Lynn Hermans en Els Hannes, educatief medewerkers bij Ligo, vertellen ons over het project.
Voor wie is het project bedoeld en hoe werkt het juist?
Voor wie is het project bedoeld en hoe werkt het juist?
'De moedergroepen zijn er voor moeders die net in België zijn en in een kwetsbare positie zitten. Ze vinden moeilijk toegang tot het traject Nederlands Leren. Wij werken zeer laagdrempelig: mama's kunnen bij ons aankloppen, maar we gaan ook zelf langs om ons voor te stellen. Vaak kennen deze mama's kinderopvang niet in hun eigen cultuur. Het onbekende zorgt voor weinig vertrouwen. Hun kinderen starten vaak laat met de kleuterschool, wat heel wat kansen laat liggen. Daarom komen de kindjes bij onze mama's mee naar de lessen. Er zijn kinderbegeleiders aanwezig, zodat de mama's kunnen zien hoe er in de kinderopvang met kinderen wordt omgegaan. We hebben al lang een prima samenwerking met de kinderopvanginitiatieven, zo kunnen we ook de doorstroom naar de reguliere kinderopvang bekijken als mama en kind daar klaar voor zijn.
'De lesthema's in de Nederlandse les sluiten erg aan bij hun leefwereld, zoals bijvoorbeeld vragen over opvoeding. Integratie is ook een belangrijk punt. Zo willen we het isolement van de vrouwen doorbreken, zodat ze leren om hun plan te trekken en niet altijd afhankelijk zijn van hun man. Hun netwerk is klein en wij helpen hen dit te versterken. Twee keer per maand komt er een verpleegkundige van Kind en Gezin langs. Dan praten we over thema’s zoals verzorging, voeding of opvoeding. De verpleegkundige stemt haar taal af op onze mama’s zodat zij zich meer op hun gemak voelen om allerlei vragen te stellen Dat gebeurt vaak met hand en tand en veel gebaren, wij zijn er dan om hen daarin te ondersteunen.'
Hoe vinden deze mama’s de weg naar jullie?
'Er zijn verschillende wegen. Via een aanmelding door het agentschap voor Inburgering en Integratie, of via het OCMW. Iemand die Nederlands wil leren maar geen kinderopvang heeft, komt ook op onze wachtlijst terecht. Want er is een groot tekort aan kinderopvang. We zetten hard in om vrouwen ook na hun bevalling betrokken te houden. Als ze te lang uit zijn, is het nog moeilijker voor hen om terug in te stappen.'
Focussen jullie vooral op digitale ongeletterdheid?
'Ons doelpubliek zijn vaak dames die ongeletterd zijn of heel beperkt kunnen schrijven in ons alfabet. Dat maakt dat het niet zo evident om met digitale media aan de slag te gaan. We starten met de basis en trachten er routine in te brengen. We oefenen met de website van Mama Leert: de url intypen, of via een directe link in WhatsApp naar de site gaan. Daarna maken we hen wegwijs in de structuur van de website. Door dit met hen samen te doen, durven ze het ook zelf thuis proberen.
We leren hen ook de agenda van de gsm te gebruiken, een alarm in te stellen. Ook de app Calepino gebruiken we, een visueel woordenboek dat je zelf kan samenstellen om zo woordjes in te geven en te herbeluisteren. Inspelen op wat de groep nodig heeft en veel herhaling, dat zijn sleutelwoorden.
Niet iedereen heeft een computer. Of ze hebben een smartphone maar kunnen er enkel mee bellen. Stap voor stap leren we hen meer functies kennen. Omdat veel van onze cursisten niet kunnen lezen en schrijven gebruiken we veel video’s en voice memo’s. Die digitale kennis is belangrijk, want bijna alles is online tegenwoordig. Een aanmelding op de kleuterschool bijvoorbeeld verloopt digitaal. Ook vanuit de opvang en de school komen er mails of is er veel geschreven info op de website. Daarvoor hebben ze onze of hulp van iemand anders nodig. We zoeken voortdurend naar het evenwicht tussen taallessen en oefeningen die de zelfredzaamheid verhogen.'
Herhalen, herhalen, herhalen. En inspelen op hun vragen. Dat is de basis.
Hoe kunnen instanties daar best op inspelen?
'Tijdens de coronacrisis waren wel posters en flyers met visuele symbolen in omloop. Handig, maar vaak nog met teveel geschreven taal of gekoppeld aan een website. Dat is te moeilijk voor onze doelgroep. Video's waar dingen stap voor stap worden uitgelegd, of voice messages zijn een handige aanvulling op het bestaande aanbod. Vertaalapps zijn goede hulpmiddelen, maar niet iedereen heeft de vaardigheid om die app te gebruiken. Niet iedereen kan zijn eigen taal lezen en niet alle talen zitten in zo een app.'
Is een volledige digitale dienstverlening dan realistisch?
'Alleen al de vele vragen die wij krijgen, bewijzen dat het volledig digitaal niet werkt. Wat voor digitaal geletterde mensen eenvoudig lijkt, is voor onze doelgroep te moeilijk. Zo sluit je mensen uit. Het kan wel zinvol zijn om organisaties in te schakelen die gewoon zijn om met onze doelgroep te werken. Zo verwijzen we onze cursisten door naar Villa Mescolanza, die helpen mensen met al hun vragen rond administratie.
Onze mama's zetten heel wat stapjes. Ze leren Nederlands, oefenen digitale vaardigheden en leren onze gewoontes beter kennen.
We proberen constant lessen Nederlands te combineren met cursisten wegwijs maken in onze maatschappij en hen digitaal sterker te maken. Het streefdoel is dat mama’s na een jaar kunnen doorstromen naar het standaardtraject Nederlands. Het spreekt voor zich dat door het gebrek aan opvang dit vaak onrealistisch is. Regelmatig komen er ook volgende baby’s, waarvoor ook nog geen opvang is. Daarnaast zijn er ook culturele overtuigingen die je niet zomaar kan ombuigen, waardoor er veel weerstand is. In bepaalde culturen ben je een slechte moeder, wanneer je de zorg voor kleine kindjes uit handen geeft aan vreemden. Dat heeft tijd nodig. We zijn al heel blij als mama's gemotiveerd zijn om hun kind op 2,5 jaar naar school te laten gaan. Dan stopt ook het traject bij Mama Leert. We begeleiden onze cursisten ook bij de overgang naar het standaardtraject, zodat deze opstart meer kans heeft. Mama Leert heeft te weinig uren lesuren om door te gaan voor een standaardtraject. Toch zetten onze mama's heel veel stappen: ze spreken een mondje Nederlands, gaan vlot op consultatie bij Kind en Gezin en de dokter en kunnen zaken uitleggen. Ze zien ook welke gewoontes hier leven, bijvoorbeeld op het gebied van opvoeding. Ze gebruiken hun smartphone sneller en beter voor dingen die handig zijn in het dagelijkse leven. En heel wat kinderen stromen door naar de kleuterklas. Veel kleine stapjes die allemaal samen een grote betekenis hebben!'