Scheiding

Perspectief van het kind als ouders apart gaan wonen

Een scheiding heeft altijd impact op kinderen. Voor de kinderen is het van groot belang dat er rekening wordt gehouden met hun noden en beleving wanneer de ouders uit elkaar gaan. Voor kinderen is een scheiding een verlieservaring en rouwproces. Er zijn een aantal handvatten om kinderen te versterken in hun veerkracht.

De beslissing van ouders om niet meer samen te wonen, is voor kinderen een verlieservaring en houdt een rouwproces in.  

Een scheiding heeft altijd impact op kinderen. Toch gaat het met de meeste kinderen na verloop van tijd goed.

Gemiddeld duurt het twee tot drie jaar voor kinderen een nieuw evenwicht gevonden hebben.

Voor kinderen is het van groot belang dat er rekening wordt gehouden met hun noden en beleving als de ouders apart gaan wonen. Dat wil zeggen dat er met hen gesproken wordt en naar hen geluisterd wordt (niet eenmalig).

De veerkracht van kinderen kan versterkt worden op verschillende manieren:

  • Als het kind voelt dat er ruimte is om van beide ouders te blijven houden en met beide ouders een kwaliteitsvolle relatie kan uitbouwen;
  • De verblijfsregeling laat toe dat het kind met beide ouders groeikansen krijgt en komt tegelijkertijd tegemoet aan zijn behoeftes (die veranderen naargelang leeftijd en persoonlijkheid van een kind);
  • Tijdig en expliciet kinderen inlichten over de scheidingsbeslissing en de implicaties die dit zal hebben voor zijn persoonlijk leven met aandacht voor een eerlijk coherent verhaal over het waarom van het uit elkaar gaan van de ouders.
  • Aandacht voor een opvoedingsklimaat met voldoende warmte en steun, controle en structuur.

Elk kind is anders 

Ouders die apart gaan wonen hebben vaak vragen en onzekerheden over de mogelijke gevolgen ervan op hun kind(eren). Ouders willen immers dat het goed gaat met hun kind. 

Over de gevolgen bij kinderen na een scheiding bestaat al heel wat onderzoek in binnen- en buitenland. Voor ouders is het belangrijk om te weten dat de meeste kinderen over de nodige veerkracht beschikken en ze na een periode van twee tot drie jaar weer een goed evenwicht gevonden hebben.

Onderzoek doet echter algemene uitspraken, op het niveau van groepen. Voor elk kind kan een scheiding andere gevolgen hebben, zelfs voor twee kinderen van eenzelfde gezin. Zij kunnen de scheiding heel anders meemaken; door hun verschillende leeftijd, maar ook door hun temperament, afhankelijk van de mensen bij wie ze terecht kunnen, hun persoonlijkheid, … Daarom is het belangrijk dat er steeds goed door en met ouders gekeken wordt naar de beleving en noden van kinderen, uiteraard afgestemd op hun leeftijd en ontwikkeling. 

Verlieservaring en rouwproces

Kinderen komen bij de scheiding van hun ouders in eerste instantie in een periode van crisis terecht (Wiewauters en Emmery, 2016). Hun wereld wordt overhoop gehaald. Ze ervaren een verlies van hun vertrouwde gezin als veilige basis, een verlies van dagelijkse gewoontes en gebruiken en onzekerheid over de toekomst. Bovendien komt daar vaak/meestal het verlies bij van de dagelijkse aanwezigheid van beide ouders. Hulpverleners kunnen aan de hand van de competentiegerichte benadering aan de slag gaan met kinderen die zo’n verlieservaring ondervinden. Voor meer informatie zie: Handvatten voor Hulpverleners. Eerder wel dan niet leidt een scheiding ook tot grote veranderingen en nieuwe situaties waaraan een kind moet wennen. Als ouders besluiten om apart te gaan wonen, nemen ze in deze periode ingrijpende beslissingen voor de kinderen: bij welke ouder zullen ze verblijven, moet er een nieuwe school gezocht worden, mogen ze hun hobby nog verderzetten, zullen de kinderen leven in een ander huis, ... Deze beslissingen worden genomen voor de kinderen, ook al hebben ze een duidelijke impact op hun leven, en zijn ze een gevolg van een keuze van de ouders en niet van de kinderen zelf. Bij het maken van deze beslissingen en de communicatie tussen ouders is het belangrijk dat de nadruk ook op de belangen van het kind gelegd wordt.

Wiewauters (2014) gebruikt ook het woord rouwproces en bijhorende rouwtaken om het gedrag en de beleving van kinderen beter te kunnen begrijpen. Daarbij staan de kinderen voor de opdracht om het verlies te erkennen, waarbij het ontkennen vaak een eerste reactie is. In een rouwproces komen vragen naar boven rond oorzaak of zelfs schuld. Daarbij komt voor veel kinderen en jongeren de vraag naar boven wat hun schuld of aandeel is. Sommige kinderen gaan zich plots voorbeeldig gedragen, omdat ze denken dat hun gedrag aanleiding was voor de keuze van hun ouders. 

Een scheiding brengt ook bij de kinderen onvermijdelijk heel wat pijnlijke gevoelens en heel wat stress teweeg. Al deze gevoelens kunnen door elkaar spelen, veranderen, gaan liggen en opnieuw de kop opsteken op onverwachte momenten. In het scheidingsonderzoek[1] is er gepeild naar de gevoelens van kinderen tijdens het verloop van de scheiding. Ongeveer 75% van de kinderen rapporteren verdriet bij de scheiding van hun ouders. Naast gevoelens van boosheid en in mindere mate angst, voelt ongeveer de helft van de kinderen zich opgelucht. Dit geldt vooral voor kinderen waarbij meer sprake was van conflict in hun gezin voor de scheiding én voor kinderen die de breuk al zagen aankomen. Opvallend is wel dat toch bijna 25% van de kinderen aangeeft zich soms of vaak schuldig te voelen.

Een crisissituatie heeft altijd impact op iemands welbevinden en functioneren, ook bij kinderen. Dat is een volstrekt normale reactie op een ingrijpende situatie. In het gedrag van kinderen kan dit zich heel verschillend uiten: moeilijkheden om zich te concentreren op school, depressieve gevoelens hebben, meer problemen ervaren in de relatie met vrienden, …[2]. Sommige kinderen laten niks zien in hun uiterlijk gedrag. Dit wil niet automatisch zeggen dat het allemaal prima met hen gaat.

Veerkracht van kinderen en jongeren

Bij een scheiding spreekt men ook wel over een periode waarin het leven van een kind niet meer in balans (of evenwicht) is. 

Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan stress en tegenslag en daar misschien zelfs sterker uit te komen. Het gaat niet enkel over ‘terugveren’ naar de oorspronkelijke positie, maar ook om doorgroeivermogen. Zoals eerder vermeld ondergaan kinderen, net zoals ouders, ook een verlieservaring. Daarom vormt veerkracht een belangrijke en beschermende eigenschap tegen depressie en rouw.

Na een periode van gemiddeld twee tot drie jaar vinden de meeste kinderen een nieuw evenwicht en het herstel van hun veerkracht. Toch blijft het van belang om aandacht voor hen te blijven hebben, want het evenwicht blijft precair. Naarmate kinderen opgroeien komen mogelijks nieuwe zaken naar voor, bijvoorbeeld door een ontwikkeling van het denkvermogen waardoor ze de scheiding herbeleven/overdenken en dit kan leiden tot enerzijds nieuwe inzichten (bv. het was niet mijn fout), maar ook tot nieuwe moeilijkheden (bv. mijn ouders komen niet meer terug samen, de scheiding is definitief). Dit vergt dus van ouders en professionals een alerte, zorgzame aandacht voor elk kind dat (ooit) een scheiding meemaakte.

Kinderen kunnen ook groeien door/na een scheiding. Er komen meer volwassenen en kinderen in hun leven. Er komen meer steunbronnen en bredere horizonten[3].

Een belangrijke eigenschap van kinderen is dat zij ook een bepaalde rol innemen bij de scheiding. Kinderen zijn actieve en veerkrachtige aandeelhouders in de scheiding en hebben met hun gedrag een invloed op hun ouders. Hierdoor is het belangrijk dat zij ook vaardigheden aangereikt krijgen om met de scheidingssituatie om te kunnen gaan.

Veerkracht versterken  

Er zijn een aantal handvatten om kinderen te versterken in hun veerkracht en hen te helpen om een nieuw evenwicht te vinden als hun ouders uit elkaar gaan.

In gesprek gaan met kinderen en jongeren

* Uitleg geven Belangrijk is om niet over de hoofden van kinderen heen te kijken, maar hen te helpen om een weg te zoeken en te begrijpen wat er gebeurt. Het gaat erom dat kinderen uitleg krijgen over het waarom van de scheiding, dat ze (met hun ouders) kunnen spreken over de scheiding en dat ze meetellen bij het uittekenen van de praktische regelingen. 

Om uiteenlopende redenen worden kinderen vaak niet geïnformeerd over de beslissing van partners om uit elkaar te gaan. Bijvoorbeeld omdat ouders:

  • hun kind te jong vinden om het te informeren; 
  • hun kind willen ‘sparen’ en niet belasten met dit thema;
  • niet weten hoe ze het kunnen aanpakken.

Onderzoek toont aan dat het voor kinderen echt belangrijk is dat ze op tijd en duidelijk ingelicht worden over de beslissing van hun ouders om uit elkaar te gaan, net als over de gevolgen daarvan op hun leven. Wanneer kinderen geen informatie krijgen van ouders, kan dit bij hen leiden tot meer angst en onrust, verlies van controle of gevoelens van isolement (Kelly en Emmery, 2003).

Kinderen hebben nood aan een eerlijk én coherent verhaal over waarom de ouders uit elkaar gaan (Buysse en Ackaert, 2006). Ze hebben immers de neiging om de schuld bij zichzelf te leggen. Uit het scheidingsonderzoek in Vlaanderen blijkt dat 55,3 % van de bevraagde kinderen en jongeren uitleg kreeg over waarom hun ouders uit elkaar gingen voor het moment waarop ze apart gingen wonen. Daarnaast kreeg 72,2 % expliciet de boodschap dat het niet hun schuld was (Mortelmans, 2011).

* Omgaan met emoties en beleving Voor kinderen is het ondersteunend om te spreken over hoe ze de scheiding ervaren of op andere manieren hun emoties te tonen. Dit kan met hun ouders, maar ook andere personen in de omgeving van het kind kunnen hier een rol spelen: een meter, een grootouder, een leerkracht of een vriend. Het is absoluut af te raden om een kind te vragen met niemand over de scheiding te spreken en het binnenkamers te houden. Dit werkt immers een gevoel van isolement in de hand. Voor ouders en professionelen bestaat er ondersteunend materiaal om in gesprek te gaan met een kind rond scheiding.

* Bespreken van praktische regelingen Bij een scheiding worden er heel wat praktische regelingen en afspraken gemaakt. Kinderen willen daarbij gehoord worden (wat zijn hun bekommernissen zijn, welke wensen hebben ze) en voelen dat er rekening gehouden wordt met hun voorstellen. Het kan gaan om inspraak in de verblijfsregeling, maar evengoed om inspraak in schoolkeuze, traject naar school, mogelijkheden om met vrienden af te spreken, meegaan naar familiefeesten van de ene ouder tijdens verblijf bij de andere ouder, … Voor kinderen is het van groot belang te voelen dat ze ‘ertoe doen’ (Mortelmans, 2011, Wiewauters en Emmery, 2016). 

De stem van het kind horen, betekent niet dat het kind uiteindelijk beslist over de praktische regelingen. Dit zou de druk en verantwoordelijkheid te groot maken (Wiewauters, 2014). Een kind wil immers geen van zijn ouders kwetsen en wil het beste voor beide ouders. 

Houden van beide ouders

Kinderen groeien op en ontwikkelen zich altijd in verbinding met de betekenisvolle volwassenen in hun leven. In de eerste plaats zijn dat hun ouders. In die verbinding kunnen ze uitgroeien tot gezonde, gelukkige volwassenen. Daarom is het belangrijk dat beide ouders hun ouderrol kunnen blijven opnemen en contact blijven houden. Bovendien geven kinderen in nationaal en internationaal onderzoek duidelijk aan dat een constructieve relatie tussen de ouders hen helpt om met de scheiding om te gaan.

Kinderen willen aan beide ouders tonen dat ze hen graag zien en willen niet kiezen tussen beiden. Ze willen geen van beide ouders tekort doen. Kinderen houden rekening met de gevoelens van hun ouders. Ze willen dat hun ouders gelukkig zijn.

Wat kan kinderen en jongeren helpen? Enkele voorbeelden:

  • Contact kunnen opnemen met beide ouders tussendoor (bezoekje, telefoon, e-mail, …) als daar behoefte aan is
  • Ouders die hun best doen om geen negatieve dingen te vertellen over de andere ouder
  • Dingen kunnen meenemen bij wisselen van verblijf (kledij, knuffel, …)     
  • Mogen vertellen over het verblijf bij de andere ouder
  • Positieve dingen mogen vertellen over de andere ouder

Blijvende en voortdurende conflicten tussen partners maken het leven van een kind zeer moeilijk. Zie voor meer info bij hoog-conflictueuze scheidingen.

Opgroeien met warmte en steun

Uit grootschalig onderzoek weten we dat een autoritatieve opvoedingsstijl (een hoge mate aan warmte en steun is in evenwicht is met een hoge mate aan controle en structuur) aan kinderen maximale ontwikkelings- en groeikansen biedt. Het consequent en gelijktijdig aanbieden van steun en structuur is voor veel gezinnen een hele uitdaging. Vaak zien we dat ouders elkaar daarin aanvullen of van elkaar overnemen bij stresssituaties bijvoorbeeld.

Voor kinderen die opgroeien met gescheiden ouders is een dergelijk klimaat even belangrijk. Als ouders uit elkaar gaan, wordt de uitdaging dus groter om te zoeken naar een evenwicht tussen steun en warmte enerzijds en structuur en grenzen anderzijds. Dit kan moeilijker zijn omdat:

  • de ouder er alleen voor staat met de kinderen
  • de ouder zelf zich niet goed voelt
  • de ouder schuldgevoelens heeft t.a.v. de kinderen en dan bv. toegeeflijker wordt
  • opvoedingsconflicten die al voor de scheiding sluimerden (‘jij bent veel te toegeeflijk voor haar’), kunnen escaleren door de andere ‘pool’ te benadrukken.

Naast het klimaat is het ook aangewezen dat kinderen een sociaal netwerk hebben waarop ze kunnen terugvallen. Wanneer een netwerk de nodige steun kan bieden aan kinderen, vormt dit een beschermende factor. Kinderen krijgen de kans om, naast de ouders, terug te vallen op andere mensen die ze vertrouwen.

Leeftijd en ontwikkeling van kinderen

Noden en behoeften van kinderen veranderen naarmate ze opgroeien. Dat vraagt van ouders flexibiliteit: afspraken die nu aansluiten bij een kind moeten regelmatig herzien worden; een verblijfsregeling kan veranderen naargelang leeftijdsfasen. Voor een gedetailleerde beschrijving van ontwikkeling in relatie tot scheiding, verwijzen we naar Wiewauters (2014).

Baby’s en peuters

Het klopt niet dat baby’s en peuters ‘geen last hebben’ van een scheiding, omdat ze het toch niet zo bewust meemaken. Jonge kinderen zijn gevoelig voor spanning en onrust. Ze kunnen ook nog onvoldoende met taal begrijpen wat er gebeurt, maar voelen wel aan dat er veranderingen zijn.

Baby’s en peuters bouwen intensief aan de band met hun beide ouders. Ouders en kinderen leren elkaars signalen en behoeften te begrijpen (troost ervaren van mama of papa, hongersignalen herkennen bij het kindje, met elkaar leren plezier maken, …). Er ontstaan gekende en veilige manieren van omgaan met elkaar. Als ouders apart gaan wonen, kan hiermee rekening gehouden worden door bijvoorbeeld zeer regelmatige, frequente interacties met beide ouders in te bouwen. Ouders en jonge kinderen stemmen zich op elkaar af in tal van kleine interacties (wat betekent het huilen, hoe troost een mama of papa, …)

Het geheugen en denken van zeer jonge kinderen is nog onvoldoende ontwikkeld om zich de afwezige ouder (lang) te herinneren als die er niet is. Het kind kan daardoor een gevoel van een breuk met de ouders ervaren. Baby’s en peuters zijn ook niet in staat om een tijdsinschatting te maken. Het is voor hen dus onmogelijk om in te schatten wanneer ze de andere ouder zullen terugzien. Wat daarbij kan helpen is om een transitioneel object te gebruiken. Dit is een voorwerp (bv. een doekje of een knuffel) dat door zijn geur en gevoel de brug kan maken naar de afwezige ouder of huis.

Jonge kinderen zijn volop bezig met ontwikkelingstaken die te maken hebben met zelfregulatie: komen tot een eetpatroon, een slaappatroon, leren omgaan met emoties (verdriet, boosheid, blijdschap), … Baby’s en peuters laten vaak via deze domeinen zien dat ze stress en spanning ervaren: ze gaan bv. slechter slapen, minder goed eten enz. Hoe kan je dit vermijden in een situatie van scheiding?

  • Zoveel mogelijk verblijven of slapen in een gekende, materiële omgeving (bedje, speelplek, …)
  • Zoveel mogelijk stabiele gewoontes installeren, herkenbaarheid en houvast creëren (ook rekening houden bv. met kinderopvang en grootouders)
  • Geen rigide ritmes aanhouden, maar heel regelmatig op maat van noden van het kind (kinderen ontwikkelen snel) de situatie opnieuw evalueren en bijsturen. Het helpt als ouders elkaar goed informeren over de ontwikkelingsstapjes van hun kind zodat de andere ouder er vlot kan op inspelen.

Kleuters

Kleuters hebben al andere vaardigheden in hun denken dan baby’s en peuters. Kleuters kunnen zich mensen en voorwerpen gedurende een korte termijn herinneren wanneer ze deze niet zien. Gehechtheidsfiguren (ouders) raken verinnerlijkt. Tijdsinschatting- en beleving is nog in volle ontwikkeling, ‘morgen’ is nog steeds ver weg. Waar kan op gelet worden inzake het contact met beide ouders?

  • Korte zorgzame overgangen maken tussen het verblijf bij beide ouders
  • Dagelijks of meerdere keren per week contact hebben met beide ouders, van beide ouders mogen houden en dus vertellen over zaken bij ene ouder wanneer ze bij andere ouder zijn. De afwezige ouder aanwezig mogen stellen in hun verhalen, gevoelens…
  • Geen rigide ritmes aanhouden, maar regelmatig opnieuw de afspraken bekijken
  • Soms een transitioneel object gebruiken

Typisch voor het denken van kleuters is dat ze veel op zichzelf betrekken en nog niet steeds onderscheid kunnen maken tussen fantasie en wat echt is. Het is dus belangrijk om hier aandacht voor te hebben.

Kleuters zijn ook in staat tot (eenvoudige) gesprekjes rond de scheiding. Deze kunnen ondersteund worden door boekjes of prenten. Nog vaker zullen kleuters hun vragen of reacties zomaar geven, zodat het heel overdonderend kan zijn voor de ouder. Ook kunnen aspecten van hoe de kleuter kijkt naar de scheiding bv. opduiken in spel. Kleuters gebruiken vaak nog erg concrete taal en het vraagt de nodige aandacht om daarbij aan te sluiten. Ze kunnen begrippen soms heel apart interpreteren en begrijpen.

Lagere schoolleeftijd

Kinderen in de lagere school zijn opnieuw gegroeid in hun cognitieve functies. Ze gaan meer nadenken, op andere manieren kijken naar hun ouder(s) en naar voorbije gebeurtenissen. Dit betekent dat nieuwe vragen of conclusies op de voorgrond treden.  

Op deze leeftijd worden leeftijdsgenoten en buitenschoolse activiteiten belangrijker. Dat zorgt voor nieuwe elementen om rekening mee te houden bij het uitwerken van praktische regelingen tussen ouders.

Wat zijn aandachtspunten op deze leeftijd?

  • Een verblijfsregeling op hun maat
  • Erg zorgzame transities, want kinderen geven in onderzoek aan dat de verhuisbewegingen gepaard gaan met wisselstress en telkens weer een aanpassing van hen vragen[4].
  • Hen actief betrekken bij de praktische regelingen, luisteren naar hun noden en ze duidelijk informeren over de genomen beslissingen én het waarom van die beslissing
  • Flexibiliteit wanneer nodig

Pubers

De puberteit is voor veel jongeren een heftige ontwikkelingsperiode. Kenmerkend is dat pubers sterk op zoek zijn naar een eigen identiteit, ruimte voor zichzelf, een plaats in een vriendengroep en steeds meer eigen keuzes willen maken. Jongeren doen eerste ervaringen op met intiemere relaties, maken sterk kennis met diversiteit in relaties en zoeken rolmodellen. Tot slot gaan kinderen mogelijk opnieuw reflecteren over de scheidingssituatie en tot andere gedachten en gevoelens komen.

Aandachtspunten op deze leeftijd?

  • Een verblijfsregeling op hun maat met ruimte voor hun keuzes, activiteiten, hobby’s
  • Aandacht voor transities, want kinderen geven aan dat de verhuisbewegingen gepaard gaan met wisselstress en telkens weer aanpassen
  • Hen actief betrekken bij de praktische regelingen, luisteren naar hun noden en hen duidelijk informeren over de genomen beslissingen én het waarom van die beslissing
  • Flexibiliteit wanneer nodig
  • Aanmoedigen van ruimte voor gesprek met de ouders of andere personen die voor het kind een grote rol spelen.

Bronnen:

Hunter, J. & Trussell, J. (2016). Helping infants and toddlers adjust to divorce.

Kelly, J.B. & Lamb, M. E. (2000). Using Child Development Research to Make Appropriate Custody and Access Decisions for Young Children, Family and Conciliation Courts Review, 38: 3, 297-311.

Haimi, M. & Lerner, A. (2016). The impact of Parental separation and divorce on the health status of children and ways to improve it, Journal of Clinical and medical genomics, 4:1.

Kline Pruett, M., Mcintosh, J.E. & Kelly, J.B. (april 2014). Parental separation and overnight care of young children, Part I: consensus through theoretical and empirical integration. Family court review, Vol 52., p. 240-255.

De Boer, G.M.M. (2011?). Kinderen en ouderschap bij echtscheiding. Centrum voor jeugd en gezin. GGD Hollands Noorden, 24p., gevonden op www.ggdhn.nl

Frisch-Desmarez, C.& Berger, M. (2014). Garde Alternée: les besoins de l’enfant. Temps d’arrêt lectures, Yapaka.be

Wiewauters, C; (2014); Een week mama, een week papa? Lannoo, Tielt.

Wiewauters, C. & Emmery, K. (2016). Awel, ik ben in de war door de scheiding van mijn ouders. Een kwalitatieve analyse van de gesprekken met kinderen en jongeren met Awel over de scheiding van hun ouders, 61p.