Uit onderzoek blijkt dat een positief of ‘open’ klimaat – gekenmerkt door groei, evenwicht tussen structuur en flexibiliteit, veiligheid, vertrouwen, onderling respect, ondersteuning, groeimogelijkheden, warmte en responsiviteit – een invloed heeft op:
- garanderen van het recht van kinderen op verzorging, opvoeding, veiligheid en ontwikkeling, zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag (1989);
- bijdragen tot de ontwikkeling en het welbevinden van kinderen;
- minder wegloopgedrag, minder externaliserende problemen;
- minder agressie-incidenten;
- minder aanpassingsproblemen;
- hanteren van betere copingstrategieën;
- een meer empathische persoonlijkheid;
- een verbetering van sociale vaardigheden;
- een positieve invloed op de cognitieve, sociaal-emotionele en persoonlijkheidsontwikkeling;
- verminderen van de nadelige gevolgen van stress en secundaire traumatisering in residentiële voorzieningen;
- voorwaarde voor de individuele behandelmotivatie;
- een hogere interne locus of controle.
Een ‘gesloten’ klimaat – gekenmerkt door gebrek aan structuur en flexibiliteit, veel controle, verveling, onderlinge vijandigheid, repressie, gebrek aan wederzijds respect, afhankelijkheid van medewerkers, oneerlijke straffen, vernedering en gebrek aan privacy – is daarentegen gerelateerd aan een negatieve ontwikkeling en minimale groeimogelijkheden van cliënten (van der Helm, 2011; van der Helm et al., 2012; Strijbosch et al., 2014). Zo kan een gesloten leefklimaat stress, angst en agressie tot gevolg hebben (van der Helm, Boekee, Stams & van der Laan, 2011).