Die onzekerheden horen bij het ‘gewone, dagelijkse opvoeden’, dat toch meestal vanzelf wel goed gaat (Hermanns, 2010).
Alle ouders hebben weleens vragen of zorgen over de opvoeding van hun kinderen. Meestal biedt een gesprek met andere ouders, vrienden of familie voldoende uitkomst.
Sociale steun is dan ook een belangrijke, informele vorm van opvoedingsondersteuning (Barendrecht c.s., 2008; Van Egten c.s., 2008).
Een grote groep ouders wil met professionals praten over dingen die hen bezighoudt in de opvoeding zonder dat ze een expliciete vraag hebben.
Aangezien veel ouders (soms) behoefte hebben aan steun (Rispens c.s., 1996; Bertrand c.s., 2001; Berens, 2004; Zeijl c.s., 2005; Tan c.s., 2008; Van Egten c.s., 2008), sommige kinderen begeleiding behoeven en het grootbrengen van kinderen een maatschappelijke taak is, dient er naast de informele steun voor alle ouders formele opvoedingsondersteuning beschikbaar te zijn: een luisterend oor of een goed gesprek, informatie over opvoeden, oudercursussen, pedagogisch advies en pedagogische hulp, maar ook een stimulerende pedagogische omgeving.
De Rechten van het Kind (artikel 18) leggen die ondersteuning van ouders als verplichting van de overheid vast.
Definities
Hoewel ouders doorheen de geschiedenis altijd al konden rekenen op personen die hen bijstonden met raad bij de opvoeding of een helpende hand boden, is de term ‘opvoedingsondersteuning’ pas sinds de jaren ’90 echt doorgedrongen in ons dagelijks taalgebruik.
Een reis door de tijd: van 1992 tot nu.
1992
Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben de opvoedingssituatie van kinderen te verbeteren. Deze activiteiten richten zich niet op het kind, zoals bijvoorbeeld het onderwijs vooral doet, maar richten zich op de situatie waarin het kind wordt opgevoed. In deze situatie zijn opvoedingsondersteunende activiteiten gericht op de opvoeders, maar ook op de context waarin de opvoeding plaatsvindt: het gezin, de kinderopvang, de buurt, de media, enzovoort. Kort samengevat heeft opvoedingsondersteuning tot doel de opvoeders te helpen opvoeden. HERMANNS, Jo, Het sociaal kapitaal van jonge kinderen, Utrecht (SWP), 1992.
1999
Opvoedingsondersteuning is het geheel aan maatregelen, voorzieningen, structuren en activiteiten die erop gericht zijn de mogelijkheden van het (primaire) opvoedingsmilieu aan te spreken, te verrijken en/of te optimaliseren ten einde kinderen en jeugdigen optimale opvoedings- en ontwikkelingskansen te bieden. VANDEMEULEBROECKE, Lieve, Gezins- en opvoedingsondersteuning in Vlaanderen: naar een geïntegreerd aanbod?, Provinciale studiedag Kind en Gezin, Limburg, 1999.
2000
De activiteiten die gezinsleden ervaren als ondersteunend of aanvullend bij de opvoeding. Ze zijn een onderdeel van de maatschappelijke dienstverlening aan ouders en kinderen, uitgaande van de erkenning van het recht van ouders op respect voor hun privé- en gezinsleven, en de erkenning van het recht van kinderen op respect voor hun privé- en gezinsleven. BOUVERNE-DEBIE, Maria, Opvoedingsondersteuning en jeugdzorg, Gent (Academia Press), 2000.
2007
Opvoedingsondersteuning is de laagdrempelige, gelaagde ondersteuning van ouders en opvoedingsverantwoordelijken bij de opvoeding van kinderen. Decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning.
2008
Opvoedingsondersteuning is datgene wat ouders ondersteunend vinden. BUYSSE, An, Opvoedingsondersteuning. Ondersteuning van gezinnen vandaag: een onderzoek in opdracht van de Gezinsbond, 2008.
2024
Een brede waaier van praktijken, die ouders en opvoedingsverantwoordelijken steunen bij het opvoeden en opgroeien van kinderen en jongeren.
Het begrip ‘opvoedingsondersteuning’ is een verzamelterm (Janssens, 1998).
De brede omschrijving richt zich op alle opvoeders – ouders en ‘medeopvoeders’ als kindbegeleiders en leerkrachten – en op de pedagogische context waarin kinderen opgroeien: de leefomgeving.
In opvoedingsondersteuning staan de ouders centraal: zij zijn doorgaans de belangrijkste opvoeders van hun kinderen. Men zou ook kunnen spreken van ouderondersteuning.
In de richtlijn van het NCJ (2013) verstaan we onder opvoedingsondersteuning: het ondersteunen van vaders en moeders (primaire opvoedingsfiguren) bij de opvoeding om een optimale ontwikkeling van kinderen te bevorderen. Dit is vergelijkbaar met wat de Engelsen parenting support of parenting education noemen en de Duitsers Elternbildung of Elternberatung.
Het is een verkorte vorm van de omschrijving van opvoedingsondersteuning uit de Jeugdthesaurus: ‘Opvoedingsondersteuning is voorlichting, advies en hulp aan ouders en opvoeders bij opvoedingsvragen en -problemen ter voorkoming van problemen in de opvoeding en/of ontwikkeling van kinderen of om deze problemen op te lossen en ter versterking van de draagkracht en competenties van ouders en opvoeders; uitgevoerd door onder meer de jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, welzijnsinstellingen, kinderopvang en onderwijs.’
Deze definitie sluit aan op de theoretisch gefundeerde begripsomschrijving van Vandenmeulebroecke c.s. (2004): ‘Opvoedingsondersteuning is op intentionele wijze steun bieden aan ouders (c.q. ouderfiguren) bij hun opdracht en taak als opvoeders.’
Die omschrijving berust op de veronderstelling dat de volgende uitgangspunten voor alle ouders en elke gezinsvorm gelden:
- De erkenning van het belang van de gezinsopvoeding (de opvoeding in gezinsverband) voor kinderen, volwassenen en samenleving. Opvoeden is een natuurlijk, vanzelfsprekend en dynamisch proces waarbij ouders en kinderen elkaar beïnvloeden (Bakker e.a., 1997).
- De erkenning van de pedagogische verantwoordelijkheid, het verlangen en de bekwaamheid van ouders om de relatie met hun kinderen op een verantwoorde wijze vorm te geven.
- De erkenning dat ouders bij het gewone opvoeden vragen en onzekerheden kunnen ervaren en het recht hebben om indien nodig hiervoor steun te ontvangen (artikel 18 Rechten van het Kind). Opvoeden kan gezien worden als leerproces. Het grootbrengen van het kind leren ouders in de dagelijkse praktijk. Het hebben van vragen, onzekerheid en faalervaringen horen daarbij.
- De erkenning van het recht van gezinnen op voortdurende aandacht van de samenleving voor de realisatie van de randvoorwaarden voor opvoeding.