Wat zijn de basisgedachten en principes van de IMH-visie?
IMH vertrekt vanuit de volgende basisgedachten:
- Optimale groei en ontwikkeling vinden plaats binnen een zorgende relatie.
- De geboorte en zorg voor een infant bieden een gezin de kans op nieuwe relaties, groei en verandering.
- Wat er zich voordoet in de eerste levensjaren, beïnvloedt de loop van de ontwikkeling doorheen het hele leven.
- De vroege ontwikkeling van gehechtheidsrelaties kan vervormd of verstoord worden door een voorgeschiedenis bij de ouder van onverwerkte verlieservaringen en traumatische levensgebeurtenissen (‘spoken in de kinderkamer’, Fraiberg, Adelson & Shapiro, 1975).
- De helpende aanwezigheid van een IMH-deskundige kan het risico op relationele-en ontwikkelingsmoeilijkheden verminderen en biedt kansen op het ontstaan van warme en groeibevorderende reacties van ouder en kind.
- Het belang van continuïteit inde context van het jonge kind en in de hulpverlening wordt onderkend.
Drie principes schragen de IMH-visie:
- Binnen IMH staat de ouder-kindrelatie centraal, is de primaire focus. Het jonge kind is voor zijn bestaan en groei erg afhankelijk van zijn verzorgingsfiguren. De relatie die een kind aangaat kan ook verschillen naargelang de verzorgingsfiguur waarmee hij in interactie is. Aandacht voor elke relatie die een kind met verzorgingsfiguren aangaat, is essentieel.
- De preventieve insteek is essentieel binnen het IMH-denken. IMH beslaat het gehele zorgspectrum van algemene preventie, via ontwikkelingsstimulering, pedagogische ondersteuning en kortdurende behandelingen tot langer durende intensieve ouder-kindtherapie. Interventie bij jonge kinderen vanuit een IMH-visie houdt ook altijd preventie in, omdat een jong kind voortdurend in ontwikkeling is. Dit wil zeggen dat men in elke interventie tegelijkertijd bezig is met verlichten van bestaand lijden en met zorg dragen voor toekomstige ontwikkelingspaden, en dit alles via aandacht voor de vroege ouder-kindrelatie.
- Tenslotte vertrekken IMH-werkers vanuit de krachten die ze in jonge kinderen en hun gezinnen percipiëren. Dit krachtenperspectief houdt geen naïef ontkennen in van aanwezige zwaktes. Het onderkennen van moeilijkheden is nodig om ze te kunnen overwinnen, maar vertrekken vanuit aanwezige sterktes heeft een mobiliserend effect om met jonge kinderen en hun ouders op weg te gaan.