Onderwijskansen versterken

Spijbelen

Spijbelen of schoolverzuim is een algemene term om aan te duiden dat leerlingen afwezig zijn van school. Dat verzuim kan verschillende vormen aannemen (van incidenteel tot permanent) en kan verschillende redenen hebben. Die kunnen te zoeken zijn bij de leerling, bij de ouders, de school of de maatschappij. Meestal is er sprake van een gebrek aan schoolse motivatie, een laag welbevinden op school, een problematische gezinssituatie of een combinatie van deze factoren.

Bij spijbelen is de leerling afwezig van school zonder geldige reden. Spijbelen kan zich voordoen van af en toe tot permanent.

Verschillende vormen van spijbelen uiten zich ook in verschillende gedragingen:

  • Thuisblijvers: jongeren die grotendeels thuis spijbelen in hun eentje. Ouders zijn vaak op de hoogte.
  • Traditionele spijbelaars: jongeren die bijna nooit thuis spijbelen. Ze spijbelen in groep. Ze beslissen dat vaak op de dag zelf. Ouders zijn vaak niet op de hoogte.
  • Ouder gedoogde sociale spijbelaars: jongeren die vaak in groep spijbelen, even vaak thuis als op andere locaties. Ouders zijn vaak op de hoogte.

Uit het onderzoek ‘Van occassionele tot reguliere spijbelaar’ van Bram Spruyt en Gil Keppens, blijkt dat ouders vaak op de hoogte zijn van de schoolse afwezigheid. Ouders bij het schoolgebeuren betrekken is heel belangrijk omdat zij de zin en het nut van onderwijs mee kunnen uitdragen.

In het basisonderwijs zijn weinig leerlingen problematisch ongewettigd afwezig. Tijdens het schooljaar 2018-2019 was slechts 0,6 % 30 halve dagen problematisch ongewettigd afwezig. Dit cijfer blijft al 4 schooljaren stabiel. Door de coronamaatregelen is het niet mogelijk om de gegevens van 2019-2020 te vergelijken met de voorgaande schooljaren. Uitspraken over de evolutie zijn daarom niet mogelijk.

Tijdens het schooljaar 2018-2019 spijbelde 2,65 % van de leerplichtige leerlingen van het secundair onderwijs minstens 30 halve dagen. De niet-leerplichtige jongeren spijbelden meer: 10,18 %. Van alle ingeschreven leerlingen spijbelde 3,57 %.

Van de leerplichtige leerlingen zijn jongens vaker problematisch ongewettigd afwezig dan meisjes. Leerlingen die niet de Belgische nationaliteit hebben, zijn proportioneel meer problematisch ongewettigd afwezig.

Problematische ongewettigde afwezigheden stijgen met de leeftijd.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen zijn de leerlingen het vaakst problematisch ongewettigd afwezig, dit hangt samen met de grootstedelijke context.

Proportioneel gezien ligt het aantal problematische ongewettigde afwezigheden in het deeltijds secundair onderwijs hoger: 55,79 % van de leerplichtige leerlingen is er problematisch ongewettigd afwezig. In het voltijds gewoon secundair onderwijs zijn er vooral problematische ongewettigde afwezigheden in het beroepsonderwijs, de B-stroom en het onthaalonderwijs. In absolute cijfers komen de meeste problematische ongewettigde afwezigheden voor in het voltijds gewoon secundair onderwijs.

Er is een samenhang tussen problematische ongewettigde afwezigheid en schoolse vertraging.

In het secundair onderwijs zien scholen volgende oorzaken van spijbelen:

  • Een gebrek aan motivatie
  • Een laag welbevinden op school
  • Een problematische gezinssituatie

Vaak is er sprake van een combinatie van oorzaken.

Meer cijfers op de website van AGODI:

Aanpak

Spijbelaars voelen zich vaak niet begrepen of verkeerd begrepen op het moment dat ze op hun spijbelgedrag worden aangesproken. Uit onderzoek blijkt dat een reactief/sanctionerend beleid niet of zelfs contraproductief werkt. Uit diepte-interviews met problematische spijbelaars bleek dat sancties enkel effectief zijn bij leerlingen die occasioneel spijbelen. Bij leerlingen die frequent spijbelen zorgt het voor een toename omdat deze spijbelaars zich vaak niet meer verbonden voelen met de school.

Uit onderzoek blijkt dat ook het sanctioneren van ouders weinig effectief is. Interventies die niet gericht zijn op het aanpakken van spijbelen an sich, maar op de achterliggende oorzaken van het spijbelgedrag blijken wel effect te hebben.

De krachtlijnen van de Vlaamse overheid voor de aanpak van spijbelen gaan uit van een gecoördineerde aanpak van school en CLB, waarbij de laatste als draaischijf functioneert door te zoeken naar aangepaste hulp voor de leerling bij andere hulpverlenende diensten.

Bron: Onderwijs Vlaanderen