Met Kriebel op reis is bedoeld om met KOPP- of KOAP-kinderen te werken. Dat wil zeggen dat minstens 1 van beide ouders kampt met psychische problemen of verslaving. In het verleden werd weleens gedefinieerd dat er dan ook een officiële diagnose moest gesteld zijn. We zijn niet geneigd om dat criterium te behouden, aangezien dan alle kinderen van wie ouders het probleem ontkennen, uit de boot vallen. Doorgaans kunnen hulpverleners wel inschatten in welke mate er weldegelijk van een problematiek gesproken kan worden en of de kinderen dus baat zouden hebben bij deze aanpak.
Het is aan te raden om al van bij de intake aan te geven dat er ondersteuning is voor kinderen van psychisch kwetsbare ouders.
Zodra het mogelijk is voor de ouder, gaat 1 van de begeleiders het gesprek aan over hoe het met de kinderen gaat en het belang van veerkrachtversterking voor hen. Geef aan welke mogelijkheden er daarrond geboden worden in deze setting en benoem de Kriebelkoffer. Op die manier kan de ouder rustig in overweging nemen om er al dan niet op in te gaan.
In de Kriebelkoffer wordt er gebruik gemaakt van een landkaart. Deze geeft de verschillende thema’s weer waarrond gewerkt kan worden.
Als een ouder akkoord is om met kind en Kriebel aan de slag te gaan, ben je eigenlijk al bezig met het eerste land of thema van Kriebel: het vertrek. Vervolgens bezoek je het eiland ‘veiligheid en vertrouwen’. Daarna kunnen de andere eilanden aangedaan worden naargelang de tijd en de noden/vragen bij het kind. Je kunt kiezen uit de thema’s ‘thuissituatie bespreekbaar maken’, ‘je bent niet alleen’, ‘vertrouwensfiguur/sociale steun’, ‘informatie/psycho-educatie’, ‘gevoelens’ en ‘zorg voor jezelf’.
Verloop
Het is belangrijk om rekening te houden met de specifieke behoeften van het kind en de beschikbare tijd. Idealiter worden in een KOPP/KOAP-begeleiding alle thema’s van Kriebel doorlopen.
Bij elk thema zijn spelletjes, kaartjes, boekjes of ander materiaal voorzien in de koffer. De sessies mogen dus best speels en luchtig opgevat worden. Hoe lang een sessie duurt, bepaal je samen vooraf. Het is fijner voor kinderen om meerdere korte momentjes te voorzien, dan 1 hele lange sessie. Overleg i.v.m. de frequentie ook wat er haalbaar is, zowel voor het kind als voor de ouders die vaak instaan voor het vervoer.
Op het einde van elke sessie bespreek je met het kind op welke manier het graag terugkoppeling ziet naar de ouders toe. Spreek af wie het woord voert en welke zaken het graag aan de ouders teruggeeft. Ook de woordkeuze kan er toe doen.
Je spreekt nadien met ouder(s) en kind af wanneer een volgende sessie kan doorgaan.
Wanneer je aan de laatste sessie gekomen bent, bespreek je op welke manier het kind je nog kan contacteren bij vragen, of waar het nog terecht kan rond KOPP/KOAP als het daar nood aan voelt. Sommige KOPP-begeleiders geven bij afronding een klein aandenken mee met een persoonlijk tekstje aan de kinderen.
Familieplatform pleit voor het zien van familie als een belangrijke partner in de zorg, naast cliënt en hulpverlener. Het geeft een stem aan de naasten van cliënten en behartigt, samen met familieorganisaties en ervaringsdeskundigen, hun belangen. Als kennis- en uitwisselingsplatform biedt Familieplatform ook vorming en coaching aan zorgorganisaties, om hen te ondersteunen bij het maken van de familiereflex. Hierbij is er steeds bijzonder aandacht voor de kinderen.