De redenen die worden aangehaald zijn voor VGV zijn erg divers. Los van die redenen, blijft VGV een vorm van controle op het lichaam en de seksualiteit van vrouwen.
De betrokken bevolkingsgroepen halen diverse redenen aan om deze gebruiken te rechtvaardigen in alle mogelijke combinaties. De redenen die gewoonlijk aangevoerd worden, verschillen per land en per bevolkingsgroep, maar ook binnen eenzelfde bevolkingsgroep naargelang de leeftijd of het geslacht (Gillette-Frenoy 1992).
- Respect voor het gebruik of de traditie. De vraag “Hoe komt het dat meisjes en vrouwen besneden worden?”, wordt gewoonlijk beantwoord met: “Dat wordt altijd zo gedaan, dat is nu eenmaal zo. Het is normaal.”
- Sociale verbondenheid, sociale integratie. “Om net als de anderen te zijn, om niet te worden uitgesloten.”
- Huwelijk. ”Een onbesneden meisje kan geen man vinden.” Samen met respect voor de traditie is dit de vaakst genoemde reden. Sommige meisjes worden voor hun huwelijk opnieuw besneden als men van mening is dat het niet goed gedaan werd of als, bij een infibulatie, het litteken spontaan is opengegaan. Sommige ouders weten welke risico’s VGV inhoudt, maar geven toe dat niet kunnen trouwen (en dus sociale uitsluiting) erger is dan de complicaties van VGV en dat dit dus de beste keuze is voor hun dochters.
- Maagdelijkheid, kuisheid, echtelijke trouw. VGV wordt gezien als een manier om de eer van de familie hoog te houden door seksuele verlangens voor het huwelijk te onderdrukken. In een polygaam huwelijk, als de man er misschien niet in slaagt al zijn vrouwen te bevredigen en een vrouw zou kunnen proberen om een buitenechtelijke relatie aan te gaan, wordt VGV gezien als een manier om de eer van de man te bewaren.
- Vruchtbaarheid. Er bestaan heel wat mythes over vruchtbaarheid. VGV zou de vruchtbaarheid doen toenemen en de overlevingskans van het kind verhogen. Ook heerst in bepaalde gemeenschappen de overtuiging dat de clitoris, als die niet wordt afgesneden, even groot zou worden als een penis, dat de clitoris een gevaarlijk orgaan is dat de man zou kunnen kwetsen tijdens de penetratie (of hem impotent of onvruchtbaar maken). Ook zou de clitoris of de bevalling kunnen bemoeilijken.
- Verleiding, schoonheid. Vooral bij bevolkingsgroepen die infibulaties uitvoeren, kan men open, gapende geslachtsdelen lelijk vinden. Dichtgenaaide, gesloten en onthaarde geslachtsdelen worden als ‘hygiënischer’ beschouwd en zouden de vrouw aantrekkelijker maken.
- Reinheid, properheid. Zolang een meisje niet besneden of geïnfibuleerd is, wordt ze beschouwd als onrein, vuil en mag zij bepaalde dingen niet doen, zoals een maaltijd bereiden of opdienen.
- Godsdienst. VGV werd al toegepast voor de komst van de monotheïstische godsdiensten. Hoewel VGV of infibulatie niet wordt voorgeschreven door de Koran of andere religieuze geschriften, voeren bepaalde gemeenschappen die toch uit in de overtuiging dat de godsdienst dit oplegt. We merken op dat VGV tevens voorkomt binnen christelijke gemeenschappen (katholieken, protestanten, kopten), bij Ethiopische joden (de Falachas) en bij animisten. De standpunten van de religieuze leiders verschillen: sommigen moedigen de gebruiken aan, voor anderen staan ze los van de godsdienst en nog anderen proberen ze uit te bannen. Wat de Islam betreft, op een internationale conferentie aan de universiteit van Al-Azhar in Caïro in 2006 hebben soennitische leiders zich uitgesproken tegen VGV (fatwa die stelt dat VGV ongefundeerd is in het islamitisch recht) (Andro & Lesclingand 2007). VGV van het type 1 wordt door de Islamitische gemeenschappen ook wel Sunna genoemd. Binnen de Islam staat Sunna voor alles wat goed is volgens God. Door met deze term ook naar clitoridectomie te verwijzen, groeit de verwarring en de overtuiging dat VGV zou voorgeschreven worden door de islam.
Hoewel de status van de besnijdsters door de bevolking niet wordt aangehaald als rechtvaardiging, mogen we toch aannemen dat ook dit element het voortbestaan van deze gebruiken in de hand werkt. Vrouwelijke genitale verminkingen zijn immers een bron van inkomsten en sociale erkenning voor de besnijdsters. Ze hebben er dus geen belang bij om hiermee te stoppen.