaten van een oogtest zijn geslaagd of te verwijzen (refer).
De data worden weergegeven op basis van het geboortejaar van het kind.
Team Datamanagement bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring.