Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt in de Verenigde Staten de term special needs adoption gebruikt. Het fenomeen ‘special needs’-adoptie ontstond echter al eerder (Rosenthal, 1993) en neemt de laatste jaren enorm toe. Ook in Vlaanderen is het een fenomeen dat in toenemende mate aandacht vraagt. In deze bijdrage beschrijven we de factoren die een rol hebben gespeeld bij het ontstaan van het fenomeen ‘special needs’-adoptie. We lichten vervolgens toe hoe de werkgroep ‘Adoptie van kinderen met Special Needs’ in het kader van de Staten-Generaal Interlandelijke Adoptie van 2010 op basis van een literatuurstudie1 is gekomen tot een onderbouwde en breed gedeelde definitie voor de Vlaamse adoptiecontext. Daarna gaan we dieper in op de vijf domeinen van ‘specifieke ondersteuningsbehoeften’ die bij een geadopteerd kind kunnen voorkomen: geadopteerd worden op oudere leeftijd, geadopteerd worden samen met een sibling, het hebben van gedrags- en/of emotionele problemen, het hebben van ontwikkelingsproblemen en het hebben van lichamelijke of medische problemen; we staan stil bij wat dat vervolgens betekent voor de adoptie. Tot slot openen we de discussie over enkele relevante thema’s die met deze materie verband houden.