Een kwaliteitsvolle transitie houdt rekening met de verschillende startposities van kinderen (en hun gezin). Transities voor alle kinderen op een positieve manier ondersteunen en begeleiden, betekent dat er vanuit een sterke samenwerking werk gemaakt wordt van continuïteit op vier domeinen.
- Structurele continuïteit: een hechte samenwerking tussen de verschillende (basis)voorzieningen (preventieve gezinsondersteuning - kinderopvang – kleuterschool) met specifieke aandacht voor maatschappelijk kwetsbare groepen zoals lage SES, gezinnen in armoede, vluchtelingen, nieuwkomers, kinderen van inburgeraars, anderstalige kleuters, kinderen met specifieke zorgbehoefte, kinderen zonder papieren, en Roma….
- Pedagogische continuïteit: afstemming tussen pedagogisch kaders met aandacht voor het thema transitie en waarbij zorg en leren even belangrijke elementen zijn van kwaliteit.
- Professionele continuïteit: een gedeelde verantwoordelijkheid van alle relevante professionals in het ondersteunen van een warme overgang voor kinderen en hun ouders. Uitwisselen en afstemmen over sociaalpedagogische thema’s zoals wennen, taalstimulering, zindelijkheidstraining,… dragen daartoe bij.
- Continuïteit met thuis, buurt en gemeenschap: een wederkerige dialoog tussen professionals, ouders, buurt en gemeenschap bevorderen door de lokale samenwerkingsverbanden verder uit te bouwen en in te zetten op ouderbetrokkenheid en participatie.