Hoe kwam jij hier terecht?
“Als kind groeide ik op in de schaduw van een ‘tehuis’ voor jongeren. Die kinderen waren mijn vriendjes, op school en in de jeugdbeweging. Ik dacht dat ze geen papa of mama meer hadden en stelde daar verder geen vragen bij. Later wist ik beter. Als studente maatschappelijk werk deed ik mijn stage bij de sociale dienst jeugdrechtbank. Ik zag dat ook in gezinnen waarvan de kinderen geplaatst zijn, de band tussen ouders en kinderen uniek is. Ik voelde een enorme drive om daarrond te werken. In 1998 ging ik aan de slag als consulent van het toenmalige Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. Door de komst van integrale jeugdhulp kreeg de dienst een nieuwe naam en andere opdrachten: het ondersteuningscentrum jeugdzorg, kortweg OCJ.”
Wat doet een ondersteuningscentrum jeugdzorg?
“Wij werken in situaties waar we ons ernstige zorgen maken over de ontwikkelingskansen en de veiligheid van kinderen, terwijl ouders het moeilijk hebben om daarbij hulp te aanvaarden. Onze corebusiness is dan om hulpverlening toch mogelijk te maken. De samenleving geeft ons het mandaat om in die gezinnen tussen te komen. Toch kan je maar iets in beweging zetten vanuit begrip, respect en betrokkenheid met de ouders. We zijn volbloed hulpverleners.”
Over welke gezinssituaties gaat het concreet?
“Iedereen kan hier terechtkomen, ook jij en ik. Een gezin kan na een scheiding, overlijden of faillissement plots als een kaartenhuisje in elkaar storten. In andere situaties is de basis al langer wankel, bijvoorbeeld door een verslavingsprobleem of psychische kwetsbaarheid bij een ouder."
"Wij gaan niet alleen op huisbezoek in sociale woonwijken, maar komen ook in villawijken. Ook daar bestaat het risico dat schrijnende situaties zoals een vechtscheiding, geweld of emotionele verwaarlozing verdoken blijven. Alle aanmeldingen die we krijgen zijn ernstig. We moeten elke vraag snel oppakken en kunnen mensen niet op een wachtlijst zetten. Gezien de hoge instroom zet dat een stevige druk op onze werking.”
Ouders ervaren jullie soms als een dienst die hun kinderen ‘afpakt’?
“Ik begrijp die perceptie. Wellicht zou ik als moeder hetzelfde gevoel hebben. Kinderen zijn voor ouders hun kostbaarste bezit, dus is het logisch dat vaders en moeders soms heftig en boos reageren. De uitdaging is om ouderschap niet te ondermijnen, wel opnieuw mogelijk te maken. Dat proberen we waar te maken door iedereen te betrekken, te geloven in kansen en heldere grenzen te stellen.”
“Om te vermijden dat kinderen voor langere tijd geplaatst worden, gaan we samen op zoek naar oplossingen van gedeelde zorg. Is een residentiële opname onvermijdelijk, dan gaan we nog kijken of mama en papa samen een badje of eten kunnen geven. Lukt het weer beter, dan kan het kind enkele dagen naar huis. Wat dat betreft is de jeugdhulp geëvolueerd.”
Voor ouders zijn jullie eerder partner dan boeman?
“Ook in moeilijke omstandigheden gaan we na hoe een ouder ouder kan blijven. Een alleenstaande mama dreigde zichzelf en haar jonge kinderen iets aan te doen. Het parket ging over tot een gedwongen opname van de moeder en schakelde onze dienst in. Wij installeerden crisisopvang voor de kinderen. Dat is allemaal bijzonder heftig voor kinderen en mama. Met intensieve hulp zijn de kinderen ondertussen opnieuw thuis en loopt het stukken beter. We weten dat als mama zich goed voelt en de nodige hulp toelaat, ze een warme en zorgzame moeder kan zijn. Toch heeft ze schrik om een steekje te laten vallen omdat ze vreest dat we dan opnieuw haar kinderen zullen afpakken.”
Wat doen jullie met die angst?
“Hier wordt veel geluisterd en verteld. De moeder vertelt hoe ze zich net voor de politietussenkomst voelde afglijden en overmatig dronk. Uit angst voor een ingrijpen, hield ze de deur voor hulpverleners krampachtig dicht. Zelf vertellen we haar dat een belangrijk deel van onze ongerustheid verdwijnt zodra ze erin slaagt om tijdig aan de alarmbel te trekken en de deur wél open te houden. Perfectie bestaat niet en er mag eens een steekje vallen, maar het mag niet escaleren. We benadrukken dat ook wij geen nieuwe plaatsing willen. Ook de moeder wil dat haar kinderen veilig zijn en aanvaardt dat in moeilijke periodes de zorg tijdelijk overgenomen wordt. Mama en kinderen beslisten mee wie dat zou kunnen doen. Nu bestaat er een ‘Wat als?’-plan. Dat geeft iedereen rust, duidelijkheid en houvast. Ondertussen is dat ‘hun plan’ geworden."
Jullie moeten voortdurend inschatten en beslissen. Hoe doen jullie dat?
“Het is veel meer dan buikgevoel. We vertrekken vanuit de Signs of Safety-benadering. Samen met het gezin maken we helder waar wij bedreigingen maar ook bescherming zien. Dat kader verplicht ons om heel gericht na te denken over krachten, gevaren en verwachtingen. We visualiseren dat ook. Zo maken we voor iedereen duidelijk waar precies de onveiligheid ligt, welke impact dat heeft voor kinderen en hoe we dat gericht kunnen aanpakken. Belangrijke beslissingen worden steeds in overleg gewikt en gewogen. Bijvoorbeeld als we beslissen om een begeleiding af te ronden, of het parket vragen om een situatie voor de jeugdrechter te vorderen. Omdat we altijd met open agenda’s werken, weten ouders ook altijd op voorhand dat we die stap zetten en welke informatie we delen met het parket.”
“Teamoverleg is cruciaal. Het daagt me uit om overwegingen en beslissingen nog verder uit te diepen. Want ook als hulpverleners discussiëren we soms over welke elementen ondermijnend zijn voor de ontwikkeling van het kind. Door zo’n gesprek versterken we elkaar.”
Ontdek ook het verhaal van Leslie en Lisa
Leslie is consulent bij de Sociale Dienst van de Jeugdrechtbank in Antwerpen. Ze vertelt wat er van haar en haar collega's verwacht wordt.
Lisa werkt als consulent bij het ondersteuningscentrum jeugdzorg in Kortrijk.