Verontrusting

Achtergrondinformatie en documentatie

Ga snel naar...

Algemeen /terminologie

De term “burgers” wordt doorheen het rapport beschouwd als “personen die op een niet professionele manier in contact komen met een zorgsituatie”. 

De term “Kinderen en jongeren waarvoor er hulp werd verleend in het jaar”, omvatten alle gestarte dossiers in het jaar, alle gestopte dossiers in het jaar en alle dossiers die het gans jaar doorlopen (= gestart in een vorig jaar en gestopt in het volgend jaar). 

De term “Kinderen en jongeren die in de loop van het jaar een maatregel gehad hebben”, omvatten alle gestarte maatregelen in het jaar, alle gestopte maatregelen in het jaar en alle maatregelen die het gans jaar doorlopen (= gestart in een vorig jaar en gestopt in het volgend jaar). 

De gegevens gaan normaal over de kinderen en jongeren met een leeftijd onder de 25 jaar. Bij 1712 en de CAW’s zijn, omwille van beperkingen in de registratie, er uitzonderlijk ook kinderen en jongeren meegenomen die ouder zijn dan 24 jaar. Men is aan het onderzoeken hoe de registratietoepassingen van de betrokken instanties in de toekomst hier ook een leeftijdsafbakening van 18 tot 24 jaar kunnen weergeven.  

In de dashboards “cijfers op maat”, worden de cijfers ook op provincieniveau vergeleken. Het betreft hier steeds de domicilieprovincie van de kinderen en jongeren (uitzondering: de gegevens van Consulto en gegevens van de jeugdparketten (hier regio van de dienst (Consulto) en van het gerechtsgebied (jeugdparketten))). 

Toelichting bij de cijfers van 1712

Bij de gegevens van 1712 is elkeen van 18 jaar en ouder mee opgenomen in de gezamenlijke groep “Meerderjarigen”. De registratietoepassing laat een uitsplitsing van deze leeftijdsgroep niet toe. Algemeen hebben de gegevens van 1712 ook een andere leeftijdsindeling dan de andere instanties. 

 
Enkele (gewelds)thema's waarop wordt geregistreerd, werden bij de problematieken samengenomen in functie van overzichtelijkheid. Zo werden de thema's “Partnergeweld”, “Intrafamiliaal geweld tussen volwassenen”, “Extrafamiliaal geweld tussen volwassenen” en “Geweld tegen volwassenen” gegroepeerd onder de noemer “Geweld tussen/tegen volwassenen”. De thema’s "Ouderenmis(be)handeling" en "Oudermishandeling (ouders)" werden samengenomen onder de noemer "Ouderenmisbehandeling/Oudermishandeling". Tenslotte werden de thema’s "Stalking", "Institutioneel Misbruik", "Verwerkingsproblematiek", "Ritueel en eergerelateerd geweld", "Homo- en transfoob geweld", "Andere geweldsproblematiek" en "Andere problematiek (geen geweld)" gebundeld in een restgroep "Andere problematiek". 

 
1712 heeft ook een chatfunctie. Voor 2019-2021 is de provincie bij de chatfunctie niet beschikbaar. De cijfers werden samen bij de provincie Vlaams-Brabant en Brussel gevoegd voor die periode. Vanaf 2022 (met de nieuwe registratietoepassing) kan bij de chatfunctie de provincie wel geregistreerd worden, maar blijft vaak niet ingevuld (wat eigen is aan de chatfunctie). Omdat de cijfers op provincieniveau voor de periode 2019-2021 te zeer vertekend zijn door de chatfunctie, tonen we bij de cijfers op maat, voor 1712, de uitsplitsing naar provincie pas vanaf het jaar 2022. 

Toelichting bij de cijfers van de zorgmeldingen bij Kind & Gezin

Onder zorgmeldingen verstaan we – bondig gezegd – contactnames van burgers en professionelen, die Kind en Gezin laten weten dat ze zich ongerust maken over een kind in zijn gezinssituatie. Vaak hebben deze personen bepaalde verwachtingen ten aanzien van de dienstverlening. De zorgmeldingen bereiken Kind en Gezin doorgaans via de Kind & Gezin-Lijn en in mindere mate via de lokale teams.  

We spreken over zorgmeldingen omdat we hiermee uitdrukken dat de persoon die ons contacteert ongerust is over het kind. We spreken niet over meldingen omdat deze term gebruikt wordt voor gemandateerde voorzieningen en parket bv. en gelinkt is aan verontrusting (zoals bedoeld in decreet integrale jeugdhulp). Belangrijk om te weten is dat Kind en Gezin zich niet profileren als meldpunt of hulplijn.   

Kind en Gezin behandelt de zorgmeldingen volgens een afsprakenkader dat is opgenomen in het stappenplan “omgaan met verontrusting”.   

In 2022 waren er 928 zorgmeldingen. Voor 926 van die meldingen konden we afleiden dat burgers of professionelen de melding gedaan hadden. Voor 2 meldingen konden we niet achterhalen wie de melding gedaan had. Deze twee meldingen zijn dan ook niet meegenomen in de cijfers voor 2022. 

Toelichting bij de cijfers van VK en NPIE

De vertrouwenscentra kindermishandeling bieden advies, ondersteuning en hulp bij (vermoedens van) kindermishandeling, seksueel misbruik en/of verwaarlozing. De vertrouwenscentra helpen gezinnen en hulpverleners om de mishandeling bespreekbaar te maken en passende hulpverlening te zoeken. Hierbij staat de veiligheid en het welzijn van het kind of de jongere steeds centraal. 

Zij zijn erkend als één van de gemandateerde voorzieningen binnen de integrale jeugdhulp.  

Nupraatikerover.be is een chatbox voor minderjarigen die vragen hebben over of slachtoffer zijn van mishandeling, verwaarlozing of seksueel geweld. De chatbox is een gezamenlijk initiatief van de vertrouwenscentra kindermishandeling.  

Meer informatie over de vertrouwenscentra kindermishandeling, alsook hun jaarverslag kan je terugvinden op VK (vertrouwenscentrum-kindermishandeling.be)

Meer informatie over Nupraatikerover.be kan je terugvinden op Nupraatikerover

Chat seksueel geweld, mishandeling, verwaarlozing. Anoniem en gratis. 

In de casussen waarvoor het VK wordt gecontacteerd, gaat het steeds om een vermoeden van kindermishandeling. Vaak gaat het om niet “één type van kindermishandeling” maar om een verwevenheid van vormen die de melder doorgeeft. De hulpverlener neemt akte van de volledige situatie om hiermee aan de slag te gaan. In de geleverde cijfers wordt evenwel enkel het belangrijkste gemelde probleem geteld, dus beperkt tot 1 belangrijkste probleem per gemeld kind. 

De Vertrouwenscentra Kindermishandeling (VK) (= exclusief aanvragen naar onderzoeken maatschappelijke noodzaak), de VK Mano (= enkel aanvragen naar onderzoeken maatschappelijke noodzaak). NPIE staat voor “NuPraatIkErover.be”. 

Eerst vermelde groep, nl. de VK exclusief de onderzoeken maatschappelijke noodzaak, werden op hun beurt onderverdeeld in meldingen door burgers tov professionelen, zo ook telkens het aantal kinderen die hierbij betrokken waren.  

Bij de cijfers op maat kunnen we geen vergelijking op regio aanbieden voor NPIE. Meestal is de betrokken persoon bij de NPIE-melding de contactnemer zelf. In de nieuwe registratietoepassing (dus bij alle meldingen vanaf 5 juli 2021) kan in dat geval de provincie niet worden ingevuld (hiervoor is geen invulveld voorzien in de nieuwe toepassing). Deze werden ondergebracht bij de groep “Onbekend”. Enkel wanneer de contactnemer het heeft over een andere persoon, waarover de melding gaat, kunnen domiciliegegevens wel worden ingevuld. 

In dit rapport worden voor NPIE en VK de leeftijd van de betrokken kinderen en jongeren beperkt tot en met 24 jaar. Wanneer het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling (VECK) totalen publiceert, kunnen die cijfers iets hoger liggen door het aantal jongeren van 25 jaar en meer. 

Toelichting bij de cijfers van CLBch@t

CLBch@t is een net overstijgend initiatief van de CLB (centra/centrum leerlingbegeleiding)-sector waar leerlingen en ouders terecht kunnen bij een CLB-chatmedewerker met alle vragen over studeren, studiekeuze, goed voelen of gezondheid. Jaarverslagen: https://www.clbchat.be/jaarverslagen 

 

De registratie van de leeftijden in het CLBch@t registratiesysteem bracht met zich mee dat we enkele geregistreerde leeftijden hebben moeten toewijzen aan de intersectoraal afgesproken leeftijdscategorieën. De leeftijdscategorie “-6” hebben we ondergebracht onder de “3-5-jarigen”. De leeftijdscategorieën “-8” en “-10” zijn ondergebracht onder de leeftijd “onbekend” en de categorie “21 +” onder “21-24 jaar”.  

Als tijdsdimensie rekenen we niet in kalenderjaren maar schooljaren. Hier hebben we dus enkel cijfers over de chatsessies in een schooljaar.  

Toelichting bij de cijfers van de CAW’s

In de cijfers van de CAW’s (centrum algemeen welzijnswerk) zijn de gegevens van de kinderen en jongeren opgenomen waarvoor een hulpverlenend contact plaatsvond op basis van de geregistreerde thema’s (kindermishandeling, eer gerelateerd geweld, gedwongen huwelijk, gedwongen prostitutie en genitale verminking). Voor deze thematische rapportage werden alle cijfers per CAW sectoraal samengevoegd. Meer informatie over deze thematiek(en) en het hulpverleningsaanbod kan je terugvinden op de website www.caw.be . Van daaruit kan je doorklikken naar de jaarverslagen van de lokale CAW’s. 

De cijfers gaan over kinderen en jongeren waarbij een hulpverlenend contact plaatsvond,  meer bepaald personen die deel uitmaken van het cliëntsysteem van het CAW. 

Opgelet deze cijfers impliceren bijgevolg een onderschatting van het aantal kinderen en jongeren in verontrustende situaties, dat door de CAW’s in kaart gebracht kunnen worden. Door het CAW werd een verhouding gemaakt op basis van de gegevens waar de leeftijd wel gekend is (cijfers van 2019 tot en met 2022) en deze verhouding werd geprojecteerd op de cijfers waarvan de leeftijd “onbekend” is, waardoor ongeveer 28% met de onbekende leeftijd een onderdeel is van de doelgroep (-25 jaar). 

Het is voorlopig niet mogelijk om een opsplitsing van de gegevens te maken tussen “contactnames via burgers” en “contactnames via professionelen”. Voor dit rapport is geopteerd om de cijfers onder ‘contactnames via burgers” te plaatsen. 

Bij de leeftijdsregistratie zijn de leeftijdscategorieën ruimer opgedeeld, namelijk in volgende vier categorieën: 0-11, 12-17,18-24 en onbekend. 

Toelichting bij de cijfers van de CLB’s

Voor de CLB’s (centrum leerlingbegeleiding) hebben we geen cijfers van meldingen opgenomen. We geven cijfers van het aantal kinderen en jongeren waarvoor er een begeleidingstraject werd gelopen in het schooljaar. 

Eén kind of jongere kan gedurende een schooljaar één of meerdere begeleidingstrajecten hebben gehad, soms met een verschillende instroomleeftijd. De som van de aantallen bij de verschillende leeftijdscategorieën geeft daarom niet het uniek aantal kinderen en jongeren waarvoor er hulp werd verleend in het schooljaar. De berekende unieke kinderen en jongeren waarvoor in het schooljaar een begeleidingstraject gelopen werd, staan telkens bovenaan de staafdiagrammen.  

Als tijdsdimensie rekenen we niet in jaren maar schooljaren. 

Onder de term “professionelen” die contact nemen met het CLB, vallen ook leraren, leerlingenbegeleiders en zorgcoördinatoren... 

Toelichting bij de cijfers van Consulto en OCJ’s

In het gedeeld omgaan met verontrusting kunnen jeugdhulpaanbieders terecht bij het OCJ voor consult in situatie van verontrusting. Met de inhoudelijke expertise zetten we in op scherp krijgen van de verontrusting in complexe situaties waarin vaak de consultvrager het bos door de bomen niet meer ziet en het vizier ofwel sterk vernauwd is of geëxplodeerd, met verlies aan focus. Met de procesmatige expertise zetten we in op kracht- en netwerkgericht werken in relatie tot de consultvrager, op zo een wijze dat deze ook door de ervaring van de manier waarop hij zij wordt bevraagd ook in een parallel proces de dialoog en gesprek daadwerkelijk opnieuw aangaat met de cliënt en zijn formeel en informeel netwerk. Vanuit deze beide expertises kan sterk worden ingezet op waardering, erkenning van de consultvrager, op het inbrengen van verfrissende perspectieven en op een samen op weg gaan met oog op partnerschap. 

 

De 3 mogelijke categorieën consultvragen zijn een groepering van volgende vragen: 
 
Groepsconsult (op vraag): cijfers van casusbespreking in team/casusbespreking met samenwerkingspartners/ outreachend consult 

Individueel consult: telefonisch consult/ individueel consult 1 op 1/ informatie en advies/andere /bespreking concrete situatie  
Consult 1G1P 

Er wordt steeds meer dan voorheen ingezet op samenwerkingspartners waaronder ook meer structurele inzet binnen 1G1P (1 Gezin, 1 Plan: Voorzieningen in de jeugdhulp, voorzieningen voor personen met een handicap, centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, centra voor geestelijke gezondheidszorg, centra voor algemeen welzijnswerk, centra voor leerlingenbegeleiding en lokale besturen werken samen aan een afgestemde rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. De focus ligt daarbij op het snel in gang zetten van de nodige ondersteuning, afgestemd in een zeer operationeel samenwerkingsverband dat gebiedsdekkend werkt voor Vlaanderen en Brussel. 

Elk samenwerkingsverband bouwt een teamwerking uit, samengesteld uit vaak ervaren medewerkers van de participerende organisaties. Deze nieuwe teams vullen de ontbrekende schakel in tussen basisvoorzieningen en het regionale aanbod voor rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Zij garanderen allen een eerste interventie binnen de maand en een integrale aanpak: alle levensdomeinen van het kind, de jongere, het gezin worden bevraagd en desgewenst meegenomen in de begeleiding. 

Elke actor die betrokken is op het kind, de jongere en het gezin, staat mee in voor de continuïteit van de jeugdhulp en vertrekt van het principe ‘1 gezin = 1 plan’. Dat plan wordt opgebouwd vanuit de vragen, krachten en het netwerk van het gezin, het kind of de jongere.) 

 

Het ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ) onderzoekt of het in verontrustende situaties noodzakelijk is om van overheidswege hulp op te starten of verder te zetten (maatschappelijke noodzaak). Er is sprake van een verontrustende situatie als de ontwikkelingskansen van de minderjarige bedreigd zijn en/of indien de (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van de minderjarige aangetast is.  

Bij de OCJ’s bekijken we de unieke aanmeldingen (= opgestarte dossiers in een jaar waarvoor er een aanmeldingsformulier is aangemaakt) per jaar. Eén aanmelding (dossier) kan via 1 of meerdere aanmelders starten. Als we de soort aanmelder in beeld brengen, hanteren we daarom als teleenheid ook het “aantal aanmelders”. Eén kind of jongere kan gedurende het begeleidingsjaar verschillende keren aangemeld zijn door 1 of meerdere aanmelders. Bij de teleenheid “aantal unieke kinderen en jongeren” tellen we deze in de totalen voor een jaar slechts één keer mee. 
 

Eén kind of jongere kan gedurende een jaar ook één of meerdere dossiers hebben gehad. Bij de teleenheid “aantal unieke kinderen en jongeren waarvoor er hulp werd verleend in het jaar” tellen we deze in de totalen voor een jaar slechts één keer mee. 

Toelichting bij de cijfers van de Vlaamse jeugdparkettten

De jaarstatistieken van de jeugdparketten beperken zich momenteel tot een beeldvorming van de omvang en de aard van de instroom van jeugdbeschermingszaken op de jeugdparketten. De instroom bestaat uit alle nieuwe jeugdbeschermingszaken die de jeugdparketten hebben ontvangen. De jaarstatistieken zijn volledig gestoeld op de gegevens die geregistreerd worden in het PJGinformaticasysteem van de jeugdparketten. 

De in het rapport opgenomen grafieken hebben betrekking op het aantal unieke minderjarigen betrokken in VOS (verontrustende situatie) -zaken, binnengekomen tussen 1 januari en 31 december van het betrokken jaar.  

Een minderjarige wordt in alle opgenomen grafieken één keer geteld vanaf het moment dat hij/zij tijdens de referentieperiode betrokken was in minstens één nieuw notitienummer dat gecreëerd werd naar aanleiding van een problematische opvoedingssituatie. Hij/zij wordt desgevallend geteld op basis van de leeftijd op het moment van de feiten in het eerste notitienummer dat tijdens de referentieperiode geregistreerd werd. 

Om vergelijkingen met andere sectoren op regioniveau (Cijfers op maat) te maken, worden de gegevens van Halle-Vilvoorde en Leuven samengevoegd tot Vlaams-Brabant. Hiernaast hanteren we de regio’s Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. 

We onderscheiden zeven leeftijdscategorieën: minderjarigen jonger dan 6 jaar, van 6 tot en met 11 jaar, van 12 tot en met 13 jaar, van 14 tot en met 15 jaar, van 16 tot en met 17 jaar, vanaf 18 jaar en een restcategorie “onbekend”. 

 
 
De categorie vanaf 18 jaar bevat de meerderjarigen. In de restcategorie “onbekend” vindt men enerzijds de 'onbekende daders' en anderzijds de minderjarigen waarvan de geboortedatum niet precies gekend is. Eveneens worden de foutieve registraties (negatieve leeftijd) opgenomen in deze restcategorie. 

Meer cijfers en achtergrondinfo:   

Jaarstatistiek van de jeugdparketten - Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie (om-mp.be) 

Toelichting bij de cijfers van de sociale diensten van de jeugdrechtbank

De sociale dienst jeugdrechtbank (SDJ) krijgt opdracht van de jeugdrechter om de situatie van een minderjarige te onderzoeken vooraleer deze beslist welke maatregel hij of zij zal nemen. Het betreft ook hier het onderzoeken van verontrustende situaties en van situaties waarbij de minderjarige een delict heeft gepleegd. Indien er onmiddellijke bescherming van een minderjarige nodig is, kan de jeugdrechter ook meteen ingrijpen (hoogdringende maatregel). 

In dit themarapport ligt de focus op jongeren in een verontrustende situatie (VOS). 

Bij de Sociale Diensten van de Jeugdrechtbank bekijken we de vorderingen per jaar. Eén kind of jongere kan gedurende het begeleidingsjaar verschillende vorderingen hebben gehad. Bij de teleenheid “aantal unieke kinderen en jongeren” tellen we deze slecht één keer mee per jaar. 
 

Eén kind of jongere kan gedurende een jaar ook één of meerdere maatregelen hebben gehad. Bij de teleenheid “aantal unieke kinderen en jongeren die een maatregel in het jaar gehad hebben” tellen we deze in de totalen voor een jaar slechts één keer mee. 

Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Datamanagement
Portret van Meten en Weten
Meten en Weten
Team Datamanagement