Wie is Tine?
- Sinds 2008 consulent bij de sociale dienst jeugdrechtbank in Kortrijk, en sinds eind 2021 consulent jeugddelinquentie
- 40 jaar
- Studeerde maatschappelijk werk aan de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk
08:20 Op kantoor
Tine is vaak de baan op, maar vandaag start ze haar dag op kantoor. “Ik ben veel in de gemeenschapsinstellingen om trajecten van jongeren te bespreken. Zoals in De Zande, dat is in de buurt. Overleg met De Grubbe in Everberg loopt sinds corona meer digitaal, dat spaart een lange rit uit. Maar je staat sowieso dichter bij een jongere als je elkaar ook echt ziet, dus geef mij maar dat soort gesprekken.”
10:00 In de jeugdrechtbank
Tine rijdt naar het gerechtsgebouw van Kortrijk. Michaël*, een jongere van ondertussen 18 jaar, wordt verwacht bij de jeugdrechter. Hij wordt verdacht van online deelname aan terroristische groeperingen. Hij verblijft daarom in gemeenschapsinstelling De Zande. Ook zijn moeder, zijn advocaat en een begeleider uit De Zande zijn aanwezig in de rechtszaal.
Zowel het advies van Tine als dat van De Zande is positief, en de jeugdrechter volgt die adviezen. Michaël mag meteen mee naar huis, maar moet wel nog verder begeleiding volgen, en hij krijgt een contactverbod met een andere jongere die samen met hem beschuldigd wordt. “Het treinperron is lang genoeg, dus als jullie op de trein wachten om naar school te gaan: kies allebei een andere kant”, geeft Tine mee als goede raad.
“Michaël is nu meerderjarig en als hij zou hervallen, wordt hij meteen opgepakt. Deze beslissing staat ook los van het onderzoek naar de feiten, dat nog loopt. Maar dit is zeker een stap in de goede richting.”
11:20 Terug op kantoor
Tine bekijkt de e-mails die zijn binnengelopen. “Het valt mee vandaag.” Ondertussen druppelen collega’s binnen om kort te overleggen.
Een van de mails gaat over jongere Monica* die in De Grubbe verblijft voor oriëntering. Tine belt daarom even met trajectcoördinator Anna uit De Grubbe. Binnenkort start voor Monica begeleiding bij een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum (OOOC) wegens verontrusting. Tine bespreekt met De Grubbe of zij vinden dat verder geslotenheid nodig is of dat Monica te vrijheid van een OOOC zal aankunnen.
Vóór De Grubbe woonde Monica bij haar oma. Ze wil daar blijven, al is dat door de vele ups en downs niet houdbaar. Monica gebruikt drugs, loopt weg en spijbelt. “Wat heeft oma nodig om het leefbaar te houden? Dat moeten we echt aanpakken. Monica heeft ook heel veel kwetsuren, maar wil voorlopig geen enkele vorm van begeleiding om daarmee aan de slag te gaan.”
13:10 Casusgesprek over Sam*
Tine zit samen met multidisciplinair ondersteuner Lieven en consulenten Sanne en Anneleen om de casus te bespreken van de 14-jarige Sam*. Tine sprak gisteren met Sam. Ze vraagt nu advies aan haar collega’s omdat de begeleider van vzw Oranjehuis, die Sam opvolgt, aangeeft dat ze helemaal vastloopt met hem.
Sam verkoopt sinds enkele maanden cannabis, naar eigen zeggen om snel veel geld te verdienen. Maar er zijn ook vechtpartijen en na spijbelen en andere problemen werd Sam van school gestuurd. Tine somt in detail alle feiten op over Sam en zijn gezin. Lieven: “Er zijn duidelijk veel krachten in het gezin, maar alles in de vrije tijd van Sam is alarmerend en hij heeft totaal geen schuldinzicht.” Zeker voor zijn mama is er nood aan een time-out, voor het helemaal ontspoort.
“Wat gaat Sam stoppen en wie heeft er impact op hem?”, vraagt Tine. Er wordt besloten dat Tine nog een gesprek plant met Sam in een poging om echt tot hem door te dringen. “Hoe denk je dat de jeugdrechter naar je kijkt? Hoe is dit allemaal voor je mama, heb je daar een idee van? Ken je de wet en wat heb je nodig om de wet te respecteren? Op die vragen wil ik een antwoord”, zegt Tine. Daarna beslist Tine - samen met haar team - over haar advies aan de jeugdrechter.
15:15 Gesprek met Emiel*
De 16-jarige Emiel*, zijn mama en begeleider Lander komen naar kantoor. Lander werkt voor Clean Up, een project voor jongeren met een drugsproblematiek. Hij helpt Emiel drugvrij te blijven. Na 19 - van de in totaal 36 - weken begeleiding brengt Lander een positief verslag en dat is voor iedereen hoopvol. Lander benadrukt hoe Emiel gegroeid is, zichzelf nu veel beter begrijpt, eerlijk is en verantwoordelijkheid neemt. Zijn mama blijft wel heel ongerust over hoe beïnvloedbaar hij is, en ook Emiel zelf beseft dat. “Emiel, wat nu echt belangrijk is: spreek met iemand die je vertrouwt als het moeilijk gaat, zoals je psycholoog of een begeleider”, benadrukt Tine.
Emiels verblijf in De Zande zit er bijna op. Daarna gaat hij elke week 5 dagen naar een multifunctioneel centrum (MFC). Daar kijkt Emiel tegenop. Hij zou liever opnieuw voltijds thuis wonen in plaats van alleen tijdens het weekend. Het geeft hem duidelijk nu al stress.
Tine luistert naar wat zijn mama van het MFC verwacht en belooft dat aan te kaarten. Aan Emiel geeft ze de raad om zijn frustraties niet op te kroppen, maar te bespreken met de begeleiders. En vooral ook: “Volhouden nu, je hebt al zoveel stappen gezet!”
Na afloop van het gesprek zegt Emiel over Tine: “Ik ken haar al lang. In het begin liep ons contact moeilijk en moest ik niet van haar weten. Het is een strenge. Maar sinds ik mijn best doe, vermindert dat wel, en dat apprecieer ik. Ik wou ook eerst niet naar De Zande, maar ik weet nu dat ik dat nodig had. Weg van slechte vrienden en slechte invloeden, stoppen met blowen … dat moest in een andere omgeving.”
*Michaël, Monica, Sam en Emiel zijn fictieve namen.
Zaadjes planten
“Het is niet simpel om in het hoofd van deze jongeren te kijken.” Het is een uitspraak die tijdens deze dag een paar keer valt. Hoe zet je dan stappen vooruit?
Tine: “Voor mij gaat deze job over zaadjes planten, ook al zijn het dikwijls moeilijke situaties. Hervallen hoort erbij. Het is gewoon niet realistisch om te verwachten dat het bijvoorbeeld na een verblijf in een gemeenschapsinstelling allemaal vlot loopt. We geven ook geen resultaatsverbintenis.”
“Ik heb nog geregeld contact met een jongere die ondertussen meerderjarig is en in de gevangenis zit. Nu hij in het volwassenensysteem zit, voelt hij heel goed het verschil en is hij dankbaar omdat ik eerder naast hem stond, en dat er toen iemand in hem geloofde.”
“Ik zeg de jongeren altijd: ik ben er voor jou, maar als het nodig is, ben ik ook streng. Ik luister naar de verschillende standpunten, ook als ze kwaad of verontwaardigd zijn. Soms schrikt een jongere als ik bij een conflict vraag naar zijn kant van het verhaal, zonder een oordeel te vellen. Maar ik vraag ook dat ze zich in de plaats van anderen stellen.”
3 weetjes over consulenten jeugddelinquentie
Duidelijke doelen
De sociale dienst jeugdrechtbank (SDJ) volgt minderjarigen op die onder het toezicht van de jeugdrechter staan. De consulenten adviseren de jeugdrechter en zijn het aanspreekpunt voor de jongeren, mensen uit hun omgeving en de hulpverleners.
Drie van de eenentwintig consulenten bij SDJ Kortrijk volgen alle jongeren op die een delict pleegden. Tine: "Daarvoor volgde ik zowel delicten als verontrustende opvoedingssituaties op. Toen we de kans kregen om meer te differentiëren, greep ik die kans."
"Het blijft voor alle consulenten jeugddelinquentie zoeken en experimenteren, maar het loopt wel steeds beter. We spelen korter op de bal en kunnen meer tijd vrijmaken voor de jongeren. Dat maakt echt een verschil: we spreken duidelijke doelen uit en werken ernaar toe."
Signs of Success
Door de nieuwe manier van werken hebben partners vaste aanspreekpunten bij de SDJ’s. Tine: “We werken beter samen en doen dat vanuit een oplossings- en krachtgericht procesmodel: Signs of Success.” Dat heeft gelijkenissen met Signs of Safety, de oplossingsgerichte benadering die veel wordt gebruikt bij gezinnen waar er zorgen zijn over de veiligheid van de kinderen. Signs of Success is een gelijkaardig procesmodel, maar dus voor jongeren die een jeugddelict pleegden. De focus ligt op wat goed gaat, wat de sterktes zijn bij de jongere en de omgeving en op volgende stappen richting een meer succesvolle - lees: positieve, prosociale - toekomst.
Beperkt aantal partners
Het aantal partners dat hulpverlening aanbiedt voor jongeren die een delict pleegden is beperkt. Tine: “Bij zwaardere delicten kan de jeugdrechter beslissen om een jongere toe te vertrouwen aan een gesloten gemeenschapsinstelling. Dat is eerst in De Grubbe, waar het risico wordt ingeschat. Na een maand in De Grubbe kan de rechter beslissen dat verdere geslotenheid nodig is. Dan wordt de jongere overgebracht naar bijvoorbeeld De Zande. Als verdere plaatsing niet noodzakelijk is, zijn andere maatregelen mogelijk, zoals delictgerichte contextbegeleiding (delco). Dan gaan de begeleiders van thuis uit verder aan de slag met de jongere en de ouders. Ze brengen de bezorgdheden en krachten in kaart en maken de doelstellingen op. De jongere, de ouders en de delco-begeleider bekijken samen hoe ze aan die vooropgestelde doelen gaan werken.”
“De jeugdrechter kan jongeren ook een leerproject of gemeenschapsdienst opleggen. Hier in Kortrijk is dat bijvoorbeeld Clean Up, een traject voor jongeren met een drugsproblematiek. Of de dienst Cohesie, waar ze de leerprojecten en de gemeenschapsdienst vormgeven.”
“Bij verontrusting bestaan er veel meer begeleidingsvormen. Uiteraard is de opdeling tussen verontrusting en delicten niet altijd eenvoudig. Bij stafbare feiten speelt vaak ook de achtergrond van verontrusting.”