Onderzoeksrapport

MeMoQ éénmeting: pedagogische kwaliteit Vlaamse kinderopvang

Wat is het?

MeMoQ meet en monitort de pedagogische kwaliteit (Q) van kinderopvang van baby's en peuters, omdat kwaliteitsvolle opvang cruciaal is voor de ontwikkeling van elk kind.

Waarom dit onderzoek?

In opdracht van het agentschap Opgroeien voerden onderzoekers van de Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek van de UGent en het Centrum Ervaringsgericht Onderwijs en onderzoekseenheid Gezins- en orthopedagogiek van de KU Leuven een nieuwe meting uit van de pedagogische kwaliteit in de Vlaamse opvang voor baby’s en peuters. De meting werkt voort op de kaders en instrumenten die in 2013-2016 in het MeMoQ project (Meten en monitoren van kwaliteit) werden ontwikkeld en waarbij ook een nulmeting werd gedaan. 

Dankzij dit onderzoek kunnen we de evolutie van de pedagogische kwaliteit opvolgen en blijven we zicht houden op de factoren die er van invloed op zijn.

Lees het persbericht.

Hoe verliep het onderzoek?

Tussen april en november 2023 werd de pedagogische kwaliteit in 304 leefgroepen bestudeerd aan de hand van diverse instrumenten en vragenlijsten. De steekproef bevatte een mix van gezinsopvang (103 locaties) en groepsopvang (201 locaties), grote en kleine organisaties, verspreid over heel Vlaanderen en Brussel.  

De onderzoekers keken naar: 

  • welbevinden en betrokkenheid van kinderen, 
  • de manier waarop begeleiders de kinderen emotioneel en educatief ondersteunen,  
  • de omgeving: de indeling, inrichting en verscheidenheid van de speelruimte(s), de kwaliteit van de extra materialen en activiteiten, de diversiteit en  de dag-organisatie. 

Daarnaast verzamelden de onderzoekers ook gegevens over 

  • de ouders: wat vinden zij belangrijk en waar zijn ze tevreden over? 
  • de locatie: welke contextfactoren, zoals bijvoorbeeld pedagogische ondersteuning, ratio en samenstelling van het team, bevorderen de pedagogische kwaliteit? 

Voor het eerst was er ook oog voor de mate waarin begeleiders het groepsgevoel bij kinderen bevorderen. 

De observaties leverden honderden scores van welbevinden, betrokkenheid, educatieve en emotionele ondersteuning op. Qua omgeving werden meer dan 6000 activiteiten geregistreerd en gecodeerd. 1662 ouders uit de 304 locaties vulden de oudervragenlijst in. Al deze gegevens werden grondig geanalyseerd en de resultaten neergeschreven in verschillende rapporten. Het syntheserapport vat opzet, bevindingen en aanbevelingen goed samen.

Resultaten in een notendop 

  • Het welbevinden en de emotionele ondersteuning zijn gemiddeld hoog en verbeterd 
  • De betrokkenheid is eveneens verbeterd maar blijft gemiddeld matig. Kinderen zijn vaak eerder oppervlakkig of niet erg geboeid en geconcentreerd bezig.  
  • De educatieve ondersteuning bij de peuters is verbeterd maar is nog altijd gemiddeld laag. Er is nog heel wat marge om ontwikkeling te ondersteunen, kinderen uit te dagen en taalontwikkeling te bevorderen. 
  • De groepssocialisatie werd voor het eerst gemeten in MeMoQ.1. Het gaat om de mate waarin begeleiders de groepsverbondenheid versterken. Die groepssocialisatie scoort eerder laag in alle groepen. 
  • De omgeving is gemiddeld matig, al zien we vooruitgang wat betreft de indeling en inrichting van de speelruimtes. Bij de andere aspecten van de omgeving, zoals de kwaliteit van de spelmaterialen en diversiteit,  zien we geen vooruitgang. 
  • De tevredenheid van ouders is doorgaans groot en nog toegenomen in vergelijking met de wetenschappelijke nulmeting.  

De onderzoekers gingen ook na of (aspecten van) pedagogische kwaliteit varieerde naargelang een aantal structurele factoren: 

  • De groepsgrootte en het aantal kinderen per begeleider, de zogenaamde  ratio, hebben elk afzonderlijk een invloed op de pedagogische kwaliteit. Grotere groepen scoren minder goed voor welbevinden, betrokkenheid en de emotionele ondersteuning van baby’s. Meer kinderen per begeleider betekent een lagere score voor welbevinden, betrokkenheid en de educatieve ondersteuning van baby’s, en een lagere kwaliteit tijdens geleide activiteiten bij peuters.  
  • Er zijn geen verschillen in pedagogische kwaliteit tussen gezins- en groepsopvang wanneer ook andere factoren, zoals groepsgrootte en ratio, gelijk zijn. 
  • De kwaliteit van de interacties is het hoogst tijdens geleide activiteiten. Tijdens vrij spel en eetmomenten lag de kwaliteit van de interacties een stuk lager.  

Aanbevelingen

De onderzoekers formuleerden zowel aanbevelingen voor de praktijk, als voor het beleid

Voor de praktijk gaat het om volgende aanbevelingen: 

  1. Implementeer verder de MeMoQ instrumenten 
  2. Besteed meer aandacht aan baby’s 
  3. Zet verder in op educatieve ondersteuning (ook in zorgmomenten en kansen in vrij spel) 
  4. Heb meer aandacht voor taal, zeker in taaldiverse groepen 
  5. Heb aandacht voor groepssocialisatie als uniek aspect van kinderopvang 
  6. Meer aandacht besteden aan inrichting en uitbreiding van de basisomgeving waarin de kinderen opgevangen worden, ook ifv diversiteit 
  7. Investeren in oudercommunicatie (meer dan zorgaspecten) 

Aanbevelingen voor het beleid 

  1. Promoot verder de MeMoQ instrumenten (pedagogisch raamwerk, zelfevaluatie, monitoring) 
  2. Zorg voor degelijke opleidingen met voldoende reflectie, m.n over educatieve ondersteuning, taalontwikkeling, meertaligheid en groepssocialisatie 
  3. Intensifieer en evalueer pedagogische ondersteuning en coaching 
  4. Blijf inzetten op ratio en groepsgrootte 
  5. Blijf inzetten op structurele condities (vb kindvrije uren) 
  6. Zorg voor extra ondersteuning voor kwetsbare groepen 
  7. Zorg voor betaalbare, toegankelijke plaatsen 
  8. Blijf de pedagogische kwaliteit periodieke monitoren 

Meer weten?

MeMoQ is ontwikkeld door de universiteiten Gent en Leuven, Opgroeien, Zorginspectie, de kinderopvang, opleidingsorganisaties en ouders. De verschillende instrumenten zijn op elkaar afgestemd: 

  1. hetzelfevaluatie-instrument: de opvang bekijkt zelf de pedagogische kwaliteit in de opvang en gaat aan de slag met de resultaten 
  2. hetpedagogische raamwerk: een visietekst over kwaliteitsvolle kinderopvang 
  3. hetmonitoringsinstrument: Zorginspectie gebruikt het om de pedagogische kwaliteit in de opvang te meten 
  4. hetwetenschappelijk meetinstrument: brengt de pedagogische kwaliteit in Vlaanderen in kaart. 

Video's

Karla Van Leeuwen
Jochen Devlieghere
Bart Declercq
Michel Vandenbroeck

Ook interessant