Fasen in een samenwerking
Een samenwerking is een continu proces en doorloopt verschillende fasen. Deze fasen worden beïnvloed door 2 processen, nl de inhoudelijke betekenisgeving aan de samenwerking en de interactie binnen de samenwerking.
- Voorfase/Opstartfase: Initiatiefnemer lanceert idee. Analyseert stakeholders.
- Fase 1 - Verkennen:
Waarom willen we met elkaar samenwerken? Dit is een kennismakingsfase, men gaat in gesprek met de verschillende partners.
Resultaat: Startnota
- Fase 2 - Delen:
Eigen ambities en belangen in kaart brengen en delen met de partners. Daarnaast wil men vanuit een oprecht geïnteresseerd gesprek zicht krijgen op elkaars ambities en belangen en geleidelijk aan zicht krijgen op de gedeelde ambitie. Tijdens deze fase is het cruciaal om open kaart te spelen, belangen en inzet bespreekbaar te maken, te komen tot een gemeenschappelijke taal, mandaat en draagvlak te bespreken.
Resultaat: Intentieverklaring
- Fase 3 - Overeenkomen: koers en richting bepalen
Tijdens deze fase wordt de gedeelde ambitie concreter en vertaald in een actieplan. Waar nodig dient onderhandeld te worden en knopen doorgehakt.
Resultaat: Afsprakennota of actieplan
- Fase 4 - Vormgeven:
Vorm en inhoud van de samenwerkingsacties vastleggen. Tijdens deze fase dienen ook de rollen en posities verhelderd te worden.
Resultaat: Projectfiche
- Fase 5 - Uitvoeren en vernieuwen:
Afspraken en werkplanning worden uitgevoerd, op regelmatige basis geëvalueerd en vernieuwd.
Resultaat: Procesmanagment, beleid rond evaluatie
De fasen in een samenwerking lopen niet lineair. Een samenwerking is een complex proces, waarbij soms teruggekeerd dient te worden naar een voorgaande fase.
Dynamiek in een samenwerking
Aandacht schenken aan succeservaringen en leerwinsten is een sterk verbindende factor binnen een samenwerking. Een open, lerende houding heeft invloed op dynamiek en interactie binnen een samenwerking. Deze houding wordt van elke partner (generiek profiel) in een samenwerking verwacht.
5 principes van verbindend leren en dynamiek:
- Principe 1 - Onderneem gezamenlijke acties: Samenwerken aan een gemeenschappelijk project brengt spontaan en informeel leren teweeg.
- Principe 2 - Geef taal en aandacht aan leren en veranderen: Men wordt zich pas bewust van spontaan en onbedoeld leren wanneer men er expliciet naar vraagt. Wat zien wij nu anders, wat doe ik nu anders, wat kunnen we beter?
- Principe 3 - Werk samen aan een sterke identiteit van het netwerk: Als netwerk is het belangrijk om samen naar iets toe te groeien, een gedeelde focus te leggen die de afzonderlijke organisaties overstijgt. Een samenwerkingsverband profileert zich door samen iets nieuws te creëren dat herkenbaar is voor de buitenwereld maar evenzeer voor alle medewerkers van de deelnemende organisaties.
- Principes 4 - Ga bewust om met de diversiteit: Vanuit een verscheidenheid van personen en organisaties ontstaat een rijkdom aan verhalen, ervaringen en oplossingen. Diversiteit zien als een kans en vertrekpunt voor leer- en groeikansen vraagt een bewuste en zorgzame aanpak.
- Principe 5 - Waardeer leer- en veranderingscompetenties: Installeer een leercultuur in het samenwerkingsverband. Is men bereid om de eigen ervaring te delen, waardeert men inspanningen en inbreng, is men bereid tot verandering?
Bronnen
- Kaats, E. & Opheij, W. (2012). Leren samenwerken tussen organisaties. Samen bouwen aan allianties, netwerken, ketens, partnerships. Deventer: Kluwer.
- Opstaele, V., Naert, L. & Bonne K. (2014). Verbindend leren. Onderzoek naar leren in samenwerkingsverbanden vanuit individueel, organisatie- en netwerkperspectief - In: Praktijkboek kwaliteitszorg in welzijnsvoorzieningen. Brussel, VVSG / Politeia