Ouderschap maakt kwetsbaar
Elke ontwikkelingsfase van kinderen, met nieuwe mijlpalen, daagt ouders uit om zich aan te passen aan de behoeften van hun kind. Dit aanpassen vraagt psychologische, sociale en praktische vaardigheden, zowel in hun relatie met het kind als met de omgeving. Allerlei aspecten van de persoonlijkheid van ouders, zowel bekende als onbekende, worden aangesproken.
De wens van elke ouder om het beste voor hun kind te willen, geeft zowel kracht als kwetsbaarheid. Ouders proberen zich zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften van hun kind, wat een proces van uitproberen, zoeken en opnieuw proberen is. Dit proces, en de bijbehorende gevoelens, maken ouders per definitie kwetsbaar.
Ouder worden brengt dus vanzelf een gevoel van kwetsbaarheid met zich mee. Kwetsbaarheid is inherent aan (pril) ouderschap.
Elk ouderpaar staat voor de uitdaging om een gezin te vormen dat de ontwikkeling van hun kind optimaal ondersteunt, terwijl ze de balans tussen draaglast en draagkracht behouden.
Draagkracht omvat de vaardigheden en beschermende factoren die ouders en kinderen helpen om met de draaglast om te gaan. Draaglast bestaat uit taken, uitdagingen en risicofactoren waarmee het gezin te maken krijgt. Zowel kinderen, ouders als het gezin als geheel kunnen te maken hebben met risico- en beschermende factoren.
Soms gaan de veranderingen die een nieuw kind met zich meebrengt samen met andere grote levensgebeurtenissen, zoals verhuizen, trouwen of een verlies. Deze combinatie kan stress veroorzaken en het gevoel geven dat het te veel wordt. Dit kan worden vergeleken met een weegschaal die balans zoekt tussen beschermende factoren en risicofactoren, of tussen wat energie geeft en wat energie vraagt. Deze balans moet meestal in evenwicht zijn. Als de risicofactoren zwaarder wegen, kan de weegschaal uit balans raken. Bewust zijn van beschermende en risicofactoren helpt om beter inzicht te krijgen in de situatie.
Beschermende factoren zijn onder andere sociale steun, een goed netwerk, toegang tot hulpverlening en het hebben van zingeving (zoals religie of hobby's).
Mogelijke risicofactoren zijn psychische problemen in de voorgeschiedenis of familie, een eerder zwangerschapsverlies, een negatieve bevallingservaring, het hebben van een eerste kind, weinig praktische en sociale steun in het dagelijks leven, en het hebben van een nieuw samengesteld gezin.