Vier kernelementen spelen een belangrijke rol in toegankelijkheid. Een dienst of voorziening is:
- beschikbaar
- bereikbaar
- betaalbaar
- en van hoge kwaliteit.
Kwaliteit draagt met andere woorden bij aan toegankelijkheid. Wanneer de (gepercipieerde) kwaliteit van de dienstverlening laag is, dan kan dit een obstakel zijn om van de dienstverlening gebruik te maken. Tegelijkertijd is toegankelijkheid ook een aspect van kwaliteit. Beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Toegankelijkheid is nauw verbonden met inclusief werken. Inclusief werken gaat in essentie over het bieden van gelijke kansen aan elk gezin en elk kind. Inclusief werken start bij universele basisvoorzieningen die voor iedereen toegankelijk en gelijk beschikbaar zijn.
Maar inclusief werken gaat over meer. Het gaat ook over het creëren van voorzieningen waarin elk kind en zijn gezin het gevoel heeft erbij te horen. En het gaat over inspelen op verschillende noden van kinderen en gezinnen. Zo streef je naar gelijke kansen en uitkomsten voor elk kind en elk gezin.
Daarom wordt er ook wel gesproken over ‘toegankelijkheid voor de deur’ en ‘toegankelijkheid na de deur’.
- Toegankelijkheid voor de deur gaat over alle drempels die de toegang tot basisvoorzieningen belemmeren. Het kader van de 7 B’s kan helpen om drempels voor de deur in kaart te brengen en aan te pakken.
- Toegankelijkheid na de deur slaat op de drempels die gezinnen ervaren eenmaal ze over de eerste drempel heen zijn en ze binnenkomen in een voorziening. Het gaat om drempels die ervoor kunnen zorgen dat gezinnen snel afhaken en niet terugkomen. Naast het kader van 7 B’s, kunnen de Decet-principes helpen om na te denken over hoe je ervoor zorgt dat diverse gezinnen, kinderen en jongeren het gevoel hebben erbij te horen en gehoord en gezien te worden.
Wil je zelf snuisteren in de geraadpleegde bronnen van dit thema?