Transities vormen een ingrijpend gebeuren voor elk kind. De sociale en culturele achtergrond van de kinderen en de gezinnen hebben een invloed op de aansluiting of matching tussen kinderopvang of kleuterschool en de gezinnen. Als kinderen een moeilijke transitie ervaren, kan dit hun welbevinden en betrokkenheid verstoren en hun leerkansen verlagen.
Preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang en kleuteronderwijs zijn in Vlaanderen georganiseerd binnen verschillende beleidsdomeinen met elk een eigen regelgeving en eigen beleid. Deze opdeling in verschillende beleidsdomeinen leidt vaak tot een accentbreuk tussen zorg en leren, wat extra risico’s inhoudt voor kwetsbare kinderen omdat er een extra transitie op vroege leeftijd bijkomt (30-36 maanden).
Bijkomende risicofactoren die de transitie kunnen bemoeilijken, zijn: het gebrek aan afstemming tussen de beleidsdomeinen in de verwachte vaardigheden bij kinderen en het gebrek aan het ‘eigenaarschap’ over de transitie, waarbij niemand zich verantwoordelijk voelt voor de aanpassingsproblemen bij het kind.