Evolutie in de wetgeving inzake scheiding
De wetgeving over echtscheiding kent een grote evolutie. Ze weerspiegelt een maatschappelijk veranderende kijk op scheiding.
Deze evoluties in de wetgeving hebben een sterke invloed op de situatie van ouders en kinderen bij een scheiding. De vaders krijgen een grotere rol én er is een sterke toename van verblijfs-co-ouderschap (zie opvallende cijfers).
Vormen van scheiding – huwelijk beëindigen
Feitelijke scheiding Het begrip feitelijke scheiding is niet in de wet gedefinieerd. Bij een feitelijke scheiding komen de echtgenoten of het samenwonend koppel de ‘samenwoningplicht’ niet meer na. Het huwelijk blijft voortbestaan.
Scheiding van tafel en bed (enkel bij gehuwde paren; komt in de praktijk zeer zelden voor) De scheiding van tafel en bed is een gerechtelijke procedure die het huwelijk niet beëindigt, maar die de wederzijdse rechten en plichten van echtgenoten afzwakt:
- de plicht tot samenwonen vervalt;
- de goederen worden gescheiden.
Echtscheiding Bij een echtscheiding wordt het huwelijk beëindigd. Er zijn twee vormen:
- De echtscheiding door onderlinge toestemming is gebaseerd op het onderlinge akkoord van de echtgenoten over alle gevolgen van de echtscheiding. Dat akkoord wordt formeel gemaakt in twee overeenkomsten. Enerzijds de overeenkomst over de wederzijdse rechten (= regelingsakte) waarin de vermogensrechtelijke aspecten worden geregeld. Anderzijds de familierechtelijke overeenkomst, die de uitoefening van het ouderlijk gezag, het beheer van de goederen van de gemeenschappelijke kinderen, het recht op persoonlijk contact met de kinderen, de bijdrage van elk van de ouders in het onderhoud, de opleiding en de opvoeding van de kinderen regelt. Er bestaat een online tool op de website van de familierechtbank, waarin alles opgenomen is waarover partners het eens moeten raken. Ze kunnen zich daarmee op de scheiding voorbereiden.
- De echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting kan als iemand bewijzen heeft over ontwrichting of als de partners al een geruime periode niet meer samenleven. Partners kunnen deze scheiding samen aanvragen na 6 maanden feitelijke scheiding of één van de partners kan dit inroepen na 1 jaar feitelijke scheiding. De periodes van feitelijke scheiding kunnen soms korter zijn, maar dan is er steeds een reflectieperiode voorzien waarna de partners opnieuw voor de rechtbank moeten komen en wil tot scheiden herhalen. Meer info:http://justitie.belgium.be/nl/themas_en_dossiers/personen_en_gezinnen/echtscheiding
Vormen van scheiding – samenwonen beëindigen
Er zijn twee soorten samenlevingsvormen buiten het huwelijk:
- feitelijk samenwonen: men is samen ingeschreven in het bevolkingsregister.
- wettelijk samenwonen: personen geven een ‘uitdrukkelijke verklaring van wettelijk samenwonen’ af aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van hun gemeenschappelijke woonplaats.
Twee mensen die – al dan niet wettelijk – samenwonen, kunnen specifieke voorwaarden van het samenwonen regelen in een samenlevingscontract. Dat is niet verplicht. Het contract wordt bekrachtigd door een notaris en kan daarna ingeschreven worden in het bevolkingsregister.
Het wettelijk samenwonen eindigt:
- automatisch door het huwelijk of overlijden van een van de partners
- vrijwillig door een gezamenlijke of een eenzijdige verklaring bij de burgerlijke stand van de gemeente.
Er zijn geen specifieke regelingen verplicht ten aanzien van de kinderen. Feitelijk samenwonende partners kunnen op elk ogenblik uit elkaar gaan, zonder te voldoen aan enige formaliteit.
Bevoegde rechtbank
Voor geschillen die te maken hebben met het familieleven is de familierechtbank bevoegd sinds 1 september 2014. Het gaat om zaken die samenhangen met het huwelijk, samenwonen, onderhoudsverplichting en echtscheiding. Als er kinderen betrokken zijn, kan men in de familierechtbank ook terecht voor onderhoudsverplichting, verblijfsregeling en ouderlijk gezag. Uiteraard kunnen ouders ook zelf een regeling uitwerken.
Meer informatie:
- Folder over de familierechtbank
- Website met de bevoegdheden van de familierechtbank
Hoorrecht voor kinderen
Het ‘belang van het kind’ staat centraal in de familierechtbank. Het ‘belang van het kind’ is nergens precies omschreven. Bij de introductie van de nieuwe familie-en jeugdrechtbanken werd veel aandacht besteed aan de rechtspositie van de minderjarige. Sindsdien heeft iedere minderjarige het recht om gehoord te worden in procedures die hem aanbelangen. Het gaat om het ouderlijk gezag, de verblijfsregeling of het recht op persoonlijk contact.
Het hoorrecht houdt geen verplichting in voor de minderjarige om te spreken. Om het hoorrecht in de praktijk alle kansen op slagen te geven werden een aantal concrete procedures in de wet opgenomen:
- Minderjarige vanaf twaalf jaar: de minderjarige wordt automatisch door de rechter ingelicht over zijn recht om gehoord te worden of om dit te weigeren. Daarvoor wordt aan de minderjarige een informatieformulier opgestuurd.
- Minderjarige jonger dan twaalf jaar: de minderjarige krijgt geen informatieformulier toegestuurd. Toch kan hij gehoord worden op zijn verzoek, op verzoek van de ‘partijen’ en van het openbaar ministerie of door de rechter ambtshalve.
Het verslag van het onderhoud/gesprek wordt bij het dossier van de rechtspleging gevoegd. De minderjarige ondertekent dit verslag niet. De rechter hoort de minderjarige buiten de aanwezigheid ‘van wie ook’, dus ook in afwezigheid van diens advocaat. Aan de mening van de minderjarige wordt een passend belang gehecht in overeenstemming met zijn leeftijd en maturiteit.
Duur van het scheidingsproces juridisch
Uit het scheidingsonderzoek blijkt dat sinds 2007 de gemiddelde duur van een juridische scheidingsproces ongeveer 7 maanden is. Opmerkelijk is dat er geen verschil in duur is naargelang er kinderen betrokken zijn of niet.
Na de scheiding - juridisch
Ook na de scheiding wordt er door ex-partners nog een beroep gedaan op de familierechter. Het gaat dan om zaken zoals:
- aanpassing van de ouderschapsovereenkomst (gezag/verblijf/kosten)
- aanpassing partneralimentatie of niet naleven van afspraken over alimentatie
- niet naleven van afspraken over de verblijfsregeling
- andere noden van de kinderen rond de verblijfsregeling
- andere problemen (bv. schoolkeuze of hobby’s van de kinderen)
Rechten van grootouders
Als ouders uit elkaar gaan, zijn ook de grootouders betrokken. Een scheiding heeft soms een grote impact op de mate waarin grootouders en kleinkinderen nog contact met elkaar hebben.
In de wetgeving krijgen grootouders het recht op persoonlijk contact met hun kleinkind. Dit recht op persoonlijk contact houdt in dat grootouders wettelijk verondersteld worden een bijzondere affectieve band te hebben met hun kleinkind en dat het in het belang is van het kleinkind om het contact te behouden.
Het gaat om een recht en dat recht kan enkel worden aangevochten in het belang van het kleinkind. Als ouders het contact tussen grootouders en kleinkinderen verhinderen kan er door bemiddeling een oplossing gezocht worden. Grootouders kunnen ook een procedure starten voor de familierechtbank. Ook in deze zaken kunnen kinderen gehoord worden zoals in het hoorrecht voorzien is.
Ouderschapsplan
Het ouderschapsplan bevat een reeks afspraken die ouders samen opmaken na een scheiding. De afspraken gaan over de opvoeding, de zorg voor de kinderen en de manier waarop ouders elkaar zullen informeren… Daarnaast kunnen er ook afspraken in staan over wat ouders belangrijk vinden in de opvoeding: bepaalde regels, het contact met de families, … Het ouderschapsplan kan steeds bijgestuurd worden indien nodig. Het ouderschapsplan is verplicht in Nederland, in Vlaanderen niet.
In de brochure 'Focus op ouderschapsplan', opgemaakt door de Gezinsbond, komen verschillende experten aan het woord over het belang van dit ouderschapsplan.