Groeipakket maakt het verschil
Het Groeipakket vertrekt van het recht van élk kind dat in Vlaanderen woont. Eind 2023 zijn dat 45.000 kinderen meer dan bij de start van het Groeipakket in 2019. Daarvan ontvangt 25% van de kinderen de nieuwe bedragen (392.922 kinderen). Voor 75% geldt er een overgangsmaatregel.
Jaarlijks voorziet de Vlaamse Regering voor het Groeipakket een budget van 4,6 miljard euro. Op 5 jaar tijd liggen de toegekende rechten via het Groeipakket ruim 19% hoger dan in 2019.
Bij de berekening van het Groeipakket speelt het gezinsinkomen een centrale rol. Er is een gelijk basisbedrag voor elk kind maar voor gezinnen waar de nood groter is, komt er meer ondersteuning. Iets minder dan 80% van het totale budget wordt verdeeld onder alle kinderen. Ruim 20% is op maat van het kind:
- 14% van het totale budget ging in 2023 enkel naar gezinnen met een beperkt inkomen via de sociale toeslag, schooltoeslag.
- de zorgtoeslag voor een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte
- de kinderopvangtoeslag, bij opvang met vrije prijs
- de kleutertoeslag, voor 3- en 4-jarigen die voldoende aanwezig zijn op school
Elk kind krijgt automatisch waar het recht op heeft
Het Groeipakket wordt zoveel mogelijk automatisch toegekend. Aan de basis van die automatisering ligt een grondig uitgebouwd gegevensnetwerk van elektronische informatiestromen over gezinnen. Voor 2023 werden zo met Digitaal Vlaanderen meer dan 100 miljoen berichten uitgewisseld vanuit meer dan 50 verschillende databronnen. Door nauwe samenwerking tussen Opgroeien, het agentschap Uitbetaling Groeipakket en de 5 uitbetalers belandt het juiste bedrag bij elk gezin.
Extra ondersteuning via de zorgtoeslag
De toeslagen uit het Groeipakket worden toegekend zonder dat een gezin die moeten aanvragen, met uitzondering van de zorgtoeslag. Hier is wel een aanvraag nodig om een evaluatie van de ondersteuningsnood te kunnen opstarten.
Opgroeien verwerkt alle aanvragen zorgtoeslag binnen de 2 maanden nadat ouders alle info bezorgden. Het heeft veel tijd en moeite gekost om daar te staan, met in de jaren ervoor verwerkingstijden die opliepen tot meer dan een jaar. Maandelijks starten 2800 à 3000 gezinnen een aanvraag op. Ze hebben 4 maanden de tijd om alle documenten te bezorgen aan Opgroeien. Er zijn dus op elk moment zo’n 12.000 dossiers in behandeling.
Integratie schooltoeslag
De automatische rechtentoekenning is heel zichtbaar. Het aantal leerlingen met een schooltoeslag bedroeg 28% toen ouders het zelf moesten aanvragen. Voor 2023 zal dat meer dan 40% zijn of meer dan 486.244 leerlingen. Dat zijn 150.000 kinderen meer ten opzichte van vroegere systeem van schooltoelage.
De eerste integratie van de schooltoeslag (2019-2020) binnen het Groeipakket zorgde voor een verdubbeling van het budget, nl. van 92,1 miljoen naar 196,2 miljoen euro. Ook het gemiddeld toegekende bedrag per leerling is significant verhoogd van 274,99 naar 403,57 euro door het verhogen van de toeslagbedragen, vooral bij leerlingen secundair onderwijs.
De schooltoeslag wordt ook alsmaar sneller uitbetaald. In schooljaar 2023-2024 ontving 65% van de rechthebbende kinderen de schooltoeslag al vóór de start van het schooljaar. Bij nog eens 28% van de kinderen stond het bedrag een maand later op de rekening.
Wie meer nodig heeft krijgt meer: sociale toeslag
Binnen het Groeipakket worden sociale toeslagen enkel op basis van het inkomen toegekend, terwijl men in het oude systeem bijkomend aan bepaalde statuten (werkloos, ziekte, 1-oudergezin, …) moest voldoen. Het aantal kinderen met recht op sociale toeslag werd zo van de ene op de andere dag bijna verdubbeld. Meer dan 175.000 kinderen extra uit een gezin met beperkt inkomen kregen dankzij het Groeipakket een sociale toeslag, waar ze die voorheen niet kregen. In 2023 werden nog volgende wijzigingen doorgevoerd:
- Verhoging laagste inkomensgrens met 5% van 32.882,77 euro naar 34.526,91 euro (+ 50.000 kinderen)
- Invoering van een bijkomende inkomensgrens (42.380,06 euro)
- voor gezinnen met 1 of 2 kinderen (+20.000 kinderen)
- voor grote gezinnen (+75.000 kinderen)
Intussen ontvangt 30% van de kinderen een sociale toeslag, dat zijn er minstens 320.000 meer dan in het vroegere systeem van kinderbijslag.
We zien dat het armoederisico voor kinderen sinds 2019 zakt. Onderzoek toont aan dat het gezinsinkomen daarbij heel bepalend is. Net doordat het Groeipakket een betrouwbaar onderdeel van het gezinsinkomen is, heeft het een belangrijke impact op de kinderarmoede.
Over 5 jaar Groeipakket verschenen ook interviews via Vlaanderen Intern en Binnenkijken bij Opgroeien.