Voor de organisaties:
De keuze voor een rechtstreeks toegankelijk, hybride aanbod waarin de werkvormen van de partners flexibel én op maat van de gezinnen ingezet worden. We spreken over het realiseren van een vloeiend continuüm tussen het preventief, mobiel, ambulant en residentieel aanbod met als doel de complexe realiteit van gezinnen met jonge kinderen adequater aan te pakken en de ontwikkelingskansen van kinderen en hun gezin maximaal te realiseren binnen het duurzaam en haalbaar ouderschap, in welke vorm dan ook.
Voor de gezinnen:
Jonge kinderen (-9 maand tot 5 jaar) en ouder(s) met de vragen: ‘wat betekent het om kind te zijn van deze ouder?’ en ‘Wat betekent het om ouder(s) te zijn van dit kind?.
Gezinnen, waarbij twee of meer domeinen (kind, ouder of omgeving) onder druk staan of reeds hebben geleid tot een breuk omwille van de ernstige verontrusting over de het Welzijn van de gezinsleden en in het bijzonder dat van het jonge kind.
Bijzondere kenmerken :
Integrale comprehensieve gecoördineerde aanpak met veel ruimte voor creativiteit en flexibiliteit.
We pleiten voor een gefaseerde aanpak en streven naar een kwaliteitslabel. Indiceren van haalbaar ouderschap is een opdracht waarmee we ingrijpen in de bestaansredenen van een gezin en bijgevolg kan hier niet licht worden over gegaan.
Veiligheid
1. observatie en indicatie: handelingsgerichte gezinsdiagnostiek: curatief preventief - intensieve ouder-kind begeleiding: IMH = brug mentaal en emotioneel welzijn van kind én ouder – netwerkscreening Family Finding
Mentaliseren
2. trainen en installeren: in overleg en in samenspraak met het gezin te evalueren binnen welke werkvorm (residentieel-mobiel-ambulant) dit proces kan gelopen worden binnen het partnerschap. Naast het dagelijkse leven binnen de leefgroep zetten we in op deelname aan de groepstrainingen en –indien nodig- de verdiepende individuele sessie IMH, DGT, PMC, traumatherapie en psychomotorische therapie voor de kinderen. Er wordt maximaal ingezet op het netwerk en veiligheidsplanning.
Belang van snelle en flexibele inzet: rechtstreeks toegankelijk aanbod residentieel.
Belang van partnerschap: schakelen in functie van het traject, voortbouwend op indicatie van partner. We streven naar een interdisciplinair, intersectoraal instroombeleid over de diverse werkvormen heen en nemen de wetenschappelijke inzichten, verworven uit de zorgtafels binnen zorggarantie, mee.
De methodiek van de leefgroep - aanklampend in nabijheid volgens de Nieuwe Autoriteit – Geweldloos verzet
In zijn pleidooi voor ‘nabijheid’ wordt de keuze van het CIG om bij ernstige verontrusting te blijven kiezen voor een doorgedreven leefgroep werking bekrachtigd. Binnen de mogelijkheid die de leefgroep biedt om in het dagdagelijkse leven steeds opnieuw te observeren indiceren, trainen, corrigeren én indien nodig/gewenst over te nemen kan een gementaliseerd haalbaar ouderschap worden geïnstalleerd en de ontwikkelingskansen van het jonge kind worden geoptimaliseerd.
Center pregnancy – center parenting: het belang van Peer-to-peer en peer support. Niettegenstaande de complexiteit van het werken met leefgroepen van gezinnen die disfunctioneren, overweegt het positief effect van het principe van Center Parenting op de complexe dynamiek binnen de leefgroepen, zowel binnen het dagdagelijks leven als binnen de wekelijkse groepstrainingen.
In samenwerking met de regionale partners Agentschap Opgroeien in hun engagement organisatie overschrijdend om flexibel en snel te schakelen op het zorgcontinuüm voor het jonge kind.
In samenwerking met de diensten GGZ en psychiatrie
In samenwerking met de perinatale netwerken en ziekenhuizen in het kader van de perinatale mentale zorgpaden.
Duidelijke keuzes als organisatie voor visie kwaliteit, verdieping en expertise.
Bereidheid van de organisatie tot het investeren in financiën en tijd in expertise verwerven en delen.
Het creëren van een draagvlak binnen de organisatie voor én een handelingsbereidheid in de visies en methodieken in dewelke de organisatie investeert, onder andere via opleiding.
Durf zich te positioneren binnen de hulpverlening direct of indirect (via de volwassenhulpverlening) op het jonge kind.
Het betrekken van de maatschappij en de maatschappelijke tendensen in het geloof van de organisatie in het cruciale belang van de Eerste 1000 dagen.
Het CIG ziet in deze een belangrijke uitdaging voor zichzelf en de partners om een duurzame veilig haven te installeren voor enerzijds de jonge kinderen die niet in het gezin kunnen verblijven als anderzijds voor de gezinnen die een duurzame vorm van woonzorg nodig hebben.
Het verhaal van de ouder-kind relatie als cliënt is het verhaal van de hulpverlening, terwijl de ouders meestal de port of entree buiten zichzelf leggen; vooral vragen van pedagogische en maatschappelijke aard zijn aan de orde op kennismakingsgesprekken; vaak hopen zij in deze ook de oplossingen te vinden voor hun problemen. Gezien de zeer jonge leeftijd van de kinderen en het feit dat zij nog niet voor zichzelf kunnen spreken, vraagt het verder onderzoek naar hoe we beide perspectieven (ouder én kind) in balans kunnen brengen zonder de ontwikkelingskansen van het jonge kind, het algemeen welzijn van de ouders én hun motivatie aan de slag te gaan onder te hoge druk te plaatsen.
De uitdaging van een intersectorale en trans disciplinaire toeleiding en het traject vanuit 1 instroombeleid.