Snel naar
Bekwaamheid
Artikel 4 van het Thema's binnen het decreet (DRM) stelt dat elke minderjarige bekwaam is zijn rechten zelfstandig uit te oefenen. Er is geen leeftijdsgrens; dit geldt dus voor alle kinderen en jongeren in de integrale jeugdhulp. Voor een aantal rechten moet de jongere wel 12 jaar zijn, zoals:
- het recht om in te stemmen met het aanbod,
- het recht op toegang tot zijn dossier,
- het recht om niet gescheiden te worden van de ouders tegen zijn wil in.
Maar deze leeftijdsgrens is niet absoluut. Dit drukt enkel een vermoeden van bekwaamheid uit. De hulpverlener kan bijvoorbeeld ook een 11-jarige als bekwaam inschatten. Dat hangt af van de concrete situatie.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Belang
Het belang van het kind vormt de belangrijkste overweging in de hele jeugdhulp. Het is ook één van de hoofdprincipes in het Kinderrechtenverdrag.
Het belang van de minderjarige stuurt elk handelen van de hulpverlener. Dat wordt in elke concrete situatie gewikt en gewogen, in samenspraak met de minderjarige zelf en eventueel ook met de ouder(s). De uiteindelijke inschatting van dit belang blijft de verantwoordelijkheid van de hulpverlener. Hierbij houdt hij rekening met de leeftijd en maturiteit van de minderjarige, de eventuele urgentie, de bespreekbaarheid van de hulpvraag met de ouders …
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Beroepsgeheim
Het beroepsgeheim is van toepassing op alle personen die meewerken aan de jeugdhulp. Dit is een van de sleutelelementen in de hulpverlening en van fundamenteel belang voor de ontwikkeling en het behoud van de vertrouwensrelatie. Want zonder dit vertrouwen heeft hulpverlening geen kans op slagen. De minderjarige moet erop kunnen rekenen dat de hulpverlener niet zomaar doorgeeft wat hij hem toevertrouwde. Binnen de hulpverlening kunnen wel gegevens gedeeld worden, onder welbepaalde voorwaarden en aan welbepaalde personen, onder de noemer ‘gedeeld’ beroepsgeheim. Daarnaast bestaan er ook specifieke regels voor bepaalde soorten gegevens, zoals informatie in verband met de gezondheid.
Het beroepsgeheim houdt een zwijgplicht in. Die wordt zo belangrijk geacht, dat het verbreken ervan strafbaar is. Enkel in uitzonderlijke situaties, doorgaans bij wet bepaald, kan hiervan worden afgeweken.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Meer informatie over beroepsgeheim vind je op onze themapagina.
Bijstand/vertrouwenspersoon
De minderjarige heeft bij elk contact binnen de jeugdhulp recht op bijstand van een vertrouwenspersoon en kiest deze zelf. De vertrouwenspersoon moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. Hij biedt steun aan de minderjarige maar is ook aanspreekpunt voor de hulpverlener.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Dossier
Het dossier is een essentieel element binnen hetHet dossier is een essentieel element binnen het decreet Rechtspositie van de minderjarige. Het DRM gaat hier uitgebreid op in en bepaalt onder meer:
- wat er in een dossier komt
- wie toegang heeft en onder welke voorwaarden
- wat er aangevuld moet worden of verwijderd ...
De minderjarige vanaf 12 jaar heeft toegang tot zijn dossier en kan daar ook zaken aan toevoegen of verbeteren.
Het dossier van een minderjarige wordt zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard. Het bevat alle (vertrouwelijke) informatie over de minderjarige, en alle documenten over genomen beslissingen. Voor de hulpverlener is dit dus het werkinstrument bij uitstek. Een correcte omgang met het dossier is daarom in het belang van alle betrokkenen, cliënten én hulpverleners.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Informatie
Minderjarigen hebben recht op duidelijke, begrijpbare en volledige informatie over de jeugdhulp. Het initiatief hiervoor ligt bij de jeugdhulpverlener. De minderjarige moet het dus niet zelf vragen of opzoeken.
Dit artikel is heel ruim te interpreteren. Het omvat alle mogelijke informatie in de concrete situatie van de minderjarige, zoals:
- de precieze inhoud van de probleemstelling en het hulpaanbod
- de vermoedelijke doeltreffendheid ervan
- de verschillende fases of tussenkomsten
- wie er nog geïnformeerd zal worden
- de mogelijke consequenties (ook als de minderjarige niet ingaat op het hulpaanbod)
- de kostprijs
- de klachtenprocedure
- de ideologie van de voorziening
- de rol van de minderjarige zelf
De minderjarige moet de gegeven info kunnen begrijpen. Helder communiceren houdt daarom niet enkel rekening met de leeftijd van het kind of de jongere, maar ook met het ontwikkelingsniveau, de emotionele toestand, de persoonlijkheid en de context. Die bepalen mee wanneer welke informatie wordt gegeven.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Inspraak
Minderjarigen hebben recht op inspraak en participatie in hun eigen hulpverleningstraject.
Voorzieningen moeten een (collectieve) inspraakregeling voorzien.
De inbreng van de minderjarige is essentieel voor het slagen van de hulpverlening: hij kan aangeven hoe hij de situatie inschat en geeft zo ook belangrijke informatie aan de hulpverlener. Deze moet daar passend belang aan geven. Dit recht op inspraak en participatie betekent niet dat de minderjarige altijd gelijk heeft of steeds moet worden gevolgd. De hulpverlener behoudt zijn eigen professioneel inzicht en verantwoordelijkheid. Als hij afwijkt van wat de minderjarige wenst, dient dit goed uitgelegd en gemotiveerd te worden.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Instemming
Elke bekwame minderjarige heeft het recht in te stemmen met buitengerechtelijke jeugdhulp of deze te weigeren. Hij moet daarom voldoende en op een begrijpelijke manier geïnformeerd worden over de hulpverlening. Zijn er meerdere mogelijkheden binnen een aangewezen aanbod, dan kan de minderjarige hieruit zelf kiezen. Een weigering van de minderjarige moet, al dan niet gemotiveerd, toegevoegd worden aan het dossier.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Klachten
De minderjarige heeft het recht een klacht in te dienen wanneer zijn rechten in de jeugdhulp worden geschonden. Dit kan meerdere vormen aannemen: de inhoud van het aanbod, de aanpak en werkwijze, de leefomstandigheden, bepaalde rechten die niet worden gerespecteerd …
Het DRM zelf bepaalt niet hoe dat precies moet. Hier is telkens de sectorale regelgeving van kracht en heeft elke voorziening zijn klachtenprocedure.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Menswaardige behandeling
Minderjarigen worden beschermd tegen elke vorm van geweld binnen de jeugdhulp. Elke vorm van onmenselijke of onterende behandeling en geweld is verboden. Bovendien moeten sancties aangepast zijn aan de persoonlijkheid van de minderjarige en in verhouding staan tot de ernst van de feiten of gedragingen. Sancties in de jeugdhulp moeten ook een pedagogisch doel hebben en mogen geen trauma veroorzaken bij de minderjarige.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Privacy
De minderjarige heeft recht op respect voor zijn privacy en op bescherming van zijn persoonsgegevens. Waar privacy een erg omvattend begrip is, gaat de bescherming van persoonsgegevens eerder over de technische aspecten van opslag, beheer, inzage en aanpassingen van persoonsgegevens.
Binnen de hulpverlening moet de privésfeer van de minderjarige zo goed mogelijk beschermd en gerespecteerd worden. Hieronder vallen fundamentele persoonlijke kenmerken en keuzes, zoals:
- politieke of ideologische overtuiging
- levensbeschouwing
- seksuele geaardheid
- recht op contact met gezinsleden
- fysieke en psychische integriteit …
En het gaat ook over kleinere zaken, zoals eigen kleding, een ruimte om zich terug te trekken, keuze van boeken en hobby …
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Rechten van opvoedings verantwoordelijken - pleegzorg
Ook opvoedingsverantwoordelijken hebben rechten op basis van het DRM en het decreet Integrale jeugdhulp.
Opvoedingsverantwoordelijken zijn andere natuurlijke personen dan de ouders die de minderjarige op duurzame wijze in feite onder hun bewaring hebben of bij wie de minderjarige geplaatst is door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid. Het kan gaan om de grootouders, de stiefouder, de partners van één van de ouders of om het even welke derde die de minderjarige feitelijk opvoedt.
Ook pleegouders zijn opvoedingsverantwoordelijken, waarvoor naast de algemene rechten als opvoedingsverantwoordelijke ook nog heel specifieke regelgeving geldt.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Rechten van ouders
Ook ouders en opvoedingsverantwoordelijken hebben rechten op basis van het DRM en het decreet Integrale jeugdhulp. Ouders zijn de eerste opvoedingsverantwoordelijken voor hun kinderen. Ze zijn aansprakelijk voor hen en staan in voor de opvoeding. De hulpverlening tast ook niet hun ouderlijk gezag aan: al hun rechten en verantwoordelijkheden blijven bestaan. Bij problemen is het dan ook logisch dat zij als betrokkenen worden beschouwd. Ouders maken deel uit van het cliëntsysteem binnen de Jeugdhulp en worden, net als de minderjarige, deel van de zoektocht naar oplossingen voor het probleem.
Op basis van het ouderlijk gezag hebben ouders bijvoorbeeld recht om te weten wat er met hun kinderen gebeurt, om betrokken te worden bij beslissingen die hun kinderen aangaan, om contact te houden met hun kinderen …
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Respect voor het gezinsleven - recht op contact
Minderjarigen hebben het recht om in het eigen gezin te wonen. Enkel als dit niet (langer) in zijn belang is, kan anders worden beslist. De ouders blijven ook dan de eerste opvoedingsverantwoordelijken en zullen, waar aangewezen, bij de hulpverlening betrokken moeten blijven. Ook blijven contacten tussen ouders en hun kinderen steeds mogelijk, tenzij dit ingaat tegen het belang van de minderjarige. Ouders, kinderen, broers, zussen, vrienden … hebben dus het recht persoonlijk contact te houden en dit op diverse manieren: bezoek, e-mail, briefwisseling, telefoon …
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.
Zakgeld
Minderjarigen die geplaatst zijn, hebben vanaf 6 jaar recht op zakgeld. Ze kunnen dit zakgeld vrij besteden.
De tarieven worden regelmatig herzien en zijn te vinden op de site Jeugdhulp.
Uitzonderingen zijn minderjarigen die zelfstandig wonen en minderjarigen met een bepaald netto maandinkomen. Bij pleegzorg is het zakgeld dan weer geïntegreerd in de kostenvergoeding aan de pleegouders. Zij bepalen zelf of en hoeveel zakgeld ze geven.
Meer informatie en veelgestelde vragen vind je bij dit thema op de website Rechtspositie Minderjarige.