Stap 1: Vaststelling
Zorginspectie voert inspectiebezoeken uit bij kinderopvanglocaties:
- bezoeken waarbij wordt nagegaan of de locatie de vergunningsvoorwaarden naleeft,
- bezoeken na een klacht.
Op basis van de vaststellingen maakt Zorginspectie een inspectieverslag. Dat gaat naar de organisator en Opgroeien.
Daarnaast kan Opgroeien ook vaststellen dat de organisator niet tijdig de vereiste documenten heeft bezorgd.
Stap 2: Voortraject
Zijn er zaken niet in orde? En is er geen acuut gevaar? Dan volgt een voortraject.
De opvang moet spontaan aan de slag gaan en een plan van aanpak uitwerken om de tekorten aan te pakken. De opvang kan hiervoor terecht bij verschillende partners voor ondersteuning.
Opgroeien volgt dit op. Volstaat het plan van aanpak? Wordt het uitgevoerd zoals beloofd? Zijn de tekorten daardoor effectief weggewerkt?
Stap 3: Aanmaning
Zijn de tekorten niet weg? Duurt het lang voordat de opvang iets onderneemt? Toont de organisator niet de nodige verantwoordelijkheidszin?
Hier start de handhaving. Opgroeien maant de opvang aan om tegen een bepaalde datum orde op zaken te stellen. De opvang kan rekenen op hulp en begeleiding van partners.
Stap 4: Voornemen & Horen
Nog niet in orde binnen de gevraagde termijn?
Opgroeien gaat over tot het voornemen om de vergunning te schorsen of op te heffen. De opvang kan schriftelijk reageren, maar ook een gesprek vragen. Daarbij worden de gesignaleerde tekorten besproken. De organisator kan dan aangeven wat hij hieraan zal doen.
Het is belangrijk voor de kwaliteit en veiligheid van de opvang dat de organisator de tekorten oplost. Gebeurt dit niet, dan schorst Opgroeien de vergunning.
Stap 5: Beslissing
Nadat de opvang schriftelijk of mondeling geantwoord heeft of als de termijn om dit te doen verstreken is, neemt Opgroeien een gemotiveerde beslissing.
Opgroeien kan:
- beslissen om geen maatregel te nemen als de opvang intussen terug in orde is;
- het aantal opvangplaatsen verminderen, bijvoorbeeld om de draagkracht van de onthaalouder te ondersteunen;
- de vergunning schorsen of de schorsing verlengen
- als de inbreuk op korte termijn opgelost kan worden
- uit voorzorg: bij ernstige aanwijzingen dat de inbreuk de veiligheid en de gezondheid van de kinderen in gevaar brengt
- de vergunning opheffen
- als de inbreuk niet op korte termijn opgelost kan worden
- als de inbreuk niet binnen de schorsingstermijn is opgelost
- eventueel andere maatregelen nemen, zoals subsidies verminderen of intrekken en geldboetes opleggen.
Stap 6: Bezwaar
Een organisator heeft 30 dagen tijd om bezwaar aan te tekenen tegen een beslissing tot schorsing of opheffing van Opgroeien. Een ontvankelijk bezwaar schort de sluiting op. De kinderopvang mag dan toch nog kinderen opvangen.
De Adviescommissie voor voorzieningen van Welzijn behandelt het bezwaar en heeft 75 dagen tijd om een advies uit te brengen over een ontvankelijk bezwaar. Een definitieve beslissing volgt binnen 60 dagen.
- De Adviescommissie volgt het bezwaar van de organisator? De minister van Welzijn neemt een definitieve beslissing binnen de twee maanden na ontvangst van het advies.
- De Adviescommissie volgt het bezwaar van de organisator niet en bevestigt de beslissing van Opgroeien? Opgroeien neemt een definitieve beslissing binnen de twee maanden na ontvangst van het advies. Dit bekrachtigt de oorspronkelijke beslissing, met aangepaste ingangsdatum.
Wist je dat?
Is een vergunning wegens dringende noodzakelijkheid geschorst? Bij een bezwaar kan de opvang dan toch geen kinderen opvangen. De opvang blijft dus gesloten.
Advies van het VECK
Opgroeien houdt toezicht op basis van alle beschikbare informatie. Indien nodig kan Opgroeien advies inwinnen van deskundigen zoals het VECK (Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling).
Het voorzorgsprincipe
De 6 stappen in handhaving worden niet gevolgd wanneer Opgroeien het voorzorgsprincipe toepast. Opgroeien heeft de bevoegdheid om op te treden, zelfs voordat er een daadwerkelijke schending van vergunningsvoorwaarden heeft plaatsgevonden. Dit is mogelijk in deze situaties:
- Er bestaat een risico op een schending van de integriteit van de kinderen.
- Er is een gebeurtenis waarbij de integriteit van de kinderen werd geschonden.
Handhaaft Opgroeien enkel omwille van de administratie?
Om een kwaliteitsvolle kinderopvang te organiseren, is een minimale administratie nodig. Opgroeien handhaaft nooit om de administratie alleen, maar wel als er:
- een risico of een mogelijk risico is voor de kinderen;
- ernstige of herhaalde vastgestelde inbreuken op de vergunningsvoorwaarden zijn.
Administratieve redenen slaan niet op details, maar op de veiligheid van kinderen en medewerkers. Achter de vraag om zaken te registreren of te documenteren zit altijd een kwaliteitsreden.
Aanwezige kinderen en begeleiders registreren
De opvang moet de aanwezigheden van kinderen en kinderbegeleiders correct registreren. Zo gaat Zorginspectie na of er voldoende begeleiders zijn voor het aantal kinderen in de opvang.
Als er genoeg begeleiders zijn, kunnen ze aandacht geven aan elk kind en toezicht houden op de veiligheid. Ook voor de werkdruk van de begeleiders is het belangrijk dat er niet te veel kinderen zijn. Deze vergunningsvoorwaarde maakt het mogelijk dat elk kind en elke begeleider zich goed kan voelen in de kinderopvang en dat de opvang veilig verloopt.
Welbevinden en betrokkenheid opvolgen
Om voldoende ontwikkelingskansen te krijgen, is het belangrijk dat een kind zich goed voelt en dat het op kan gaan in zijn spel. De kinderopvang moet daarom regelmatig het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen opvolgen en waar nodig de aanpak bijsturen. Zodat elk kind zich in de beste omstandigheden kan ontwikkelen.
Een risicoanalyse maken
Een risicoanalyse is niet bedoeld als een oefening op papier maar om bewust stil te staan bij risico’s. Bijvoorbeeld: een kapot hekken dat de trap of de tuin afschermt, een manier van werken waardoor er onvoldoende toezicht op de kinderen gehouden wordt, een medewerker die het moeilijk heeft, een onveilig bed, ….
Het doel is om onaanvaardbare risico’s voor de kinderen te voorkomen: ongevallen, crisissen, levensbedreigende situaties, ziektes, weglopen, ... Door na te denken over risico’s en de tekorten op te lossen, is een veilige opvang mogelijk.
Inlichtingenfiches bijhouden
Voor elk kind moet er een actuele inlichtingenfiche in de opvang zijn. Het gaat niet om het ‘hebben’ van een inlichtingenfiche maar om de garantie dat elke kinderbegeleider weet welk kind bijvoorbeeld een ernstige allergie heeft, wie een kind mag komen ophalen, welke personen men kan contacteren wanneer het kind ziek wordt, ….
Ouders zijn niet altijd bereikbaar als de kinderbegeleider vragen heeft of als er zich een noodsituatie voordoet. De kinderbegeleider kan dan in de fiche de nodige informatie over de gezondheid of veiligheid vinden. Zo is elk kind in veilige handen.
Een aanpak hebben voor crisis, grensoverschrijdend gedrag en verontrusting
Het zijn niet de documenten die hierbij het belangrijkst zijn, maar wel dat elke begeleider weet wat doen bij een crisis, grensoverschrijdend gedrag en verontrusting.
Een crisis komt altijd onverwacht: een brand, een baby die in medische moeilijkheden komt, een kind dat wegloopt, ... Op dat ogenblik is het belangrijk dat er geen tijd verloren gaat en dat er correct gehandeld wordt. Dat kan als elke medewerker weet wat doen. Daarom is het goed om op voorhand na te denken wat de te ondernemen stappen zijn bij een crisis en ze aan te leren aan elke (nieuwe) medewerker. Deze voorbereiding maakt een groot verschil voor de veiligheid van de kinderen en medewerkers.
Van de opvang wordt verwacht dat ze pedagogisch correct handelt. Daarom moet ze ook werken aan het voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag naar kinderen toe. Ook wanneer ze verontrust is over bijvoorbeeld de gezinssituatie van een kind, is het belangrijk dat de opvang weet wat met die verontrusting te doen.