Dit literatuuronderzoek biedt een overzicht van wat werkzame elementen zijn in opvoedsteun. Onder ‘opvoedsteun’ of ‘opvoedondersteuning’ verstaan we het bieden van steun aan ouders bij opvoeding en ouderschap om een optimale ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Een manier om opvoedsteun aan ouders te bieden is het inzetten van ‘opvoedprogramma’s’ of ‘interventies’. De opvoedingstaken van mede-opvoeders zoals pedagogisch medewerkers en leerkrachten zijn ook van groot belang, maar worden in dit literatuuronderzoek buiten beschouwing gelaten. In dit literatuuronderzoek staat beschreven wat bekend is in de literatuur over de effecten van universele en selectieve opvoedprogramma’s; oftewel opvoedprogramma’s voor alle ouders en opvoedprogramma’s voor ouders die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van problematiek. Wat werkt bij geïndiceerde opvoedprogramma’s gericht op klinische zorg en behandeling voor gezinnen met vastgestelde problemen staat niet beschreven. In de Jeugdwet neemt preventie –waaronder opvoedingsondersteuning- een belangrijke plek in. In de Jeugdwet is opgenomen dat gemeenten hun beleid onder andere richten op (Jeugdwet, 2014): • het versterken van het pedagogisch klimaat in gezinnen en wijken • het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders • het versterken van de eigen kracht en probleemoplossend vermogen van gezinnen • het voorkomen en signaleren van opgroei- en opvoedingsproblemen en vroege interventie daarbij. Meer kennis over effectieve opvoedsteun aan ouders kan helpen om meer (preventief) te doen wat werkt. Dit literatuuronderzoek maakt onderdeel uit van het themadossier ‘Ouderschap en opvoeden’ van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
Het gehele dossier is in te zien op onze website https://www.nji.nl/nl/Kennis/Dossier/ouderschap-en-opvoeden.