Groeipakket

In detail: Oekraïne

Ga snel naar...

Oorlog in Oekraïne

Eind februari was het exact twee jaar geleden dat de oorlog uitbrak in Oekraïne. Die oorlog bracht een grote vluchtelingenstroom op gang binnen Europa, waarbij ongeveer 80.000 Oekraïense vluchtelingen naar België kwamen, waarvan 25.000 minderjarigen. Die vluchtelingen kregen het uitzonderlijke statuut van “tijdelijke bescherming”, waardoor ze vrij snel de toelating of machtiging verkregen om in België te verblijven of er zich te vestigen. Voor Oekraïense vluchtelingen met kinderen in Vlaanderen betekende dat dat ze automatisch recht op het Groeipakket kregen. Gezien het niet-geringe aantal Oekraïense kinderen dat in Vlaanderen werd opgevangen en dat het verblijfsrecht relatief snel werd toegekend, betekende dat dat we binnen het Groeipakket snel moesten schakelen om de nieuw verkregen rechten zo snel mogelijk toe te kennen.

Oekraïense kinderen met een recht op gezinsbijslag

In absolute aantallen spreken we over ongeveer 10.000 Oekraïense kinderen met een recht op gezinsbijslag binnen het Groeipakket. De onderstaande grafiek maakt duidelijk dat er de eerste maanden van de oorlog een gefaseerde instroom was van nieuwe vluchtelingen, maar dat na een zestal maanden het aantal rechtgevende Oekraïense kinderen zich stabiliseerde rond 10.000 per maand.

Het aantal Oekraïense kinderen met een gezinsbijslag blijft nadien vrij stabiel, ook in de meer recente maanden. Sinds de zomer van 2022 is er dus geen verhoogde instroom meer van nieuwe Oekraïense kinderen in het Groeipakket. Tegelijkertijd is er ook nog geen sprake van een afname. In absolute aantallen gaat het om een aanzienlijk aantal kinderen dat instroomde in het Groeipakket, maar relatief gezien vertegenwoordigen die Oekraïense kinderen ‘slechts’ een aandeel van ongeveer 0,62% in de totale populatie aan rechtgevende kinderen (gebaseerd op de aantallen van december 2023).

 

62,5 miljoen euro

Sinds de start van de Oekraïnecrisis kenden we voor 62,5 miljoen euro aan rechten toe aan kinderen van Oekraïense vluchtelingen. Dat bedrag komt overeen met 0,65% van het totale bedrag dat we in dezelfde periode aan alle kinderen met Groeipakket toekenden. Voor het volledige Groeipakket kenden we in die periode immers voor in totaal 9,6 miljard euro aan rechten toe. Het aandeel toegekende rechten ligt dus iets hoger dan het aandeel dat die groep kinderen vertegenwoordigt in de totale populatie van rechtgevende kinderen.

Als we kijken naar de samenstelling van de toegekende rechten, dan is er wel een significant verschil tussen de Oekraïense kinderen en de totale populatie.

 

Aandeel van de toeslagen in het volledig uitbetaalde Groeipakket Oekraïense kinderen tegenover de totale populatie van het Groeipakket

Universele component

In het volledige stelsel van het Groeipakket vertegenwoordigt de universele component (basisbedragen, schoolbonussen, startbedragen) 82% van de 9,6 miljard uitgekeerde toeslagen. Het aandeel van de universele component bij de Oekraïense kinderen is ’slechts’ 70% (van de 62,5 miljoen euro). Bij Oekraïense kinderen weegt de universele component dus minder zwaar door in de gehele som die is uitbetaald tegenover de totale populatie. We kennen verhoudingsgewijs wel veel meer inkomensselectieve toeslagen (sociale toeslag, bijkomende toeslag en schooltoeslag) toe aan Oekraïense kinderen (27,5% tegenover 12,1% voor het volledige Groeipakketstelsel). Dat wijst erop dat een zeer groot aandeel Oekraïense kinderen een sociale toeslag krijgt bovenop het basisbedrag. In april 2024 had 31,1% van alle kinderen met een Groeipakket een sociale toeslag, maar bij de groep van Oekraïense kinderen ligt dat aandeel significant hoger.

 

Aandeel sociale toeslag daalt

In de eerste maanden na aankomst ontving ruim 90% van de Oekraïense kinderen een sociale toeslag. Dat aandeel verminderde nadien stelselmatig. De daling is opvallend omdat we een sociale toeslag in principe voor een volledig toekenningsjaar toekennen. Dat kan erop wijzen dat een belangrijk deel van de sociale toeslagen is toegekend op basis van de elektronische alarmbelprocedure (onder meer via het recht op een leefloon). Bij die procedure valt de toekenningsbasis weg naarmate de tijd vordert. Toch heeft nog altijd 61% van de Oekraïense kinderen recht op een sociale toeslag in april 2024.  Dat is bijna dubbel zoveel als in de totale populatie van rechtgevende kinderen. 

Jonger dan de rest van de rechtgevende kinderen

Naar leeftijdsverdeling is het duidelijk dat de Oekraïense kinderen in het Groeipakket doorgaans jonger zijn dan de rest van de rechtgevende kinderen. Bijna 91,6% van de Oekraïense kinderen in het Groeipakket is jonger dan 18 jaar, tegenover 81,3% in de totale populatie (gebaseerd op de aantallen van december 2023). De oorzaak van dat verschil is waarschijnlijk dat het recht op Groeipakket voor jongeren van 18 jaar of ouder verbonden is met bijkomende voorwaarden. Het Groeipakket is vanaf 18 jaar dan ook voorbehouden voor jongeren die leerling, student, stagiair of schoolverlater (rugzak van 12 maanden) zijn. Voor Oekraïense vluchtelingen van 18 jaar of ouder is het wellicht moeilijker om aan die bijkomende voorwaarden te voldoen.

De leeftijdsverdeling heeft niet direct impact op de toegekende rechten, omdat de Oekraïense vluchtelingen de nieuwe basisbedragen ontvingen (dus zonder leeftijdstoeslagen). De leeftijd van het kind beïnvloedt enkel het bedrag van de schoolbonus en van de schooltoeslag. Daarbij mag niet worden vergeten dat voor het schooljaar 2022-2023 nog een schooltoeslag is toegekend aan 1.867 Oekraïense kinderen (0,9 miljoen euro) en voor schooljaar 2023-2024 aan 3.126 Oekraïense kinderen (1,6 miljoen euro).

Geconcentreerd in de grote Vlaamse steden en centrumsteden

Tot slot zijn de Oekraïense kinderen met een Groeipakket heel sterk geconcentreerd in de grote Vlaamse steden en centrumsteden. Ongeveer drie kwart van alle Vlaamse kinderen met een Groeipakket is gedomicilieerd in een stad en gemeente buiten de 13 Vlaamse centrumsteden. Voor de Oekraïense kinderen gaat het slechts om 56,48%. Bijna de helft van de Oekraïense kinderen met een Groeipakket is dus gedomicilieerd in een Vlaamse centrumstad.

 

Daarbij valt op dat bijna een kwart van de Oekraïense kinderen met een Groeipakket is terug te vinden in de stad Antwerpen en 20% in de andere Vlaamse centrumsteden. In de totale populatie van de Vlaamse kinderen met een Groeipakket is slechts 9% gedomicilieerd in Antwerpen en bijna 17% in de andere Vlaamse centrumsteden. De sterke concentratie van de Oekraïense kinderen met een Groeipakket in de centrumsteden is bijgevolg vooral toe te schrijven aan de situatie in Antwerpen, al kennen ook Mechelen en Gent een relatief sterke vertegenwoordiging Oekraïense kinderen. De concentratie is wellicht te verklaren doordat in die steden nooddorpen werden opgericht voor de opvang van tijdelijke ontheemden uit Oekraïne.

Nog niet gevonden wat je zocht?
Vraag het aan team Beleidsonderbouwing
Diederik Vancoppenolle, wetenschappelijk adviseur Opgroeien

Het team Beleidsonderbouwing bundelt wetenschappelijk onderzoek en datarapportering en -monitoring. 

Team Beleidsonderbouwing