De netwerken GGKJ zijn provinciale samenwerkingsverbanden van diverse partners met gezamenlijke doelen. Alle netwerken streven naar een geïntegreerd en globaal geestelijk gezondheidsbeleid waarbij elk kind en elke jongere het recht heeft op toegankelijke en kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg op maat.
Door deze doelen te stellen, bevorderen de netwerken het mentaal welbevinden van kinderen, jongeren en hun context.
We zijn er als netwerken GGKJ voor kinderen vanaf -9 maanden en jongeren tot 18 jaar, met aandacht voor de overgang naar volwassenheid tot 25 jaar. Daarnaast zijn we er voor de natuurlijke context (peers, broers, zussen, ouders, ruimere familie, vrienden, buren, …) en de professionele context (leerkrachten, zorg- en hulpverleners, …) van deze kinderen en jongeren.
De netwerken zijn georganiseerd per provincie en zijn geen exacte kopieën. De organisatie en realisatie van de doelen kan per netwerk variëren. De werkwijze van de netwerken beknopt weergeven is dan ook geen evidentie. De gemene deler in de werkwijze is dat we de goede praktijken samen met intersectorale partners realiseren.
Onze intersectorale partners zorgen er samen voor dat het netwerk werkt.
Wie onze partners zijn zien we erg ruim. We verwijzen hiermee naar de professionelen die een opdracht hebben rond het bevorderen van de geestelijke gezondheid én naar elke burger die in aanraking komt met en werkt rond het mentaal welbevinden van kinderen, jongeren en hun context. Zo dus ook, kinderen, jongeren en hun context zelf.
Het succes van een netwerk ligt in de samenwerking met de (intersectorale) partners. Partners die op elkaar afstemmen en competenties, kennis en vaardigheden samenbrengen om de eerdergenoemde doelen te bereiken. Alleen ga je snel, samen ga je ver.
Samenwerken in een netwerk is een investering van tijd en middelen. Dat daagt ons uit om partners aan boord te krijgen en te houden. Wie aan boord is, is overtuigd van het nut en de noodzaak ervan.
Daarnaast stellen we vast dat door intersectorale partners samen te brengen, we nog steeds verschillende talen spreken. Dat daagt ons dan weer uit om een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen waarin elke partner zich kan vinden, ook jij.