- Je werkt vanuit de relatie. Het opbouwen van een betekenisvolle relatie is essentieel om zorg passend en effectief te maken. Door tijd en aandacht te geven aan de ander, ontstaat er vertrouwen, en leer jede ander écht kennen. Wat staat er op het spel voor de ander?
- Je kijkt zo open en onbevangen mogelijk naar de ander. Je probeert zonder aannames of vooroordelen de ander te begrijpen. Diagnoses, snelle interpretaties, je opleidingen of modellen worden opzijgezet om op een ontdekkingsreis te gaan naar de ander. Wie is deze mens?
- Je stemt af op de ander. Je luistert en kijkt eerst naar wat voor de ander belangrijk is, voordat je ingrijpt. Dit vraagt om geduld en afstemming, zodat je zorg kunt bieden die werkelijk betekenisvol is. Wat speelt hier voor de ander? Wat vindt de ander belangrijk?
- Je past je tempo aan. Je werkt niet op basis van snelheid of routine, maar afstemmen op het tempo van de ander is cruciaal voor effectieve zorg. Misschien betekent dat dat je je eigen gewoonten of die van je organisatie moet doorbreken. Wat zou er anders kunnen waardoor deze persoon zich beter geholpen, gehoord of gezien voelt?
- Je gaat buiten je eigen vakgebied wanneer nodig. Presentie vraagt om flexibiliteit en bereidheid om buiten de grenzen van je vakgebied te kijken en waar nodig aanvullende hulp te bieden of te zoeken. Dit betekent geenszins dat je zelf alles moet doen. Hoe geef ik ruimte en aandacht aan wat er speelt en hoe krijgt deze persoon de gepaste hulp?
- Je blijft betrokken, zelfs wanneer het moeilijk wordt. Het is belangrijk om niet weg te trekken bij de ander, zelfs niet als ze moeilijk doen, domme dingen doen of hervallen. Aanwezig blijven is vaak juist wat hen het meeste helpt. Wat zijn de redenen dat dat de ander doet wat hij doet?
- Je verlaat de ander niet. Juist kwetsbare mensen hebben er alle belang mee dat er iemand is die er voor ze is, naar hen luistert, hun probleem kent en ondersteuning biedt, hoe moeilijk of lastig dat ook is.
Conclusie
Presentie draait om een diepgaande toewijding aan de ander, waarbij de zorgverlener niet alleen de technische aspecten van zorg uitvoert, maar zich volledig richt op het welzijn van de persoon als geheel. Het is een benadering die niet alleen resultaten oplevert voor zorgvragers en zorgverleners, maar ook bijdraagt aan de effectiviteit en de menselijkheid van zorgorganisaties.
Bron: www.presentie.nl
Methodische kenmerken
- Beweging, plaats en tijd. Werken vanuit de presentiebenadering betekent werken in het leefmilieu van de ander (doelgroep). De werker gaat naar de ander toe en volgt het tempo van de ander. De relatie staat centraal en het gaat vaak over langdurig contact.
- Ruimte en begrenzing. De betrokkenen kunnen met alle vragen bij de werker terecht, die domeinoverschrijdend werkt en onvoorwaardelijk aanwezig is. Het werk verloopt heel organisch, men werkt met wat zich voordoet.
- Aansluiting. De werker sluit nauw aan bij de leefwereld en de levensloop van de betrokkenen. Men vertrekt niet vanuit het idee van het oplossen van problemen. Het gaat eerder over het vinden van een bevredigende houding tegenover het leven. Vertrouwen bouwt men op doorheen het samen beleven van dagdagelijkse dingen, daarin ontstaat dan de ruimte om ernstigere zaken aan bod te laten komen.
- Afstemming en openheid. De presentiebenadering werkt niet met vooraf vastgelegde doelen. Men spreekt wel van doelrichting. Er is een open agenda die door de betrokkene ingevuld kan worden. De werker heeft een open houding. Sturing gebeurt door reflectie met de betrokkene en niet vanuit een vooraf vastgelegd methodisch kader. De werker is persoonlijk betrokken in de relatie.
- Betekenis. Deze manier van werken sluit vaak heel erg goed aan, zij het niet exclusief, bij personen en groepen aan de rand van de maatschappij. De werker laat zich leiden door de leefomgeving van de betrokkene maar is ook gepositioneerd binnen de reguliere zorg zodat hij een brugfunctie kan vervullen.
Consequenties voor de professional
Een belangrijke term binnen de presentietheorie is finalisatie: men zou zich steeds de vraag moeten stellen, ‘wat is eigenlijk de kern van het werk dat ik doe?’ Dit is een basis voor je handelen.
De theorie betekent niet dat een professional zijn basiskennis overboord moet gooien, maar dat die kennis ingezet wordt vanuit de relatie met de ander, vanuit het perspectief van de ander en de vragen ‘wat kan ik voor de ander doen? en wie kan ik voor de ander zijn? De presentiebenadering (de praktijk) was er eerst, op basis daarvan is de theorie geformuleerd. Het gaat eerder om een basishouding die een specifiek mensbeeld impliceert.
De presentietheorie schrijft geen kant-en-klare werkwijze voor, maar verwacht dat de professional doordrongen is van een aantal werkingsprincipes: zorg zien als meer dan een protocol of losse handelingen, een open agenda hebben en oog hebben voor en luisteren naar wat zich niet zomaar aandient of toont. Dit vraagt een voortdurende aandacht en onderzoeken van het eigen professioneel handelen. Bijvoorbeeld via teamintervisie, supervisie of Case Based Learning, een methode voor casuïstiekbespreking.
De definitie door Baart opgesteld, vermeldt een aantal (professionele) kwaliteiten die je voor presentie nodig hebt: gevoel voor subtiliteit (het komt aan op details en kleine dingen), vakmanschap (presentie komt dus niet in de plaats van je vak), praktische wijsheid (die maakt dat je in concrete situaties verstandige beslissingen kunt nemen) en liefdevolle trouw (het gaat om dat wat de ander deugd zal doen).