Perinatale periode
De perinatale periode (ook wel peripartum genoemd) omvat de tijd vanaf het verlangen om zwanger te worden tot een jaar na de bevalling. Deze fase is een tijd van grote veranderingen en gemengde emoties voor jonge ouders. Vrouwen ervaren zowel lichamelijke als psychologische veranderingen terwijl ze moeder worden.
- Veranderingen: De perinatale periode brengt veel lichamelijke en psychologische veranderingen met zich mee.
- Ambivalente gevoelens: Jonge ouders ervaren een mix van vreugde, blijdschap, en hoop, maar ook angst, onzekerheid, moeilijke gevoelens, en kwetsbaarheid.
Jong ouderschap als kwetsbare transitieperiode
Met de geboorte van een baby worden ook nieuwe ouders geboren. Net zoals in de puberteit moeten kersverse ouders zich opnieuw uitvinden. Hun aandacht richt zich op de baby en ze ontwikkelen een nieuwe mindset. Dit proces van ouderschap is een overgangsperiode:
- Nieuwe fase: De geboorte van een kind is een nieuwe ontwikkelingsfase voor ouders.
- Nieuwe gerichtheid: Ouders richten zich op de baby en ontwikkelen een nieuwe mindset.
- Transitieproces: Deze overgang naar ouderschap is een transitieproces.
- Matrescentie en patrescentie: Voor moeders heet deze fase matrescentie, vergelijkbaar met adolescentie. Voor vaders heet het patrescentie, hoewel dit minder bekend is.
- Zoektocht naar identiteit: Deze periode is een zoektocht naar een nieuwe identiteit en kan twijfels en onzekerheden met zich meebrengen.
Het krijgen van een kind is een belangrijk transitiemoment dat veel uitdagingen en veranderingen met zich meebrengt. De meeste ouders doorlopen dit proces zonder vast te lopen, hoewel ieder zijn eigen unieke ervaring heeft.
De overgang naar ouderschap vraagt veel mentaal werk en bestaat uit drie onderdelen:
- Beeldvorming en verwachtingen: Ouders vormen een beeld van de imaginaire baby. Verwachtingen over zwangerschap, bevalling en de kraamperiode kunnen de ervaring beïnvloeden.
- Aanpassingsvermogen: De realiteit kan anders zijn dan verwacht. Ouders die zich moeilijk kunnen aanpassen, hebben meer kans op psychische problemen.
- Engagement of betrokkenheid: Ouders moeten zich engageren om echt ‘ouder’ te worden. Moeilijkheden hierbij kunnen de transitie bemoeilijken.
Daarnaast moeten aanstaande ouders afscheid nemen van hun oude leven. Dit betekent minder vrijheid, veranderingen in relaties met partner en vrienden, een andere manier van werken aan hun carrière, en een nieuw lichaamsbeeld. Ze moeten zich aanpassen aan het nieuwe leven met een baby. Dit proces gaat van een imaginaire naar een reële baby. Ambivalente gevoelens zoals pijn, verdriet, angst, onzekerheid, blijdschap en spanning zijn normale reacties op deze ingrijpende levensgebeurtenis.
Kortom, het krijgen van een kind is een belangrijke en complexe overgang die veel aanpassingen en mentale inspanning vereist.
In onze geïndividualiseerde westerse samenleving ervaren ouders vaak voor het eerst de impact van fysieke, psychische en sociale veranderingen tijdens de overgang naar het ouderschap. Vroeger deelden grotere gezinnen de zorg en hadden mannen en vrouwen een realistischer beeld van de hoogte- en dieptepunten van de bevalling en kraamtijd. Tegenwoordig staan (aanstaande) ouders verder af van deze ervaringen, waardoor ze moeilijker kunnen inschatten wat normale veranderingen zijn in deze intense levensfase.
De emotionele ontwikkeling tijdens de zwangerschap is cruciaal. Problemen tijdens de zwangerschap kunnen de volgende stappen in de kraamperiode en postpartum moeilijker maken. Daarom is het belangrijk om tijdens de zwangerschap te investeren in psychische gezondheid en de nodige zorg te bieden om toekomstige problemen te voorkomen.