Voor de invulling van deze bouwstenen zetten netwerken verschillende strategieën, methodieken en benaderingen in. Vertrekken van een proportioneel universele benadering vertaalt zich in de verschillende bouwstenen van het netwerk. Het is daarbij een van de basisprincipes, naast tal van andere basisprincipes uit het referentiekader ‘buurtgerichte netwerken’, die het fundament vormen voor werkzame netwerken. In dit artikel worden de verschillende bouwstenen omschreven.
Wil je meer weten en/of door voorbeelden ontdekken hoe je proportioneel universalisme kan concretiseren in je netwerk, lees dan zeker het volledige document Elk kind telt.
De gehanteerde visie
Een gedeelde visie bij de verschillende actoren binnen een netwerk is de fundamentele drijfveer in het realiseren van kwaliteitsvolle dienstverlening voor kinderen en gezinnen. Het is de gedeelde visie die echte verandering kan realiseren voor kinderen en gezinnen ondanks de verschillen tussen actoren (sectorspecifieke kijk, cultuur, historiek, …).
Kwaliteitsvolle dienstverlening
Netwerken, zoals een Huis van het Kind of een wijkgericht netwerk, stelt als basisvoorziening kinderen en hun gezinnen centraal en bekijkt telkens kritisch de bereikbaarheid, beschikbaarheid, betaalbaarheid, bruikbaarheid en begrijpbaarheid van het aanbod voor diverse kinderen en gezinnen in de wijk.
Voortdurende ontwikkeling van professionele en vrijwillige medewerkers
Complementair aan de competenties voor specifieke opdrachten stimuleert het netwerk de ontwikkeling van competenties die noodzakelijk zijn als partner in een netwerk. Het gaat onder meer om samenwerken en overleggen, leren in groep, reflecteren, intervisie, groepsactiviteiten…
Transparante, laagdrempelige communicatie en informatiedeling
Samenwerken en samen plannen binnen het netwerk vraagt een vlotte, transparante communicatie en informatiedeling. Dit betekent naast een transparante en laagdrempelige communicatie naar kinderen en gezinnen over het aanbod en wat dat aanbod voor hen kan betekenen, oa ook efficiënte informatiesystemen en duidelijke afspraken over ethisch gebruik van privacy-gevoelige informatie over kinderen en gezinnen.
Sterk en gedeeld leiderschap
Het netwerk wordt aangestuurd op gezamenlijke doelstellingen waarbij kinderen en hun gezinnen centraal staan. Sterk leiderschap motiveert en verbindt, schenkt aandacht aan het proces zodat elke stem aan bod kan komen en stimuleert zo een gedeeld eigenaarschap over het netwerk.
Voldoende tijd voor samenwerkingsproces
Het netwerk investeert tijd in het proces om vertrouwen binnen het netwerk te laten groeien en engagement om geïntegreerd samen te werken mogelijk te maken. Het netwerk installeert mogelijkheden om dialoog tussen de verschillende stakeholders (partnerorganisaties, praktijkwerkers, gezinnen, wijkvertegenwoordigers, …) te realiseren.
Voldoende en gerichte inzet van financiële middelen
Het netwerk beschikt over voldoende financiële middelen om tegemoet te komen aan lokale noden. Het denkt na op welke manier de beschikbare middelen binnen gezamenlijke activiteiten worden ingezet om als netwerk kwaliteitsvol te kunnen functioneren.
Monitoring en evaluatie
Het netwerk vertrekt vanuit een degelijke en brede omgevingsanalyse en zet in op periodieke monitoring en evaluatie van bereik en kwaliteit van dienstverlening en projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve informatie en onderzoek
‘Monitoring’ en ‘evaluatie’ worden vaak in één adem genoemd. Toch verwijzen ze naar verschillende activiteiten.
- Monitoren is dingen in de gaten houden, observeren, meten, kritisch volgen, er data over verzamelen enzovoort. Je doet het voortdurend: je documenteert, beheert en volgt je middelen, je acties, je resultaten, je vooruitgang. Zo kun je nagaan of je nog op koers zit om je doelen te bereiken. Tegelijkertijd creëer je een ‘geheugen’ of een archief over je werking.Monitoren is vooral beschrijvend.
- Bij evalueren staan analyse en reflectie voorop. Een evaluatie is een momentopname waarbij je de monitoring-informatie onder de loep neemt. Je interpreteert en beoordeelt je (tussentijdse) resultaten: wat heb je bereikt en hoe heb je dat bereikt. Zo krijg je zicht op je impact op middellange en lange termijn. Zo leer je ook wat werkt en waarom dat werkt. Monitoring en evaluatie helpen je als organisatie om de kwaliteit van je dienstverlening te bewaken en te versterken. Ze geven je informatie om de juiste beslissingen te nemen, om je middelen doeltreffender in te zetten en om verslag uit te brengen aan financiers.
In het voorgestelde stappenplan voor zelfevaluatie zijn monitoring en evaluatie twee belangrijke fasen in een cyclus die je steeds opnieuw doorloopt als je impactgericht wilt werken.