Eén van de speerpunten van de Vlaamse jeugdhulp is continuïteit in jeugdhulptrajecten. Meestal denken we daarbij aan het naadloos op elkaar aansluiten van diensten en modules en het doorgeven van informatie. Veel minder aan de relaties die jongeren en gezinnen opbouwen met hulp-, zorg, en dienstverleners of de verbinding met hun natuurlijk en sociaal netwerk. Nochtans is net dat de continuïteit waar kinderen, jongeren en hun context het meeste belang aan hechten én over willen meespreken.
Om het debat over dit thema een boost te geven ontwikkelde de werkgroep continuïteit binnen het IROJ West-Vlaanderen deze relatietest. Het wil organisaties uitdagen om kritisch en creatief te reflecteren over de relaties die kinderen, jongeren, ouders, het sociaal netwerk, hulpverleners en directies met elkaar aangaan. Voor het gemak hanteren we in dit document het begrip ‘ondersteuner’, soms ook hulpverlener. We bedoelen hier mee dat iedereen die in relatie gaat met de jongere (vanaf de geboorte) en zijn context aangesproken wordt: hulpverleners, dienstverleners, logistiek personeel, directie, zorgverstrekkers,…
Doel van de relatietest is het gesprek opstarten en van daaruit te ontdekken hoe je je relaties kunt vorm geven en versterken. Het biedt een tool aan ervaringsdeskundigen, hulpverleners, kwaliteitscoördinatoren en directies om de dialoog over relationele continuïteit op gang te trekken met elkaar en met de kinderen, jongeren en hun netwerk. De test bevraagt acht dimensies, opgedeeld in drie niveaus:
Elke bevraagde dimensie doet je reflecteren over je relaties vanuit je eigen perspectief. Er zijn vragen die je in dialoog kunt brengen met kinderen, jongeren en hun sociaal netwerk, met collega- hulpverleners en op directie- niveau. Hoe je aan de slag gaat met de vragen, kies je helemaal zelf. Je kunt ze vraag per vraag bekijken of gebruiken als een plukboek ter inspiratie. Je kunt ook individueel, per twee, per team of meteen vanuit alle perspectieven samen uitzoeken hoe jullie zich tot elkaar verhouden. Niks weerhoudt er je ook van om ze te gebruiken bij supervisies, werkbesprekingen en sollicitaties.
De vragen zijn zo herkenbaar mogelijk opgesteld voor alle sectoren en werkvormen in de jeugdhulp (zowel mobiel, ambulant, semi-residentieel als residentieel) en ook daarbuiten. Toch zal er af en toe een vertaling nodig zijn naar de eigen praktijk, bijvoorbeeld als je werkt met jonge kinderen zal het gesprek hoofdzake lijk toegespitst worden op de ouders of het bredere netwerk.