Nathalie vertelt hoe zij bij Kind en Gezin terechtkwam: “Ik maakte mijn eindwerk bij Kind en Gezin in Gent, met een focus op kansarmoede. Ik ben een paar keer verhuisd van regio. Mijn kennis kwam steeds goed van pas kwam, en nu werk ik in Dilbeek.”
Soetkin is nog niet zo lang aan het werk, maar ze wist toch al snel wat ze wilde. “Tijdens mijn studie deed ik verschillende stages. Die waren best interessant, maar pasten niet helemaal bij me. Toen ik hoorde wat de job van verpleegkundige bij Kind en Gezin inhield, besefte ik dat ik net die combinatie zocht: het medische, het sociale en het psychisch-sociale aspect. Zodra ik voldoende ervaring had om bij Kind en Gezin te kunnen starten en er een vacature was, greep ik mijn kans. Ik kon aan de slag in het team in Oostende. Door de coronamaatregelen ben ik helaas meteen moeten beginnen met consultaties op afstand. Vanaf begin april konden we gelukkig langzaamaan meer fysieke contacten aanbieden in de consultatiebureaus, en begin juli kwamen daar ook meer huisbezoeken bij.”
Teams met verschillende expertises
“We zijn een multi-expertise team. Dat heeft het grote voordeel dat we gezinnen breder kunnen ondersteunen. Naast verpleegkundigen zijn er in elk team nog andere functies zoals sociaal werker, gezinsondersteuner en psychopedagoog, intersectorale medewerker …”, vertelt Soetkin. Nathalie vult aan: “Dat is positief want zo kunnen we gezinnen op maat begeleiden. We kunnen meer doorvragen en luisteren naar wat er echt allemaal speelt. Vroeger stond ik er voor mijn gemeente alleen voor, en dan moest ik prioriteiten stellen.”
“Ik vind het echt een plus dat we met alle aspecten van het hele gezin werken”, zegt Soetkin. “Zowel met de kinderen als de ouders, en niet enkel de medische kant, maar ook de sociale en psychopedagogische kant. Dat zorgt ervoor dat we een brede kennis van ons eigen takenpakket moeten hebben, maar samen met mijn collega’s ook de hele Sociale Kaart (online toepassing van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin die een overzicht biedt van de diensten, organisaties en voorzieningen uit de welzijns- en gezondheidssector in Vlaanderen en Brussel, red.) van onze regio moeten kennen en inzetten. Het is een gevarieerde job waarin je steeds nieuwe dingen bijleert.”
Grenzen stellen
“Wij zijn erg flexibel in onze job, maar dat betekent ook dat je grenzen moet stellen. Mijn werktelefoon gaat ’s avonds uit”, legt Nathalie uit. “We zijn via zoveel kanalen bereikbaar dat het soms moeilijk is om nee te zeggen.” Soetkin antwoordt dat ze tot nu toe maar één telefoon heeft die ze zowel voor het werk als voor privételefoontjes gebruikt. “In het begin wil je het zo goed doen, maar je moet op je energie letten”, raadt Nathalie haar aan. “Altijd bereikbaar zijn is een aandachtspunt, zeker omdat veel Kind en Gezin-medewerkers erg gedreven zijn. We zijn blij als mensen met moeilijke thuissituaties ons weten te vinden. We helpen heel graag, maar daarom is zelfzorg ook zo belangrijk.”
Snelle evoluties
Wat heeft Nathalie in haar job zien veranderen? “Al heel wat eigenlijk. De veranderingen lijken steeds sneller te gaan. Vroeger was er geen intranet, geen of minder werkgroepen, ... Maar ‘zorgen voor mensen’ is nog steeds onze kerntaak.” “En dat is niet altijd meetbaar of registreerbaar”, vult Soetkin aan. “Vaak telt het gevoel waarmee een gezin naar buiten gaat. Dat is niet altijd in cijfers te gieten.”
“De Huizen van het Kind zijn ook een belangrijke evolutie geweest. Daar zitten verschillende diensten bij elkaar, waardoor doorverwijzen veel makkelijker geworden is. Fysieke afstand creëerde vroeger soms een drempel. Nu is het vaak maar twee deuren verder in dezelfde gang, en komen mensen sneller bij de juiste hulpverlening terecht.” Soetkin beaamt dat: “Het Huis van het Kind ligt in Oostende dan ook nog eens vlakbij het Sociaal Huis. Mooi meegenomen dat we daar ook vlot naar kunnen doorverwijzen voor bepaalde problemen.”
Van belletjes naar sensoren
Niet alleen qua organisatie evolueerde Kind en Gezin. Ook de technieken om zicht en gehoor te testen worden steeds geavanceerder. “Vroeger gebeurden oogtesten pas wanneer kindjes naar school gingen, maar eigenlijk was dat laat”, legt Nathalie uit. “Zo hoorde ik ooit over een kindje dat al een jaar lang huilde. Na een oogtest kreeg het een brilletje en het was op slag gedaan met huilen. Dat kind had gewoon hoofdpijn omdat het slecht zag. Als je snel ingrijpt, heeft de behandeling meer kans op succes. Sinds een paar jaar testen we dat dus al op heel jonge leeftijd met een app op onze smartphone.”
De gehoortest heeft ook heel wat veranderingen ondergaan. “25 jaar geleden zat een kind op schoot bij de ouder, en maakte de verpleegkundige achter hun rug links en rechts een geluid met een belletje. Die methode was weinig betrouwbaar maar er was geen alternatief. Nu testen we een baby al voordat die een maand oud is met behulp van een oorkapje en elektroden, die vastgemaakt worden aan het hoofdje. Zo zien we heel duidelijk of de signalen in de hersenen goed doorgegeven worden, en kunnen we ook meteen doorverwijzen naar een oorarts als dat nodig is.”
Wat willen beide medewerkers nog bereiken in de toekomst? Nathalie hoopt dat het werken in een multi-expertise team nog wat verder in de plooi zal vallen. “Het is nu extra belangrijk om goed te overleggen, zodat iedereen weet wat de collega’s gedaan hebben bij een gezin. Samenwerking in een team is meer dan ooit cruciaal.” Soetkin kijkt ernaar uit om echt een vast aanspreekpunt te zijn voor haar gezinnen: “Ik wil toegankelijk zijn, zodat mensen met hun problemen naar ons durven te komen.”
Dit interview verscheen eerder op de site van Weliswaar, het magazine van de Vlaamse overheid voor het welzijnswerk en de gezondheidssector.