In detail: 4,4 miljard euro
Met de nieuwe beleidscyclus voor de lokale besturen in het vooruitzicht zet Opgroeien een aantal geografische cijfers in de schijnwerpers. Het kan inspiratie bieden bij het vormgeven van een nieuw lokaal sociaal beleid.
In deze analyse vult Opgroeien de Groeipakketgegevens aan met een financieel deel. Zo wordt transparant hoe het budget van het Groeipakket verdeeld is over de verschillende provincies, referentieregio’s en lokale besturen.
In detail: Oekraïne
De oorlog in Oekraïne is momenteel al meer dan twee jaar aan de gang. Die oorlog bracht een grote vluchtelingenstroom op gang binnen Europa, waarbij ongeveer 80.000 Oekraïense vluchtelingen naar België kwamen, waarvan 25.000 minderjarigen. In absolute aantallen spreken we daarbij over ongeveer 10.000 Oekraïense kinderen met een recht op gezinsbijslag binnen het Groeipakket.
In de Groeipakketanalyse gaan we dieper in op de cijfers en lichten we enkele bijzonderheden toe.
In detail: 5 jaar Groeipakket
2024 is een bijzonder jaar voor het Groeipakket. Het bestaat dan vijf jaar en dat is een mijlpaal.
Via het Groeipakket gaat er jaarlijks ongeveer 4,5 miljard euro richting de 915.000 gezinnen en 1,6 miljoen kinderen.
De tegemoetkomingen uit het Groeipakket zijn enerzijds universeel om gedeeltelijk tegemoet te komen in de opvoedingskosten van kinderen en anderzijds selectief om de kinderarmoede te bestrijden.
Achterliggende data dashboards
Hier biedt Opgroeien de achterliggende data van onze dashboards aan via downloadbare Excel-bestanden. De bestandsnamen komen overeen met de betreffende dashboards.
Alle cijfers op lokaal niveau zijn gebundeld in één bestand dat per lokaal bestuur volgende gegevens bevat: basisgegevens over aantallen gezinnen en kinderen met een Groeipakket volgens leeftijdsklasse en gezinsgrootte, sociale toeslag, zorgtoeslag, combi sociale toeslag & zorgtoeslag, schooltoeslag, kleutertoeslag, kinderopvangtoeslag, schoolbonus en startbedragen.
-
Basisbedragen, sociale, zorg- & participatietoeslagen op lokaal niveauDownloadDownload
-
Kinderen met basisbedragenDownloadDownload
-
Kinderen met sociale toeslagDownloadDownload
-
Kinderen met zorgtoeslagen (wezentoeslag, pleegzorgtoeslag, zorgtoeslag specifieke ondersteuningsbehoefte)DownloadDownload
-
Gezinnen met recht op gezinsbijslagenDownloadDownload
-
Kinderen en gezinnen met een ondersteuningstoeslagDownloadDownload
-
Kinderen met participatietoeslagen (schooltoeslag, kinderopvangtoeslag, kleutertoeslag)DownloadDownload
-
Kinderen met een schoolbonusDownloadDownload
-
Startbedragen geboorte en adoptieDownloadDownload
Bron van de gegevens
De cijfers in het themarapport en in de dashboards Groeipakket bevatten de gegevens afkomstig uit de Centrale Groeipakketapplicatie (CGPA). De CGPA is het systeem achter het Groeipakket dat de uitbetalers gebruiken voor de toekenning en de uitbetaling van de toeslagen.
Op basis van de gegevens uit de CGPA is voor Opgroeien een datawarehouse met anonieme gegevens gebouwd voor beleidsanalyse en beleidsrapportering. Dat datawarehouse bevat de data van de vijf uitbetalers samen. Alle rapporten en dashboards worden door Opgroeien opgemaakt op basis van dat datawarehouse. Aangezien het Groeipakket in januari 2019 van start ging, zijn er enkel gegevens vanaf januari 2019 beschikbaar.
Werkwijze bij schetsen van evoluties in rapporten en dashboards
Het datawarehouse past zich continu aan de dossierbewegingen in CGPA aan en er worden ook retroactief zaken toegekend en aangepast. Om evoluties juist te kunnen schetsen hanteren we daarom de volgende werkwijze:
- We rapporteren over de maandbedragen telkens voor de vaste maanden maart, juni, september en december. De maanden verwijzen naar de rechtsperiode. Dat is de maand waarin er recht was op het Groeipakket. We trekken de cijfers over die maanden niet op het einde van de maand, maar 3 maanden later met als referentiedatum de laatste dag van de maand. Voor de evolutie van de jaarcijfers vergelijken we telkens de cijfers van december.
- We bepalen de cijfers over jaarbedragen (zoals de schooltoeslag) elk jaar opnieuw in dezelfde periode.
- We maken een onderscheid tussen voorlopige en definitieve cijfers. Voor de 2 inkomensselectieve toeslagen (sociale toeslag en schooltoeslag) wordt gewerkt met een automatische rechtentoekenning waarbij na toekenning nog zaken gecontroleerd of nagegaan worden. Zo wordt na ontvangst van de inkomensgegevens over een bepaald jaar nagegaan of iedereen die recht had op basis van het gezinsinkomen de toeslagen dat jaar ook daadwerkelijk kreeg. Dat zorgt ervoor dat cijfers pas definitief zijn als die procedure achter de rug is, en dus 2 jaar later. De meest recente cijfers zijn dus altijd voorlopige cijfers. Zodra er definitieve cijfers zijn, laden we die ook op in de dashboards. Om evoluties juist te kunnen schetsen, vermengen we echter de definitieve en voorlopige cijfers niet in figuren/tabellen, maar kan je ze apart bekijken.
- Om in elk dashboard consistente definitieve cijfers over een periode te kunnen rapporteren, geven we in elk dashboard voorlopige en definitieve cijfers.
- We overschrijven de voorlopige en definitieve cijfers nooit voor eerdere maanden.
Toelichting bij het schooltoeslagsysteem
De schooltoeslag is nieuw als onderdeel van het Groeipakket, maar er bestond al een schooltoelagensysteem in het Vlaams onderwijs om gezinnen met een beperkt inkomen extra te ondersteunen bij de schoolkosten. Met de lancering van het Groeipakket is het systeem ingekanteld. Dat ging gepaard met 3 belangrijke inhoudelijke wijzigingen:
- De toekenning van de schooltoeslag gebeurt nu automatisch aan iedereen die er recht op heeft. In de voorgaande schooljaren werd de schooltoelage niet automatisch toegekend: ouders moesten daarvoor eerst een aanvraag indienen.
- Er wordt gewerkt met een nieuw inkomensbegrip, waardoor de inkomensgrenzen gewijzigd en verruimd werden.
- De toeslagbedragen werden verhoogd, vooral de bedragen voor het secundair onderwijs.
Wat quasi ongewijzigd bleef, zijn het systeem waarbij de inkomenstoets op maat van de gezinslasten van het gezin gebeurt en het systeem van diverse soorten toeslagen (uitzonderlijk, volledig, verminderd en minimum).
Concreet worden de gezinslasten per gezin uitgedrukt in een aantal punten en gelden er per puntenaantal specifieke inkomensgrenzen om na te gaan of het kind in aanmerking komt voor de schooltoeslag en om de precieze toeslag te kunnen berekenen. Zowel de minimum- als de maximumgrenzen liggen hoger naargelang het puntenaantal hoger ligt.
- Als het gezinsinkomen zich op of tegen de bovenste inkomensgrens bevindt, ontvangt het gezin de minimale schooltoeslag.
- Als het gezinsinkomen zich tussen de minimum- en maximumgrens bevindt, ontvangt het gezin een verminderde schooltoeslag.
- Als het gezinsinkomen zich onder of op de onderste inkomensgrens bevindt, ontvangt het gezin de volledige schooltoeslag.
- In uitzonderlijke omstandigheden (waarbij het inkomen zeer laag is én voor minimum 70% bestaat uit een leefloon, een inkomensvervangende tegemoetkoming of een vervangingsinkomen), kan je de hogere uitzonderlijke toeslag ontvangen.
Het soort toeslagbedrag (minimale toeslag, verminderde toeslag, maximale toeslag of uitzonderlijke toeslag) is dus wel een aanduiding van de hoogte van het gezinsinkomen. Dat systeem bestaat echter niet in het kleuteronderwijs, waar een vast bedrag wordt toegekend aan alle kinderen met een inkomen onder de maximumgrens.