Op de VAD-studiedag van 30 november 2018 had dr. Hans Van Crombrugge (Odisee - Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen) het over de rol die ouders kunnen spelen in alcohol- en drugpreventie. Dit is voor VAD een aanleiding om dieper in te gaan op enkele evidence based praktijken in de gezinsgerichte preventie.
Inhoudelijk focussen programma’s om middelengebruik bij kinderen en jongeren te voorkomen best op opvoedingsvaardigheden. Dat ondersteunt ouders bij het uitbouwen van een warme opvoedingsstijl wat één van de meest beschermende factoren is tegen middelengebruik en ander risicogedrag. Interventies die hierop focussen kunnen ingezet worden zowel op universeel als op selectief preventieniveau.
Effectieve interventies ondersteunen ouders in …
Enkel informatie en kennis aanbieden over middelen zodat ouders daarover kunnen praten met hun kinderen, volstaat niet en is niet effectief.
Relatie = basis
Opvoeding op vlak van alcohol en andere drugs is niet wezenlijk verschillend van opvoeding over andere thema’s. Dat laat ons toe eens over het muurtje te kijken naar enkele leidende principes van opvoedingsondersteuning tout court.
Een mooie basis voor opvoedingsondersteunende praktijken vinden we in de zelfdeterminiatietheorie (Leestip: Vansteenkiste & Soenens, Vitamines voor groei, 2015). Als ouder is het belangrijk om de drie psychologische basisbehoeften - autonomie, competentie en verbondenheid - van hun kind te stimuleren en op een behoefte-ondersteunende manier in communicatie te gaan over alcohol en andere drugs. Dat vergroot de kans dat kinderen vanuit zichzelf tot een verantwoordelijk gebruik komen. Kinderen leren zo zelf keuzes maken en omgaan met de gevolgen van hun keuzes. Ouders zijn daarbij een onvoorwaardelijke veilige haven waar het kind altijd op kan terug vallen.
Daarnaast kunnen we opvoeden zien als een balans van vraag en aanbod: als ouder kan je telkens de vraag stellen wat je kind nu nodig heeft op vlak van aandacht, betrokkenheid, steun en grenzen. En dat in die volgorde. Positieve aandacht is nummer één; eerst graag zien en tonen dat je je kind graag ziet. Die warme relatie is een voorwaarde voor begrenzen en verleent je als ouder autoriteit die aanvaard wordt door je kind (Leestip: Haim Omer, Nieuwe Autoriteit, 2011).
Maar ook als het niet goed lijkt te zitten met de band met je kind, kan je altijd aan zo’n positieve relatie werken. Kleine dingen maken een groot verschil. Fouten kunnen altijd hersteld worden. Over alcohol en andere drugs zijn ouders vaak onzeker in de opvoeding. Een belangrijk doel van interventies is een stukje onzekerheid wegnemen en ouders kracht geven in hun ouderrol.
Tot slot, ouders mogen af en toe meer de vuile was buiten hangen. Het werkt versterkend om te praten met je omgeving, familie of vrienden over wat moeilijk gaat. Groepsondersteuning is essentieel in preventie-initiatieven.