Je veranderingstheorie is het fundament van je zelfevaluatie en de impact die je wil realiseren. Je betrekt er veel mensen bij en komt daardoor tot:
- Gedragenheid binnen de organisatie: de neuzen wijzen in dezelfde richting, want iedereen werd betrokken. Zorg ervoor dat je niemand vergeet!
- Een gedeeld kader om naar terug te grijpen om prioriteiten te bepalen of strategische keuzes te maken. Ga je in op een nieuwe opportuniteit of staat die te ver van jullie doelen? Is jullie organisatie geschikt om een bijkomende nood aan te pakken? Met welke partnerorganisatie kunnen jullie best samenwerken?
- Een gedeelde woordenschat om te praten over wat jullie doen en waarom. In die zin is het ook een hulpmiddel voor interne en externe communicatie.
Een veranderingstheorie evolueert voortdurend. Tijdens de volgende stappen in je zelfevaluatie toets, wijzig of verfijn je de ‘theorie’. Dat doe je omdat je merkt dat een van je interventies niet de gewenste effecten heeft. Of je krijgt nieuwe inzichten en wil je veranderingstheorie daaraan aanpassen. Soms verandert ook de context waarin je werkt of de noden van je doelgroep.
In het voorgestelde stappenplan wordt gewerkt met bouwlagen en bouwstenen. De eerste bouwlaag is een nodenanalyse. In de tweede laag formuleer je de beoogde impact en stem je af met de missie en de visie van je organisatie. De derde bouwlaag vormt de eigenlijke kern van je veranderingstheorie: het veranderingspad. In die derde bouwlaag zijn er vijf bouwstenen: tussentijdse effecten, interventies, assumpties, externe factoren en indicatoren. Je leest er meer over in de publicatie.
In deze filmpjes wordt de veranderingstheorie op korte en krachtige wijze uit de doeken gedaan.