Inclusie en overeenkomsten
Diversiteitscommunicatie is communicatie gebaseerd op inclusie en overeenkomsten.
Door uit te gaan van wat we gemeen hebben en niet van de verschillen, communiceer je breed en spreek je een zo groot mogelijke doelgroep aan, inclusief groepen die te maken hebben met sociale ongelijkheid. Je vertrekt daarbij vanuit de vaststelling dat elk individu een unieke meervoudige identiteit heeft, maar dat er vooral veel gemeenschappelijke kenmerken zijn tussen mensen. Wie kinderen heeft, is 'ouder', ongeacht sekse, achtergrond, leeftijd, seksuele voorkeur, relatievorm en zo meer.
Universele waarden en thema's
Diversiteitscommunicatie gaat op zoek naar de universele waarden of thema's in een diverse doelgroep. Door op zoek te gaan naar verhalen waarin iedereen zich kan herkennen, creëer je verbinding. Toegepast op het ouderschap en opvoeding kunnen universele vragen bijvoorbeeld zijn: 'Welke ouder wil ik zijn?' 'Hoe bouw ik aan een positieve relatie met mijn kind?' 'Op welke manier kan ik grenzen stellen?'.
Toegankelijk
Om die diverse doelgroep te bereiken, is het nodig om na te denken over toegankelijke communicatiemethodieken en -kanalen. De informatie moet voor iedereen begrijpbaar, beschikbaar en vindbaar zijn, ook voor mensen die door bepaalde kenmerken tegen drempels botsen. Een goede kennis van je doelgroep en een uitgebalanceerde communicatiemix zijn beide nodig om tot inclusieve communicatie te komen. Denk bijvoorbeeld aan een digitale nieuwsbrief van een stad, die tegelijk ook gedrukt en in vertaalde versies wordt aangeboden op plaatsen waar burgers komen (Huizen van het Kind, bibliotheken, dienstencentra, scholen, kinderopvang, ontmoetingsruimtes ...). De boodschappen kunnen nog verder verspreid worden via sociale media, niet alleen van de stad zelf, maar ook van (doelgroepgerichte) organisaties in de stad.
Nog steeds in de diepte mogelijk
Diversiteitscommunicatie wil niet zeggen dat communicatie in de diepte naar bepaalde doelgroepen uitgesloten wordt. Sommige groepen hebben specifieke noden waardoor ze zich niet herkennen in het algemene aanbod, of hebben onvoldoende vertrouwen in de organisatie. Dan kan je overgaan tot communiceren in de diepte, waarbij grondig onderzoek van je doelgroep en overleg met betrokkenen absoluut aangeraden is. Denk bijvoorbeeld aan ouders van kinderen met specifieke zorgbehoefte of ouders van een holebi of transgender kind.