Het lectoraat Residentiële Jeugdzorg verbonden aan Hogeschool Leiden, doet onderzoek naar het leefklimaat binnen justitiële jeugdinrichtingen, residentiële jeugdzorginstellingen en forensisch psychiatrische instellingen (Hogeschool Leiden, z.d.).
Zij ontwikkelden eveneens wetenschappelijk onderbouwde vragenlijsten om het leefklimaat in beeld te brengen: de Group Climate Instrument for Children (GCIC) 4 – 8 jaar (Strijbosch et al., 2014), de GCIC 8 – 15 jaar (Strijbosch et al., 2014) en de Group Climate Instrument (GCI; van der Helm, Stams & Van der Laan, 2011b)
De vragenlijsten kunnen in het werkveld gehanteerd worden als manier om te peilen naar de beleving van het pedagogisch klimaat bij kinderen en jongeren om alert te blijven op negatieve signalen, maar ook om te versterken wat goed gaat (Hogeschool Leiden, z.d.). De monitoringtool leidt niet tot pasklare oplossingen, maar ze ondersteunt de dialoog om samen met de rechtstreeks betrokkenen (jongeren en hulpverleners) stappen te zetten in de ontwikkeling van een meer positief leefklimaat (Levrouw et al., 2018). Door samen met de jongeren (betrokkenheid) oplossingen te bedenken (competentie en gedeelde besluitvorming, autonomie) wordt er tegelijkertijd ook tegemoet gekomen aan de psychologische basisbehoeften zoals omschreven in de zelfdeterminatietheorie (van der Helm, 2019).
Er is ook een vragenlijst m.b.t. het werkklimaat (De Living Group Work Climate Inventory). Leefklimaat en werkklimaat gaan immers hand in hand (zie ‘Het belangrijkste op een rijtje’).
Opnieuw, net zoals ook werd vastgesteld met de vragenlijst leefklimaat, is het niet het onderzoek op zich, maar wel het gesprek of de informatie-uitwisseling die leidt tot verbetering (van der Helm et al., 2018). Zo kunnen de resultaten van de vragenlijst werkklimaat gebruikt worden om binnen de organisatie en per team sterktes, maar ook aandachtspunten te formuleren (Dekker, van Miert & van der Helm, 2019). Het biedt handvatten om aan de slag te gaan met het werkklimaat in een voorziening, hoewel de omvang van de vragenlijst bij gebruikers opvalt (De Kezel, 2018).
Uit de masterproef van De Kezel (2018) blijken de verschillende subschalen een meerwaarde te betekenen in het geven van een stem aan de verschillende functies in een voorziening, daar allen (rechtstreeks of onrechtstreeks) een invloed hebben op het leef- en werkklimaat binnen een organisatie. In eerder onderzoek (Harder, 2011; van der Helm & Stams, 2012) werd reeds vastgesteld dat wanneer een leefgroepbegeleider zich gehoord voelt, dit ook een effect kan hebben op het leefklimaat van de jongere (Harder, 2011; van der Helm & Stams,
Deze vragenlijsten, toegepast op de Vlaamse context, kunnen in bijlage 1 en 2 gevonden worden.
De vragenlijst pedagogisch klimaat 4-8 jaar (GCIC 4-8) bestaat uit twee schalen, namelijk de schaal ‘open klimaat’ (gemeten door 4 items) die gekenmerkt wordt door vragen over (sociaal) spel en steun van groepsleiding, en de schaal ‘gesloten klimaat’ (gemeten door 8 items) die gedefinieerd wordt door vragen over negatieve dynamieken tussen de kinderen en met de groepsleiding (Strijbosch & van der Helm, 2016).
De vragenlijst pedagogisch klimaat 8-15 jaar (GCIC 8-15) bestaat uit twee schalen, namelijk de schaal ‘open klimaat’ (gemeten door 9 items) die gekenmerkt wordt door vragen over vertrouwen, eerlijkheid en hulp van groepsleiding, en de schaal ‘gesloten klimaat’ (gemeten door 5 items) die gekenmerkt wordt door vragen over wantrouwen, chaos, onrust en te weinig aandacht en hulp van de groepsleiding. De kinderen worden bijkomend gevraagd een rapportcijfer (1 = zeer slecht; 10 = zeer goed) te geven aan zes verschillende aspecten van het leefklimaat, namelijk: ‘de ondersteuning die je krijgt van de groepsleiding’, ‘wat je hier leert’, ‘de sfeer op de groep’, ‘hoe de groep eruit ziet’, ‘de regels op de groep’ en ‘de veiligheid op de groep’ (Strijbosch & van der Helm, 2016).
De Group Climate Instrument 12+ (GCI 12+; van der Helm et al., 2011b) is oorspronkelijk ontwikkeld voor volwassenen in forensische instellingen, maar wordt inmiddels ook in de residentiële jeugdhulp veelvuldig gebruikt (Roest, Dekker, van Miert, de Valk & van der Helm, 2016). Elk item (29) behoort tot één van de vier leefklimaatschalen: ondersteuning, groei, repressie of sfeer. Naast de schaalscores worden de jongeren gevraagd een rapportcijfer (1 = zeer slecht; 10 = zeer goed) te geven op dezelfde items zoals beschreven in de GCIC 8 - 15 jaar.
De Living Group Work Climate Inventory (LGWCI, bijlage 2) bestaat uit 186 items en geeft inzicht in het werkklimaat dat door medewerkers wordt ervaren. Het betreft een samengestelde vragenlijst, bestaande uit verschillende gevalideerde vragenlijsten. De items hebben betrekking op volgende factoren: werkgeversverplichtingen, werknemers-verplichtingen, leiderschap, teamfunctioneren, werkmotivatie, werkdruk, commitment en gedeelde visie en werkomgeving medewerkers.
Bron: Eindrapport Academische Werkplaats