Het mattheuseffect is de sociologische vakterm voor het rijker worden van de rijken en het armer worden van de armen. Hierbij halen hogere inkomensgroepen relatief gezien meer voordeel uit sociale voorzieningen dan lagere inkomensgroepen.
Zowel in de tekst proportioneel universalisme in de praktijk, als in de video van Wim Van Lancker Ongelijkheid in de vroege kindertijd en daarbuiten: hoe moet het nu verder? wordt het mattheuseffect beschreven.
- Dienstverlening opzetten vanuit een universele benadering met het oog op het realiseren van sociale rechten biedt evenwel geen garanties dat deze beantwoordt aan de diversiteit aan noden waarmee en condities waarin mensen leven. Vaak gaat men er in een universele benadering verkeerdelijk van uit dat gelijke dienstverlening voor iedereen, ook een gelijke impact heeft.
- Mattheuseffect in de praktijk: diegenen die een voorsprong hebben bij de geboorte krijgen meer voorsprong en diegenen die geboren worden met een achterstand krijgen meer achterstand. Dit door de toeval en geen eigen keuze.
- Ongelijkheid en organisatie van voorschoolse diensten zijn niet los van elkaar te zien. Maar voorschoolse diensten kunnen de ondeliggende ongelijkheid niet zomaar oplossen.
- Proportinoneel universalisme in de kinderopvang: meer plaatsen voorzien + betaalbaar voor iedereen afhankelijk van inkomen + meer in de wijken waar nodig.
- Proportioneel universalisme is niet vrijblijvend en het zal de ongelijkheid ook niet oplossen. Hoe voorschoolse voorzieningen worden georganiseerd kan de effecten van het mattheuseffect wél tegengaan.