Volgens het meest recent onderzoek (UNICEF 2022) zouden 200 miljoen meisjes en vrouwen wereldwijd geconfronteerd geweest zijn met een vorm van genitale verminking. Bovendien lopen jaarlijks 3 tot 4 miljoen meisjes het risico. De helft van de betrokken vrouwen, wonen in slechts 3 landen: Egypte, Ethiopië en Indonesië. De praktijk wordt uitgevoerd in Afrika, Azië (Indonesië, Maleisië, …), het Midden-Oosten (Irak, Iran, …), Latijns Amerika (Colombia, Peru) en op het Arabisch Schiereiland (Yemen, Oman, …). De prevalentie kan sterk verschillen naargelang de regio, ook binnen eenzelfde land. Of men de praktijk uitvoert, hangt af van de bevolkingsgroep en de regio.
Cijfers voor België
Op 31 december 2020 leefden er in België naar schatting 93 685 meisjes en vrouwen afkomstig uit een land waar genitale verminking wordt uitgevoerd. Dit blijkt uit een prevalentiestudie, uitgevoerd door GAMS vzw en ondersteund door de FOD Volksgezondheid en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (samenwerking met ULB, CGVS, IGVM, AVIQ, Fedasil, DvW, AVIQ, ONE, Opgroeien, IWEPS). Van deze vrouwen en meisjes werden er 23 000 zeer waarschijnlijk besneden en lopen 12 000 het risico op VGV, indien er niet aan preventie gedaan wordt. De prevalentie is het hoogst in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met respectievelijk 16 500 en 10 000 meisjes en vrouwen die geconfronteerd worden met de praktijk. Daarna volgt Wallonië met een prevalentie van 8 800.