Kinderen ontdekken talenten bij ‘proevertjes op vrijdag’ in Bredene

De buitenschoolse opvang in Bredene bevraagt kinderen regelmatig over de werking. Dat gebeurt niet met een saai invulformulier, maar wel via een ouderwetse Engelse telefooncel. Kinderen krijgen verschillende vragen voorgeschoteld en kunnen zo mee nadenken om de werking van de buitenschoolse opvang te verbeteren. Ook inspraak van ouders draagt de buitenschoolse opvang hoog in het vaandel. Ouders kunnen via verschillende kanalen feedback geven of suggesties doen.

Kim D’hooghe, coördinator Buitenschoolse opvang Bredene, vertelt hoe kinderen en ouders betrokken worden bij de werking van de opvang.  

Kim: “De Engelse telefooncel heeft een vaste plaats in de leefruimte van de tieners. Ze kunnen er maar 1 nummer bellen waar ze de vraag van de week kunnen beantwoorden op het antwoordapparaat. De vragen variëren van “Wat moet de Sint dit jaar zeker brengen?” over “Wat is jouw favoriete vieruurtje?” tot “We merken dat er buiten minder betrokken gespeeld wordt. Wat is er nodig om dat te veranderen?”

“De antwoorden van de kinderen zijn soms zo fantasierijk dat ze moeilijk uitvoerbaar zijn, maar vaak zitten er ook antwoorden bij die ons inspireren om er concreet mee aan de slag te gaan. Zo was er vraag naar materiaal om kampen te bouwen, waarop ‘loose parts’ geïntroduceerd werden in de buitenspeelruimte.”

Kim: “De tieners gaven ook aan dat het aanbod in de opvang soms wat eentonig was. ‘Eens iets anders’ doet voor iedereen deugd. Zo vroeg de jeugdraad in Bredene aan de jeugdbewegingen om hun werking te komen voorstellen in de buitenschoolse opvang. Jeugdbewegingen vonden moeilijk nieuwe leden en de buitenschoolse opvang is de plek bij uitstek om veel kinderen tegelijk te bereiken. De leiders gingen langs in de buitenschoolse opvang en dat zorgde voor een fijne dynamiek, zowel voor de kinderen, als voor de begeleiders. Een zaadje was geplant voor ‘proevertjes op vrijdag’.”

“Geïnspireerd door het jeugdwerk, gingen we ook met de collega’s van sport en cultuur rond de tafel zitten. Dankzij deze samenwerking, zijn we in 2018 gestart met de ‘proevertjes op vrijdag’.  Elke organisatie kon een maand lang op vrijdagnamiddag een aanbod voorzien voor de kinderen in onze opvang. We hadden de voetbal en de zwemclub, maar ook de kajakclub, een pottenbakker, de harmonie, … Een heel divers aanbod dus.” 

“De bedoeling is om kinderen hun talenten te laten ontdekken en de doorstroom naar de clubs te begeleiden. Als er bijvoorbeeld financiële drempels zijn dan schakelen we OCMW in voor tussenkomst in lidgeld of kledij.” 

Kim: “Voor ouders hebben we geen telefooncel, maar gebruiken we andere kanalen om hun mening over de opvang te bevragen: via de tevredenheidsmeting van VVSG, tijdens de Week van de Kinderbegeleider kunnen ouders via post-its feedback geven op een groot bord aan de ingang en het hele jaar door kunnen ze suggesties droppen in onze brievenbus.”

“Over de proevertjes op vrijdag zijn de ouders alvast heel enthousiast. Kinderen kiezen hun hobby vaak omdat vriendjes hetzelfde doen. Door de proevertjes kunnen kinderen zelf ontdekken waar hun interesses en talenten liggen. Ze krijgen ook meer tijd om iets uit te proberen, omdat ze niet na 1 of 2 proeflessen moeten inschrijven. Er zijn ook kinderen die liever ‘vlinderen’ en voldoende hebben aan het aanbod in de opvang zonder dat ze zich verder engageren in de sportclub of muziekschool. Voor ouders is er ook een praktische winst, omdat wij zorgen voor vervoer naar de verschillende activiteiten.” 

Kim: “Door Corona zijn de proevertjes op vrijdag stilgevallen. Maar in 2023 willen we dit initiatief nieuw leven in blazen. In september zitten we opnieuw met alle partners samen. We blikken terug op hoe we het in 2019 hebben aangepakt: Wat werkte en wat niet? Wat willen we houden en wat kan anders? Misschien komen er ook nieuwe, frisse ideeën opborrelen.”

Kim durft haar verhaal nog geen echt BOA-verhaal te noemen. De kinderopvang is vooral de drijvende kracht achter deze samenwerking. Maar ze zijn wel vertrokken vanuit een nood die een lokale partner voelde en hebben ingespeeld op wat kinderen en ouders zochten. Dat verdient zeker een BOA-stempel!