Participatie van kinderen en jongeren
In het boek 'Dwalen met een doel- lokaal kiezen voor kindvriendelijkheid' wordt één van de hoofdstukken gewijd aan hoe Huizen van het Kind hun werking kindvriendelijker kunnen maken. Een samenvatting van de inhoud, vanuit het inspiratiekader voor de kindvriendelijke steden en gemeenten:
- Huizen van het Kind zijn er, als kwaliteitsvolle basisvoorzieningen, overal en voor iedereen. Ze ontplooien een werking op verschillende levensdomeinen.
- Huizen van het Kind geven ruimte aan diversiteit. Iedereen kan er terecht en er wordt ook actief geprobeerd om iedereen aan het aanbod te laten participeren
- Zorg voor een gedeelde en gemandateerde visie op kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren hebben het recht om mee te denken over al wat hen aanbelangt en moeten dat kunnen doen op zichzelf en niet enkel als lid van een gezin. Kinderen moeten worden beschermd, maar tegelijk moet ook hun kracht worden erkend, ook wanneer de belangen van kinderen en jongeren niet gelijk lopen met die van hun ouders.
- Voer een permanente dialoog met kinderen en jongeren. Op die manier wordt met hen spreken en met hen rekening houden een basishouding, iets wat je 'automatisch' en voortdurend doet en niet enkel occasioneel en 'op uitnodiging'.
- Het bevorderen van sociale cohesie en ontmoeting is ook van belang voor kinderen en jongeren. Huizen van het Kind kunnen dit faciliteren door eigen aanbod te ontwikkelen of door het bestaande aanbod vanuit het netwerk te ondersteunen.
Participatie van ouders
In een voorziening die werkt met kinderen is samenwerking met ouders een must. Ouders zijn een belangrijke schakel in de opvoeding van kinderen en willen daarin ook erkend worden. Deelnemen en deelhebben aan tal van voorzieningen, projecten, werkingen, initiatieven, ... vormt een onderdeel van opvoeden. Omdat hierin het opvoeden gedeeld wordt met ouders ligt samenwerking, dialoog en afstemming met ouders voor de hand. Positieve betrokkenheid op ouders nodigt uit tot die samenwerking en draagt bij tot de participatie van hun kinderen. In onze dienstverlening aan ouders is een participatieve basishouding dus van belang. Dit veronderstelt dat we ouders erkennen in hun deskundigheid als opvoeder en dat we vertrekken van een gelijke relatie. Een positieve kijk op ouders en op ouderschap zijn het uitgangspunt.
Participatie van medewerkers en vrijwilligers
Participatie is een uitdaging voor organisaties. Sterke participatie vraagt in de eerste plaats een voortdurend leerproces van organisaties, niet van deelnemers. Werken met ouders, kinderen, jongeren vraagt om open te staan voor verandering. Participatie moet daarom ook intern gebeuren. Je moet draagvlak creëren bij je medewerkers en vrijwilligers en de tijd nemen om hen onder te dompelen in een participatiereflex. Iedereen op dezelfde lijn krijgen is cruciaal. Werken aan een participatiecultuur kan niet zonder hiervoor voorwaarden te scheppen.
- Een organisatie of samenwerkingsverband heeft belang bij kritische reflectie van haar medewerkers en vrijwilligers over de eigen praktijk. Het is de verantwoordelijkheid van organisaties om hun medewerkers hierin uit te dagen, hen te motiveren en hun kritische blik te aanvaarden.
- Participatief werken vraagt tijd die medewerkers ook moeten krijgen. Tijd om partnerorganisaties te leren kennen en samenwerking op poten te zetten. Tijd om de doelgroep te leren kennen.
- Wie participatief werkt, heeft ook nood aan ademruimte en nieuwe inzichten. Medewerkers en vrijwilligers kunnen leren uit vormingen en lerende netwerken.
- Medewerkers en vrijwilligers moeten de ruimte krijgen om zelf te participeren in hun organisatie of samenwerkingsverband. Zelf participeren doet immers participeren. Stel jezelf de vraag of iedereen voldoende betrokken wordt bij beslissingen die rechtstreeks gevolg hebben op hun dagelijks werk.