Taalstimulering en meertaligheid

De taalontwikkeling tussen 0 en 3 jaar

Het tempo om taal te leren verschilt sterk van kind tot kind, maar elk kind doorloopt dezelfde fasen in de taalontwikkeling. De mijlpalen voor elk kind zijn min of meer dezelfde, ongeacht de taal of de cultuur waarin een kind opgroeit. Omdat taalontwikkeling zo grillig en gevarieerd verloopt, werken we met vier grote leeftijdsfasen.

Bekijk het handig schema over de ontwikkeling van taal tussen 0 en 3 jaar.

Voor de geboorte 

Een goede start voor een kind begint al van voor de geboorte. Hier ligt het prille begin van de taalontwikkeling. Als een ouders hun kind meertalig willen opvoeden, is dit het ideale moment om hier al over na te denken.

Vanaf week 21 van de zwangerschap, kan een baby horen en vangt hij of zij geluiden op: 

  • geluiden van in de buik, zoals de hartslag van mama 
  • geluiden van buiten de buik, zoals stemmen 
  • een baby leert stemmen die hij of zij vaak hoort, zoals de stem van mama, papa, grootouders, broer of zus, kennen en herkent die zelfs na de geboorte.

Baby van 0-15 maanden

Baby’s communiceren met hun hele lichaam. Ze gebruiken hun gezicht, armen, benen, ademhaling en stem om zich uit te drukken. Ze trekken soms een pruillip, huilen, maken geluiden, gapen of glimlachen. In het begin is het zoeken naar wat een baby hiermee wil zeggen. Het vraagt tijd om elkaar te leren kennen.

Oogcontact en glimlachen zijn belangrijk om contact te maken met een baby. Baby's vinden het leuk als je naar hen kijkt. 

Aanraken is ook een manier om contact te maken. Baby's vinden het fijn om dicht tegen iemand aan te liggen. Op die manier voelt een baby hoe je tegen hem of haar praat, voelt hij of zij je ademhaling en het bewegen van borst en buik. Je baby herkent ook je geur. 

Baby's reageren als je hen aanspreekt. Ze zullen je mondbewegingen imiteren.

Huilen

Huilen is voor baby's een manier om te laten merken ze iets nodig hebben. Een baby kan op verschillende manieren huilen voor andere redenen: 

  • Heeft een baby pijn, dan huilt hij of zij plots en luidkeels. 
  • Is een baby ziek, dan huilt hij of zij klagend en futloos. 
  • Heeft een je baby honger, dan huilt hij of zij eerst zachtjes en geleidelijk aan harder. 

Het is niet altijd eenvoudig om te begrijpen waarom een baby huilt. 

Tateren

Vanaf twee à drie maanden begint een baby te tateren. Baby's testen alle variaties van toonhoogte en volume, zoals fluisteren en roepen. Ze maken alle mogelijke klanken, ook deze die niet in hun moedertaal voorkomen. Op deze leeftijd maken alle baby’s ter wereld dezelfde klanken.

Brabbelen

Vanaf de zevende maand begint een baby te brabbelen. Hij of zij begint met het herhalen van dezelfde lettergrepen: ‘dadada’, ‘mamama’ en ‘papapa’. Deze klanken hebben nog geen betekenis voor een baby. Vanaf nu beginnen baby's initiatief te nemen om samen te praten. Wanneer je hier op ingaat, ontstaan kleine ‘gesprekjes’. 

Veel oefenen

Tussen acht en twaalf maanden oefenen baby's volop met taal. Ze willen van alles vertellen, ook al zijn het vaak nog onbegrijpelijke woorden en zinnen. Ze experimenteren volop met klanken, toonhoogtes, ...

Het eerste woordje

Rond de leeftijd van 1 jaar komen de eerste woordjes. Niet perfect, maar wel te begrijpen. Het eerste woordje van een baby is iets dat hij of zij waardevol vindt: choco, pop, papa, mama, auto, poes,… Baby's begrijpen al heel veel, bv. 'Kom', 'Heb je honger?', 'Ga je knuffel nemen',… Baby's kunnen sneller woorden begrijpen dan dat ze ze zelf gebruiken. 

Bekijk de videofragmenten van taalontwikkeling bij baby's op de website van Kind en Gezin.

Peuter van 15 maanden tot 3 jaar

Kinderen kennen en begrijpen al heel wat woorden. Daarom is het belangrijk dat ze veel kansen krijgen om zelf te praten. Je kan hen daar goed bij helpen.

Veel nieuwe woorden

Peuters begrijpen steeds meer. Ze kunnen antwoorden op een vraag en zichzelf duidelijk maken. Je kan een peuter helpen door eenvoudige vragen te stellen, bv: ‘Wat ben je aan het eten?’. Of je kan dingen benoemen, bv: ‘Wat ziet dat er een lekkere appel uit!’.

De eerste zinnen

Vanaf de leeftijd van 18 maanden begint een peuter zinnen te maken. Hij of zij start met twee-woordzinnen, bv: ‘Fietsje rijden’ of ‘Appel eten’. Een peuter leert nu ook heel veel nieuwe woorden, op korte tijd en leert dat alles een naam heeft. Peuters leren zich alsmaar beter uitdrukken en stellen vragen aan iedereen. Door deze gesprekken leert een kind enorm veel woorden bij.

Langere zinnen

Tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar worden de zinnen van een peuter langer. Een peuter gaat ook meer en meer verschillende woorden gebruiken. Rond de leeftijd van 3 jaar maakt een peuter zinnen van drie tot vijf woorden. 

Bekijk de videofragmenten van taalontwikkeling bij peuters op de website van Kind en Gezin.

Kleuter van 3 tot 6 jaar

De taalontwikkeling van een kind is enorm geëvolueerd. Kleuters leren nog veel bij, vooral door de hele dag spontane gesprekken te voeren. Bijvoorbeeld tijdens het eten, het verzorgen, een wandeling, het spelen, ... Kleuters kennen en begrijpen veel meer woorden, kunnen verbanden leggen, vertellen hele verhalen,… 

Zinnen van drie tot vijf woorden

Rond de leeftijd van drie jaar, leert een kleuter langere zinnen maken. Hij of zij leert werkwoorden en meervouden gebruiken. Het is normaal dat een kleuter nog fouten maakt. Belangrijk is om niet te corrigeren, maar om wat de kleuter vertelde, correct te herhalen, bv. 3 jarige: ‘Ik heb een appel ge-eet’. Kinderverzorgster: ‘Mmmm, ja, je hebt een appel gegeten!’

Verstaanbaar praten

Je begrijpt op deze leeftijd meer en meer wat een kleuter zegt. Het meeste van wat een kind vertelt, is verstaanbaar voor mensen die hem of haar niet kennen. Een kind kan vertellen over dingen die in het verleden gebeurd zijn en dingen die niet in zijn buurt zijn. Hij of zij vertelt thuis bijvoorbeeld over een vriendje van op school.

Bekijk het videofragment van taalontwikkeling bij kleuters op de website van Kind en Gezin.