Conceptnota Onderwijs-Welzijn. Advies Vlaamse Raad WVG
Wat is het?
Op 9 juli 2021 nam de Vlaamse Regering akte van de conceptnota Onderwijs-Welzijn van minister van Onderwijs Ben Weyts en minister van Welzijn Wouter Beke. Die schetst de contouren voor de verdere aanpak van vijf thema’s op het snijvlak tussen de beleidsthema’s Onderwijs en Welzijn:
- Het verblijf in een onderwijsinternaat van kinderen met bijzondere noden, vanuit een verontrustende thuissituatie;
- De transitie van de bepaalde internaten (IPO’s, delen van MPIGO’s, het tehuis de Rijzende Ster en het Koninklijk Werk IBIS, .. ) van Onderwijs naar Welzijn;
- De potentiële rol van onderwijsinternaten binnen het welzijnslandschap;
- De internaatkeuze voor kinderen met beperkte zorgnoden;
- Het belang van het onderwijsleertraject voor elk kind en elke jongere.
De nota is gebaseerd op het engagement van de Vlaamse regering naar aanleiding van de conceptnota ‘onderwijsinternaten’ dd. 13/11/2020 en het wederzijdse engagement van de beide betrokken ministers om rond deze thema’s voortuitgang te boeken.
Waarom is het belangrijk
Jeugdhulp, in de zeer brede zin van het begrip, maakt voor heel wat kinderen, jongeren en hun gezin een wezenlijk verschil. Soms via een tijdelijke, lichte vorm van ondersteuning, soms via langdurige, intensieve trajecten. Soms noopt de situatie tot een beslissing van al dan niet tijdelijke uithuisplaatsing. Indien mogelijk gebeurt dit maximaal in een context die zo nauw als mogelijk aansluit bij een gezinscontext. Pleegzorg is daarbij de eerste optie.
Wanneer een (netwerk)plaatsing niet mogelijk is, wordt naar een alternatief gezocht. Ongeacht de verblijfplaats van het kind of de jongere, zal de jeugdhulp in staan voor een integrale begeleiding van de jongere waarbij ook de context blijvend wordt geresponsabiliseerd met het oog op een terugkeer naar huis en/of minimaal op het realiseren van een gezonde relatie van het kind of de jongere met de eigen context.
Ook onderwijsinternaten vangen kinderen en jongeren op die ‘uit huis geplaatst’ zijn. Het aandeel van deze kinderen en jongeren loopt in sommige onderwijsinternaten op tot 30%. Het onderwijsinternaat wordt niet extra ondersteund voor deze vorm van jeugdhulpverlening, alhoewel dat – ook in het licht van de vorige paragraaf – voor heel wat van deze kinderen en jongeren aangewezen is.
Onderwijsinternaten hebben recht op een eigen hedendaagse regelgeving die hen als volwaardige sector in staat stelt om de maatschappelijk verwachting in te vullen en om de hedendaagse uitdagingen op een adequate manier tegemoet te kunnen treden.
